Overslaan en naar de inhoud gaan

Spot op: Honden en kinderen

In België worden per jaar tienduizenden mensen gebeten door een hond. Van de personen die in het ziekenhuis worden opgenomen voor de behandeling van een hondenbeet is bijna de helft jonger dan 10 jaar.


Deze beten zijn vaak het gevolg van miscommunicatie tussen de hond en het kind. In deze publicatie vind je informatie over hoe kinderen en honden goede maatjes kunnen worden en hoe je daar, als opvoeder van een kind of eigenaar van een hond, bij kunt helpen.

 

Een hond begrijpen

Om te kunnen begrijpen waarom honden soms bijten, is een stukje hondenpsychologie onontbeerlijk. Een hond is van nature een roedeldier en in een roedel heerst een duidelijke rangorde. De leider van de groep – de ranghoogste – wordt onvoorwaardelijk gehoorzaamd. Na de ranghoogste volgt nummer twee in rangorde, enzovoorts. Deze hiërarchie zorgt voor rust en stabiliteit in de roedel en is nodig om te kunnen overleven. 

Een hond beschouwt het gezin waarin hij opgroeit als zijn roedel. En ook in deze mensenroedel heerst in zijn ogen een vaste rangorde. In de meest ideale situatie ziet de hond de volwassenen in het gezin als roedelleider. Geeft één van hen een opdracht, dan zal hij deze opvolgen, mits hij goed is opgevoed natuurlijk. 

Hoe anders is dit wanneer een kind – tot een jaar of veertien – dit doet? Fysiek en psychisch is een kind niet in staat de baas te spelen over de hond en dat voelt hij gemakkelijk aan. Daarom is in de ogen van een hond het kind lager in rang dan hijzelf. Dus als een kind dingen doet die niet bij zijn status passen, bv. wanneer een kind een dominant gebaar maakt of hem dwingt tot een lagere positie, kan de hond besluiten het kind te corrigeren met een beet. Natuurlijk is het niet zo dat iedere hond dit doet. 

Er zijn heel veel honden die een sterke vriendschap hebben met een kind en op basis van die vriendschap heel veel accepteren. Maar met het oog op veiligheid is het heel verstandig ervan uit te gaan dat de hond het kind niet als ranghogere erkent en dat de hond dus het voor hem natuurlijke recht heeft het kind te corrigeren. Bijtincidenten kunnen overigens ook voorkomen uit angst of schrik. Zeker honden die als jonge pup niet of nauwelijks met kleine kinderen hebben kennisgemaakt, zijn van kinderen vaak een beetje bang.

baby met hond.jpg
©Photo by Picsea on Unsplash

 

Een veilige omgang

Kinderen kunnen zichzelf meestal niet in veiligheid brengen. Het hoofdje van een klein kind zit vaak precies ter hoogte van een hondenbek en honden zijn meestal veel sterker dan kinderen en kunnen hard bijten. Daarbij komt dat honden vaak met hun lichaam contact zoeken. Springen, duwen en happen zijn normale manieren voor een hond om met een andere hond contact te maken en te spelen. Deze hondse manieren zijn over het algemeen niet geschikt voor kinderen. Als de hond springt of duwt, valt het kind; als de hond hapt, bezeert het zich.

Honden en kinderen kunnen echter niet zelf verantwoordelijk worden gesteld voor een veilige omgang. De opvoeder van het kind zal het kind moeten leren op een respectvolle manier om te gaan met de hond. De eigenaar van de hond zal de hond moeten leren zich rustig en tolerant te gedragen bij kinderen. Een veilige omgang wordt bepaald door een aantal kenmerken van het kind en de hond. Deze kenmerken kunnen een goede relatie tussen hond en kind bevorderen of juist remmen. 

De leeftijd van het kind is belangrijk. Over het algemeen geldt dat hoe ouder het kind, hoe hoger het ontwikkelingsniveau en het inlevingsvermogen. Ook heeft een ouder kind meer inzicht in de gevolgen van zijn eigen handelen. Het kan situaties beter inschatten en heeft vaak meer verantwoordelijkheidsgevoel. 

Het karakter van het kind en het karakter van de hond zijn natuurlijk ook van belang. Wanneer beide een rustig karakter hebben, neemt de onvoorspelbaarheid in gedrag af. Het gevolg is dat zowel de hond als het kind elkaar makkelijker zullen vertrouwen. Sommige kinderen worden van nature aangetrokken tot dieren. Zij zullen graag willen leren om op een respectvolle wijze met honden om te gaan. 

Het ras en geslacht van het dier spelen ook een belangrijke rol. Als een grote, drukke, dominante reu een klein kind ontmoet, zal hij het kind in zijn enthousiasme sneller omver lopen of de baas willen spelen. Een middelgroot, rustig teefje die gefokt is als gezelschapshond zal het kind rustiger benaderen en het sneller accepteren als ranghogere binnen de mensenroedel. 

Eerdere ervaringen van de hond en het kind zijn ook belangrijk. Wanneer de hond in de puppyperiode een kind heeft ontmoet dat hem pijn heeft gedaan of angst heeft aangejaagd, kan de hond zijn verdere leven angstig blijven voor kinderen. Hetzelfde geldt voor kinderen. Een slechte ervaring met een hond kan een kind bang maken in de omgang met honden. Zowel honden als kinderen kunnen dan in hun angst gedrag vertonen waar met agressie of angstig gedrag op gereageerd wordt. Denk hierbij aan een kind dat schreeuwend wegrent wanneer het een hond ziet of een hond die een uitval doet zodra hij een kind ziet.

 

Regels voor kinderen

Honden hebben dus hun eigen kijk op de wereld en om vervelende situaties te voorkomen is het belangrijk dat je je kind een aantal gedragsregels leert. 

Leer je kind onder andere dat:

  • een hond naar hém toe moet komen en niet andersom;
  • het een hond eerst aan de handen moet laten ruiken; loopt de hond niet weg, dan kan je kind de hond aaien;
  • het nooit zonder toestemming een vreemde hond aait, maar altijd eerst toestemming vraagt aan de eigenaar; 
  • het de hond niet over de kop aait, maar van voor op de borst; aaien over de kop en de rug is een dominante handeling, waar een hond boos van kan worden;
  • het niet aan de hond moet hangen, hem niet stevig omhelst, aan de staart trekt of met de vingers in de neus of ogen prikt;
  • het belangrijk is dat de hond een eigen plek heeft waar hij zich in alle rust moet kunnen terugtrekken en waar hij rustig kan slapen;
  • het nooit bij een hond in de mand mag kruipen; 
  • het een hond die aan het eten is of een speeltje heeft met rust moet laten; 
  • het een hond niet moet aanstaren, want de hond kan dit ervaren als een bedreiging;
  • het geen trek- of duwspelletjes met de hond moet spelen; deze kunnen uitmonden in een machtsstrijd; zoek- en apporteerspelletjes zijn geschikter en voor beiden minstens zo leuk; 
  • het een hond niet moet uitdagen of commanderen; 
  • het niet gaat schreeuwen of rennen als er een hond aankomt; hoe harder je kind schreeuwt of rent, hoe interessanter de hond het zal vinden; doe je handen over elkaar en kijk naar de lucht, niet naar de hond.

 

Regels voor opvoeders

  • Laat je kind nooit alleen met een hond, ook niet even.
  • Leer je kind over het gedrag van honden, onder meer aan de hand van  de regels hierboven.
  • Laat je kind aan honden wennen, ook al ben je er zelf bang voor. Vraag eventueel een ander om te helpen. 
  • Voordat een hond bijt, vertoont hij stresssignalen zoals: verstarren, lip optrekken, tanden laten zien, strak aankijken. Grommen is de allerlaatste waarschuwing die een hond geeft en dan kan je te laat zijn met ingrijpen. Voorkom deze situatie door vroegtijdig in te grijpen.
  • Straf een hond niet wanneer een kind in de fout gaat, de hond snapt dit niet en kan het kind in het vervolg bedreigend vinden.
  • Straf een kind niet in bijzijn van de hond wanneer het in de fout gaat. De hond kan proberen een stapje hoger in de rangorde te komen. Je kan wel op een rustige toon uitleggen wat er gebeurde en hoe het beter kan.
  • Leer je kind dat wat met de eigen hond kan, niet met een andere hond kan. Zo voorkom je ongelukken.
  • Laat honden en kinderen niet met elkaars speelgoed spelen.
  • Als een klein kind een hond wilt aaien, neem het dan op schoot, en roep daarna de hond erbij. Zo steun je het kind en leert de hond dat hij niet boven het kind in de rangorde staat.
  • In hun enthousiasme kunnen kinderen de omgangsregels nog wel eens vergeten; ze aaien een wildvreemde hond over zijn kop of rennen vrolijk met hem mee. Als ouder is het belangrijk dat je alert blijft en je kind aan de omgangsregels blijft herinneren. 
  • Wil je kind de hond uitlaten? Prima, maar ga wel altijd mee. 
  • Is je kind toch gebeten, neem dan direct contact op met je huisarts zodat deze de wond kan verzorgen en eventueel antibioticum kan voorschrijven. 

 

Regels voor baasjes

  • Laat de hond nooit alleen met een kind.
  • Een hond die goed opgevoed en sociaal is, heeft minder kans op ongelukken. Een cursus kan daarbij helpen.
  • Wen de hond aan harde geluiden, zodat hij niet schrikt in de buurt van kinderen.
  • Wen de hond aan gepluk aan zijn vacht. Mocht onverhoopt een kind hem vastpakken, dan schrikt hij minder snel.
  • Zorg voor een eigen plaats voor de hond waar niemand hem stoort.
  • Indien je hond moe is, scherm je hem best af van kinderen.
  • Laat een kind niet omver lopen of spelenderwijs happen door een hond. 
  • Een hond die geen regels kent, wordt nerveus en weet niet waar hij aan toe is.
  • Ontworm de hond twee keer per jaar. Kinderen kunnen besmet raken met wormen.

 

Bronnen

  

LEER MEER OVER VEILIGHEID THUIS VIA EEN GROEPSBEZOEK AAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT

 

Relevante link

 

Video over honden en kinderen

Het Sophia SnuffelCollege - Sophia-Vereeniging

 

  

MEER WETEN?
STEL JE VRAAG AAN HET INFORMATIECENTRUM VAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT