Overslaan en naar de inhoud gaan

Spot op: Ongevallen met kleine kinderen

Elk jaar gebeuren er duizenden ongevallen en heel vaak zijn daarbij kleine kinderen betrokken. Jaarlijks heeft in Vlaanderen 1 kind op 4, tussen 0 en 3 jaar oud, een ongeval waarvoor medische hulp wordt ingeroepen.


De meeste van deze ongevallen gebeuren thuis; slechts 5,7% gebeurt in de kinderopvang. Minder frequent zijn de ongevallen op de openbare weg, in andere gebouwen, op school en in een recreatiezone buiten.

Top 5

Als we de oorzaken van ongevallen met kinderen tussen 0 en 3 jaar met een medische ingreep als gevolg ordenen in afnemende volgorde van hun voorkomen, komen we volgens de meest recente cijfers in Vlaanderen tot de volgende top 5.

  1. Valongevallen (64%)
    • 53,4% van de valpartijen gebeuren van op een zekere hoogte (trap, stoel, zetel, speeltuig, bed, fiets, verzorgingskussen, …);
    • 46,6% gebeurt door een val over oneffenheden in de vloer of tegen een meubel (bv. salontafel).
  2. Snijden of stoten (9%)
  3. Klemmen van hand of voet (7,8%)
  4. Brandwonden (5,4%)
    • 55% van deze ongevallen gebeuren doordat kinderen zich aan een heet voorwerp verbranden;
    • 45% gebeurt door aanraking met hete vloeistof of stoom.
  5. Vergiftiging (4%)


Deze volgorde van ongevallen met een medische ingreep tot gevolg verschilt in grote mate van de reeks die we verkrijgen wanneer we de ongevallen met een dodelijke afloop ordenen in afnemende volgorde van hun voorkomen. Het meest voorkomende type van dodelijk ongeval bij jonge kinderen is het verkeersongeval (30%). Daarna volgen de verstikking (vooral door voedsel of braaksel) (22%), de verdrinking en te-water-raking (15%), de verbranding (veelal door brand in een gebouw) (12%), het vallen (vooral van een verdieping in een lagere verdieping of lager niveau), maar soms van de trap (9,4%), het zich snijden of stoten (5,7%) en de vergiftiging (2,8%). 

Afhankelijk van hun leeftijd veranderen de ongevallen die kinderen hebben  tussen 0 en 3 jaar. Zo maken kinderen tot twaalf maanden vaker - meer dan de andere leeftijdsgroepen - een val van hoogte en gaan zich ook vaker verbranden of per ongeluk terechtkomen in een verstikkingssituatie. 

Bij kinderen tussen 1 en 2 jaar daarentegen komt het opvallend vaak voor dat zij struikelen op gelijk niveau. Tussen 2 en 3 jaar verwonden kinderen zich duidelijk vaker door zich te snijden of te stoten, door een lidmaat te beklemmen of te beknellen, door een fysiek contact of een fysieke kracht, door de agressie van dieren, door een verkeersongeval of door iets in hun neus, oog of oor te krijgen.

 

Preventietips

Algemeen
  • Leg aanstekers, lucifers, messen en alle andere gevaarlijke voorwerpen buiten het zicht van de kinderen. Berg deze voorwerpen - rekening houdend met de leeftijd van de kinderen – in kasten of laden die met de sleutel op slot kunnen worden gedaan of die beveiligd zijn. 
  • Laat nooit kleine voorwerpen of plasticzakken slingeren binnen hun handbereik. 
  • Als je kookt, draai dan altijd de steel van de pannen naar de muur.
  • Laat een klein kind nooit alleen. Verlies een kind ook nooit uit het oog in bad, in het zwembad of op de luiertafel. Laat een kind ook nooit alleen met een dier, ook al is het je eigen huisdier.
  • Zorg dat het warme water nooit heter is dan 40°C.
  • Haal een elektrisch toestel uit het stopcontact zo gauw je het niet meer nodig hebt. Doe dat ook als je maar heel eventjes weg gaat.
  • Voorzie stopcontacten van een beveiliging en sluit gevaarlijke plaatsen zoals een trap af met een hekje.  
  • Controleer regelmatig de staat van het speelgoed
  • Als je één of andere activiteit doet, laat je kind dan de juiste beschermende kledij dragen. Deze tip geldt ook als de activiteit maar enkele minuten duurt, en dat is met kleine kinderen vaak het geval.
  • Breng je kind al van jongs af aan deze regels bij, ook al is de kans klein dat het die raad ook in de praktijk omzet als het nog geen zes is.

 

Eerste weken en maanden
  • Kies voor een veilig kinderbed of een veilige wieg. Zorg dat de matras aansluit aan de bedrand en geef geen hoofdkussen voordat een kind 2 jaar is.
  • Vermijd kussenachtige knuffels.
  • Koop een veilige luiertafel of plaats het verzorgingskussen op een stevige tafel of commode; laat de baby nooit onbewaakt op zijn kussen achter en draai je nooit om zonder hem vast te houden.
  • Bij het opwarmen van een flesje in de microgolfoven: rol het flesje tussen de handen of schud het voorzichtig nadat het is opgewarmd; controleer altijd op de binnenkant van de pols of de inhoud niet te warm is.
  • Laat eerst koud, dan warm water in het bad lopen en controleer de temperatuur van het water altijd met een badthermometer.
  • Zet de relax nooit op een tafel of verhoog.
  • Klik een baby vast in zijn relax, zijn autostoeltje, zijn reiswieg, enz.
  • Let erop dat het draagbaar autostoeltje of de reiswieg correct geplaatst en bevestigd is in de wagen.
Vanaf 4 maanden
  • Ga eens extra kijken als de baby huilend in slaap is gevallen.
  • Hou altijd toezicht en blijf in de buurt als hij slaapt.
  • Leg een baby als hij meer beweeglijk is niet meer in een wieg. Gebruik dan een veilig kinderbed waarvan de bodem in een lagere positie kan worden geplaatst en plaats ook de speelbox in de laagste stand. 
  • Een fopspeenhouder mag maximum 22cm lang zijn. Laat een kind hier niet mee in slaap vallen.
  • Vermijd alle lintjes en strikjes aan baby’s kleding.
  • Hang speelgoed of een fopspeen niet aan koordjes in het bed of de box van de baby. Let er ook op dat een baby niet aan andere koorden kan.
  • Hou kleine voorwerpen buiten het bereik van het kind.
  • Geef geen speelgoed dat niet aangepast is aan de leeftijd. Leer oudere kinderen om hun speelgoed bij zich te houden.
  • Controleer of onderdelen van knuffels of ander speelgoed stevig vastzitten.
  • Zet geen warme dranken in de nabijheid van een kind (salontafel, tafel, ...) en neem een kind nooit op schoot bij het drinken van koffie of een andere warme drank.
Van 6 tot 10 maanden
  • Zet de baby veilig vastgeriemd in zijn relax, wandelwagen, kinderstoel,...
  • Laat een kind niet alleen als het in een kinderstoel zit.
  • Laat een kind nooit alleen in bad, ook niet als het in een badstoeltje zit.
  • Plaats een kinderhekje.
  • Zet een vuurscherm voor de kachel.
Van 10 tot 13 maanden
  • Hou een kind zo veel mogelijk uit de buurt van deuren en zet openstaande deuren vast.
  • Vervang het tafellaken door placemats, zodat een kind er zich niet aan kan optrekken en zo warme gerechten en dranken over zich heen krijgt.
  • Breng tafelhoekbeschermers aan.
  • Trek het snoer van het strijkijzer op, zodat een kind er niet bij kan.
  • Gebruik een fornuisrekje en draai de stelen van kookpotten naar binnen. De keuken is de gevaarlijkste plaats in huis: laat een kind er dus nooit alleen.
  • Laat een kind nooit alleen in bad of in een (opblaasbaar) zwembadje.
  • Vervoer een kind met de fiets in een veilig fietsstoeltje.
  • Klik een kind vast in een stoeltje en zet het een helm op.
Van 1 tot 2 jaar
  • Breng een antisliplaag aan onder het tapijt of berg het enkele maanden weg. 
  • Leer een kind de trap veilig gebruiken. Breng antislip aan op gladde traptreden. Laat niets slingeren op de trap.
  • Geef extra aandacht aan het balkon: zorg ervoor dat het kind nergens op kan klimmen. Zet nooit een stoel of soortgelijk meubel voor de ramen.
  • Kies voor een veilig systeem om een kind mee te nemen met de fiets
  • Zet een kind klikvast in een autostoeltje in de wagen en kijk bij het in- en uitstappen extra uit voor zijn voetjes en handjes.
  • Hou medicatie, gevaarlijke producten of voorwerpen en giftige planten buiten het bereik van een kind (verwijder ze, zet achter slot of op hoogte, …).
  • Bewaar giftige producten in hun oorspronkelijke verpakking met de verplichte veiligheidssluiting.
  • Beveilig alle stopcontacten en verlengsnoeren die nog niet beveiligd zijn.
  • Hou actief toezicht als een kind in de buurt van water komt (plonsbad, zee, enz.) en gebruik veilige drijfmiddelen (zwembandjes, enz.).
  • Let op in de nabijheid van dieren. Leer een kind dat het geen vreemde dieren mag aaien. Geef zelf het goede voorbeeld.

 

Van 2 tot 3 jaar
  • Leer een kind stap voor stap en afhankelijk van zijn mogelijkheden het gevaar te herkennen en ermee om te gaan.
  • Maak duidelijke en vaststaande regels en uitdrukkingen voor welbepaalde gevaren, bv. blijf van vuur af, je kan je verbranden.
  • Een kind klimt graag in en uit de zetel. Om botsingen te voorkomen, kan je de salontafel beter even wegnemen.
  • Verlucht met het raam in klapstand.

 

Bronnen

  

LEER MEER OVER VEILIGHEID THUIS VIA EEN GROEPSBEZOEK AAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT

 

Relevante links

  

Verschijningsdatum: november 2017

MEER WETEN?
STEL JE VRAAG AAN HET INFORMATIECENTRUM VAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT