Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 0/1 | Provinciale overheid. Provincieraad. Wijziging huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
|
Art. 40 van het provinciedecreet bepaalt dat de provincieraad een huishoudelijk reglement vaststelt.
Art. 41 van het provinciedecreet bepaalt dat de provincieraad haar huishoudelijk reglement ten allen tijde kan wijzigen.
Op 26 juni 2025 keurde de provincieraad zijn vernieuwd huishoudelijk reglement goed. Naast de inhoudelijke wijzigingen, werd het volledige reglement ook hernummerd. Bij de hernummering is iets misgelopen waardoor er twee keer een artikel 51 voorkomt. Daarnaast zijn ook de interne verwijzingen naar de eigen artikelnummers niet aangepast.
Vandaar dat een tweede aanpassing van het huishoudelijk reglement zich opdringt. Het gaat dan om volgende vormelijke aanpassingen:
- In artikel 26 wordt verwezen naar de artikelen 65 en 66. Ingevolge de hernummering van het reglement moet deze verwijzing aangepast worden naar de ‘artikelen 76 en 77’;
- In artikel 28, 3e streepje wordt verwezen naar de bepaling in artikel 27. Artikel 27 gaat over de verzoekschriften van burgers. In de aanpassing van het huishoudelijk reglement op 26 juni is in artikel 27 bepaalt dat de verzoekschriften van burgers niet meer in de centrale commissie behandeld worden, maar wel in het vast bureau. Het laatste deel van de zin in artikel 28, 3e streepje mag dan ook verwijderd worden;
- Vanaf art. 51 worden alle artikelen hernummerd;
- In artikel 65 (nieuwe nummering) wordt verwezen naar artikel 54. Ingevolge de hernummering van het reglement moet deze verwijzing aangepast worden naar ‘artikel 63’;
- In artikel 70 (nieuwe nummering) wordt verwezen naar artikel 63. Ingevolge de herschrijving van het reglement moet deze verwijzing aangepast worden naar ‘artikel 31’;
- Artikel 95 (nieuwe nummering) wordt aangepast, zodat het nieuwe huishoudelijk reglement in werking treedt op 1 oktober 2025.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publiek diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
Het vast bureau heeft het verslag goedgekeurd in zitting van 24 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de wijzigingen van het huishoudelijk reglement van de provincieraad goed en stelt het huishoudelijk reglement van de provincieraad vast als volgt:
ARTIKEL 1
Na elke volledige vernieuwing van de provincieraad zit de uittredende voorzitter overeenkomstig artikel 7, § 2 van het provinciedecreet de installatievergadering voor en leidt de procedure in voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden.
ARTIKEL 2
Drie bijzondere commissies van elk vier verkozen raadsleden, bij lottrekking aangeduid, onder de verkozen raadsleden uit een ander kiesdistrict, onderzoeken in besloten zitting de geloofsbrieven van de pas gekozen raadsleden en hun opvolgers.
Bij het ontstaan van een vacature, onderzoekt een bijzondere commissie van vier raadsleden, samengesteld uit raadsleden uit de andere kiesdistricten in besloten zitting de geloofsbrieven van het opvolgend raadslid.
Een op dezelfde wijze samengestelde bijzondere commissie van vier raadsleden onderzoekt in besloten zitting of de vertrouwenspersonen, bedoeld in artikel 18 van het provinciedecreet, voldoen aan de verkiesbaarheidsvereisten voor het mandaat van provincieraadslid.
Iedere bijzondere commissie benoemt een voorzitter en een verslaggever die de besluiten aan de raad voorstelt.
ARTIKEL 3
Al de verkozen raadsleden, met uitsluiting van die raadsleden van wie de geloofsbrieven verdaagd of niet aanvaard werden, beslissen over de verslagen omtrent de voorstellen uitgebracht door de in artikel 2 van het reglement bedoelde commissies.
ARTIKEL 4
Na geldigverklaring van hun geloofsbrieven leggen de raadsleden in handen van de voorzitter van de installatievergadering de voorgeschreven eed af. Onmiddellijk hierna leggen de vertrouwenspersonen, die aan de voorwaarden voldoen, de eed af in handen van de voorzitter.
Wanneer een raadslid afwezig is, legt het raadslid de eed af zodra het raadslid zitting neemt in de raad. Het raadslid, dat weigert de eed af te leggen of na afwezig te zijn geweest op de installatievergadering, zonder geldige reden afwezig blijft na een uitdrukkelijke oproep op de eerste daaropvolgende vergadering, wordt geacht afstand te hebben gedaan van het mandaat.
ARTIKEL 5
§1. Na het onderzoek van de geloofsbrieven en de eedaflegging, kiest de raad tijdens de installatievergadering een nieuwe voorzitter. Dit gebeurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van het provinciedecreet.
§2. Onmiddellijk na de verkiezing van de voorzitter benoemt de raad een ondervoorzitter bij afzonderlijke geheime stemming.
Wanneer de raad instemt met de voorgestelde kandidaat, verkiest de raad de ondervoorzitter met handgeklap.
ARTIKEL 6
Na de verkiezing van de voorzitter en de ondervoorzitter, stelt de raad tijdens de installatievergadering, het bureau samen.
Het bureau omvat de volgende leden: een voorzitter, een ondervoorzitter en de voorzitter van elke fractie.
De voorzitter van de provincieraad is voorzitter van het bureau.
De eerste gedeputeerde of zijn vervanger maakt als waarnemer deel uit van het bureau.
Het bureau blijft aan tot de ontbinding van de raad.
ARTIKEL 7
Het bureau vergadert ingevolge uitnodiging van zijn voorzitter, die dag, plaats en uur van de vergadering bepaalt en de wijze van vergaderen (digitaal, hybride of fysiek).
Op verzoek van een derde van de leden van het bureau is de voorzitter ertoe gehouden het bureau samen te roepen op de aangeduide dag en het aangeduide uur en met de aangeduide agenda.
Het bureau kan slechts geldig vergaderen wanneer de meerderheid van de leden aanwezig is.
Indien een fractievoorzitter niet kan aanwezig zijn, kan de fractievoorzitter zich laten vervangen door een lid van dezelfde fractie. Het plaatsvervangend lid heeft stemrecht en recht op presentiegeld.
Het vast bureau beslist in principe in consensus. Wanneer er geen consensus bereikt kan worden, wordt dit opgenomen in het verslag.
Alvorens aan de vergadering deel te nemen tekenen de leden de aanwezigheidslijst. In geval van digitale aanwezigheid, stelt de voorzitter de aanwezigheidslijst vast.
ARTIKEL 8
De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering van het bureau.
Het bureau kan overleggen over al de zaken die de algemene werking van de provincieraad aanbelangen en over aangelegenheden die niet tot de bevoegdheid van de provincieraadscommissies behoren.
Van de vergaderingen van het bureau wordt een verslag opgesteld.
De voorzitter vertegenwoordigt het bureau.
ARTIKEL 9
Bij verhindering van de voorzitter zit de ondervoorzitter het bureau voor en bij verhindering van de ondervoorzitter zit het lid van het bureau met de hoogste rangorde voor.
ARTIKEL 10
Indien de voorzitter of de ondervoorzitter actief deelnemen aan de debatten in de raad verlaten zij hun plaats aan het bureau.
Het raadslid met de meeste dienstanciënniteit zal indien nodig in het kader van de vervanging van de voorzitter, de afwezige of verhinderde ondervoorzitter vervangen.
ARTIKEL 11
Het bureau regelt de officiële aangelegenheden in overleg met de deputatie.
Het bureau wijst de raadsleden hun plaatsen in de raadszaal toe.
ARTIKEL 12
Na elke volledige hernieuwing van de provincieraad gaat de raad over tot de verkiezing van de gedeputeerden. Deze verkiezing gebeurt overeenkomstig artikel 45 van het provinciedecreet.
De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het bureau kunnen geen lid zijn van de deputatie.
ARTIKEL 13
De raadsleden kunnen politieke fracties vormen. Onverminderd de bepalingen van artikel 38§2 van het provinciedecreet vormen provincieraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn één fractie. Mits voldaan is aan de voorwaarden van artikel 38§3 van het provinciedecreet vormen het provincieraadslid of de provincieraadsleden die verkozen zijn op lijsten die zich uiterlijk op de installatievergadering hebben verenigd, eveneens één fractie. Een raadslid kan slechts tot één politieke fractie behoren.
Elke politieke fractie overhandigt tijdens de installatievergadering aan de voorzitter van de raad de lijst van haar leden en geeft de naam van haar fractievoorzitter en haar/zijn plaatsvervanger op.
ARTIKEL 14
§1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, die op het provinciebudget werden voorzien, verleent de provincie jaarlijks een toelage aan alle fracties, zoals bedoeld in artikel 13 van dit huishoudelijk reglement.
§2. De fracties mogen de ontvangen toelage alleen gebruiken voor de ondersteuning van de eigen werking en van de werking van de provincieraad waarvan ze deel uitmaken.
In het bijzonder mag de toelage worden aangewend voor de vorming en de administratieve ondersteuning van de provincieraadsleden en de personeels-, administratie- en werkingskosten van de fracties.
De middelen mogen niet gebruikt worden voor partijwerking of verkiezingen, noch ter compensatie van presentiegeld of wedde.
ARTIKEL 15
De jaarlijkse fractietoelage bedraagt 2.000 EUR per lid dat geen deel uitmaakt van de deputatie.
ARTIKEL 16
§1. De deputatie kent de toelage, berekend per jaar, toe aan een vereniging die de ondersteuning van de eigen werking van een provincieraadsfractie en van de provincieraad waarvan deze fractie deel uitmaakt, als hoofddoel heeft.
Deze vereniging moet opgericht zijn door leden van een provincieraadsfractie, hetzij in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, hetzij als feitelijke vereniging.
De maatschappelijke zetel van de vzw of het secretariaatsadres van de feitelijke vereniging moet in de provincie gevestigd zijn. De bestuursorganen van de vereniging bestaan uitsluitend uit provincieraadsleden.
§2. De aanvraag van de toelage dient jaarlijks vóór 30 april ingediend via een e-loket subsidies provincie Antwerpen.
§3. Indien de provincieraadsfractie bestaat uit één provincieraadslid, kent de deputatie in afwijking op §1 de toelage toe aan dit provincieraadslid.
ARTIKEL 17
§1. De toelage dient steeds uitsluitend en integraal aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend en het gebruik ervan dient gerechtvaardigd.
§2. Indien de vereniging een vzw is, wordt de verantwoording ingediend door diegene die gerechtigd is om de vzw te vertegenwoordigen. Indien de vereniging een feitelijke vereniging is, wordt de verantwoording ingediend door een gemachtigde van de fractie. Indien de toelage toegekend is aan een provincieraadslid, wordt de verantwoording ingediend door dit provincieraadslid.
§3. De verantwoording dient op volgende wijze te worden afgelegd:
1° jaarlijks indienen van een activiteitenverslag;
2° jaarlijks indienen van een uitgavenstaat, facturen of schuldvorderingen waaruit blijkt dat de toelage werd aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend;
3° jaarlijks indienen van een balans, een resultatenrekening en een verslag inzake beheer en financiële toestand indien de vereniging de vorm aanneemt van een vzw; jaarlijks indienen van een financieel verslag indien de vereniging de vorm aanneemt van een feitelijke vereniging.
§4. De verantwoording moet worden voorgelegd bij het indienen van de nieuwe aanvraag zoals bepaald in artikel 16 § 2 en ten laatste op 31 augustus van het jaar volgend op het jaar waarvoor de toelage werd toegekend.
§5. Indien de voorgelegde verantwoording niet afdoende is, wordt het bedrag dat niet afdoende verantwoord is teruggevorderd of afgehouden van de toegekende toelage van het lopende jaar.
§6. De griffie stelt jaarlijks een verslag op in verband met de aanwending van de middelen toegekend aan de fracties.
ARTIKEL 18
De provincieraad richt raadscommissies op die de voorstellen aan de raad onderzoeken en advies uitbrengen over aangelegenheden die tot hun specifieke bevoegdheden behoren, tenzij een bespreking in de commissie door de raad niet noodzakelijk geacht wordt.
De raadscommissies formuleren ook voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht.
De raad kan in zijn schoot nog andere commissies oprichten belast met bijzondere bevoegdheden, bepaalt het aantal leden ervan en duidt ze aan.
ARTIKEL 19
Er wordt in de schoot van de provincieraad een centrale commissie opgericht bestaande uit de leden van het bureau en twee gedeputeerden, afgevaardigd door de deputatie. De centrale commissie staat in voor de algemene organisatie van de werkzaamheden en het opstellen van de vergaderschema’s voor de raad en zijn commissies. De voorzitter van de raad is ook voorzitter van de centrale commissie.
ARTIKEL 20
De verenigde commissie bestaat uit alle leden van de provincieraad. Zij heeft tot doel de raadsleden informatie en toelichting te verstrekken rond actuele thema’s of over de stand van zaken van belangrijke beleidsdossiers.
Zij wordt bijeengeroepen op initiatief van de voorzitter van de provincieraad of door de voorzitter op verzoek van de deputatie
ARTIKEL 21
Er worden 4 vaste raadscommissies opgericht. Elke raadscommissie telt 6 stemgerechtigde leden. De leden zijn allen lid van de provincieraad, maar geen lid van de deputatie.
De provincieraad duidt voor elke raadscommissie een voorzitter en een ondervoorzitter aan. De 4 voorzitters worden verkozen op voordracht van de 4 grootste fracties van de raad in volgorde van hun grootte. Zijn ze even groot dan heeft de fractie met de meeste stemmen bij de laatste provincieraadsverkiezingen de eerste keuze. Hetzelfde gebeurt voor de 4 ondervoorzitters. Bij verhindering van zowel de voorzitter als de ondervoorzitter wordt de commissie voorgezeten door het raadslid met de meeste dienstanciënniteit.
Indien een lid niet kan aanwezig zijn, kan dit lid zich laten vervangen door een lid van dezelfde fractie. Aan de voorzitter van de raadscommissie wordt kennis gegeven van deze vervanging door het raadslid dat zich laat vervangen of door de voorzitter of de secretaris van de fractie van het te vervangen raadslid.
De vervanger heeft steeds recht op een presentievergoeding.
De deputatie duidt voor elke raadscommissie een personeelslid aan, dat als secretaris belast is met de samenvatting van de besprekingen.
ARTIKEL 22
Na elke volledige vernieuwing van de provincieraad en na de samenstelling van het bureau en de verkiezing van de deputatie, legt de voorzitter van de raad een voorstel aan de raad voor inzake de samenstelling van de vaste raadscommissies en de materies waarvoor ze bevoegd zijn. Hiertoe overhandigen de fractievoorzitters aan de voorzitter van de raad de akte van voordracht van de commissieleden, aangeduid door hun fractie.
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie.
Het aantal mandaten in elke raadscommissie wordt bepaald volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging, stelsel D’Hondt.
Als een fractie ingevolge de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging niet vertegenwoordigd is in een raadscommissie, kan die fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in die commissie zetelt. Dergelijk lid heeft eveneens recht op presentiegeld met een maximum van 1 vergoeding voor de vaste raadscommissies ter voorbereiding van een zitting van de provincieraad.
ARTIKEL 23
De voorzitter van de commissie roept de raadsleden via e-mail samen tot de vergadering, minstens vijf kalenderdagen op voorhand. De voorzitter van de commissie nodigt tevens de bevoegde gedeputeerden uit. De voorzitter van de commissie bepaalt, in samenspraak met de bevoegd gedeputeerde en de secretaris van de commissie, de locatie van de vergadering en de wijze waarop de leden samenkomen (digitaal, hybride, fysiek).
De agenda van een raadscommissie bevat steeds minimaal de agendapunten die opgenomen zijn op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de provincieraad en die tot de bevoegdheid van de betrokken commissie behoren.
Op verzoek van een derde van de effectieve leden is de voorzitter van de commissie gehouden deze op de aangeduide dag en het aangeduide uur met de voorgestelde agenda bijeen te roepen.
De raadscommissies kunnen vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Wanneer de raad een voorstel van een raadslid naar een commissie verzendt waarvan dit raadslid geen deel uitmaakt, nodigt de voorzitter van deze commissie het bedoelde raadslid uit op de vergadering tijdens dewelke het voorstel op de agenda staat.
Twee of meer commissies kunnen, met het akkoord van hun respectieve voorzitters, samen vergaderen.
ARTIKEL 24
§1. De leden van de commissie tekenen de aanwezigheidslijst. Deze geldt als titel voor de uitbetaling van het presentiegeld en de reiskosten.
In het geval van digitale aanwezigheid, stelt de voorzitter van de commissie de aanwezigheidslijst vast.
De plaatsvervangende leden hebben stemrecht en recht op vergoedingen wanneer het effectieve lid waarvoor zij als plaatsvervanger optreden, afwezig is.
§2. Commissieleden die wegens onvoorziene omstandigheden (bv. files) pas na afloop van de vergadering de vergaderlocatie bereiken, kunnen aanspraak maken op een reisvergoeding voor zover het lid de dag zelf van de vergadering of uiterlijk de dag nadien, de oorzaak van de laattijdigheid meldt aan de secretaris van de raadscommissie.
Andere raadsleden mogen, zonder stemrecht en zonder vergoedingen, de vergaderingen van de commissies bijwonen. Zij hebben het recht om het woord te nemen.
Stemmingen binnen een commissie zijn slechts indicatief.
ARTIKEL 25
Elke commissie kan op verzoek van de voorzitter of op verzoek van haar leden deskundigen en belanghebbenden uitnodigen op de vergaderingen.
ARTIKEL 26
De raad kan bij elke bestaande commissie één of meer subcommissies of werkgroepen oprichten waarvan hij opdracht, samenstelling en werkwijze bepaalt.
De raad kan, op voorstel van het bureau en na verslag van de deputatie, beslissen dat voor de raadsleden die van een dergelijke subcommissie deel uitmaken, de getekende aanwezigheidslijst geldt als titel voor de uitbetaling van de vergoedingen voorzien in artikel 76 en 77 van dit reglement.
ARTIKEL 27
§1. Iedereen heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de provincieraad in te dienen.
Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de provincieraad behoort, zijn onontvankelijk.
§2. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het vast bureau. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Het vast bureau adviseert de provincieraad, die binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift een gemotiveerd antwoord verstrekt aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
ARTIKEL 28
De vergaderingen van de commissies zijn in beginsel openbaar.
Besloten zijn:
- de vergaderingen waarin punten besproken worden, die de persoonlijke levenssfeer raken;
- de vergadering waarin punten besproken worden die op de provincieraad in besloten zitting besproken worden;
- de vergaderingen van de centrale commissie.
ARTIKEL 29
§1.De provincieraad vergadert telkens als de aangelegenheden die onder zijn bevoegdheid vallen het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
De raad vergadert in principe niet op zaterdag, zon- en feestdagen en in de maanden juli en augustus.
De raad wordt door zijn voorzitter bijeengeroepen.
§2. De voorzitter is verplicht de provincieraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de leden of van de deputatie.
De voorzitter is ook verplicht de provincieraad bijeen te roepen op verzoek van een vijfde van de leden als zes weken na de datum van de vorige provincieraad nog geen bijeenroeping heeft plaatsgevonden. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
In de gevallen van verplichte bijeenroeping, roept de voorzitter de provincieraad bijeen op de aangewezen dag en het aangewezen uur met de voorgestelde agenda. Daarvoor bezorgen de provincieraadsleden en de deputatie voor elk punt op die agenda hun voorstel van beslissing met toelichting aan de provinciegriffier, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de provincieraad.
ARTIKEL 30
§1. Behalve in spoedeisende gevallen wordt de oproeping ten minste acht kalenderdagen vóór de dag van de vergadering via e-mail aan het raadslid bezorgd. De oproeping bevat de agenda. De toelichtingsnota’s en de voorstellen van beslissing, net als alle relevante bijlagen zijn vanaf dat moment raadpleegbaar op een digitaal platform toegankelijk voor de provincieraadsleden. Deze voorstellen kunnen uitgaan van de deputatie of van één of meerdere raadsleden.
De termijn vermeld in het eerste lid wordt teruggebracht tot twee kalenderdagen voor de toepassing van artikel 26 van het provinciedecreet.
In spoedeisende gevallen kan de termijn vermeld in het eerste lid ingekort worden zonder evenwel korter te mogen zijn dan twee kalenderdagen.
§2. De samenstelling van de agenda verloopt telkens op een eenvormige manier in de volgorde van de rubrieken zoals hierna vermeld:
Openbare vergadering:
1. Actualiteitsdebat (in voorkomend geval) en mondelinge vragen
2. Voorstellen (gegroepeerd per bevoegde raadscommissie)
3. Moties
4. Interpellaties
Besloten vergadering
De voorzitter kan de volgorde wijzigen indien bepaalde actualiteiten dit vereisen.
De voorzitter bepaalt de volgorde van de punten in elke rubriek.
De niet behandelde agendapunten worden bij voorrang in elke rubriek behandeld tijdens de eerstvolgende vergadering.
ARTIKEL 31
Voor elk agendapunt van de provincieraad worden alle stukken die erop betrekking hebben, ter beschikking gesteld aan de leden van de provincieraad. Dat gebeurt vanaf het verzenden van de agenda op een digitaal platform toegankelijk voor de provincieraadsleden.
De griffier of de aangewezen personeelsleden verstrekken aan de raadsleden die erom verzoeken uitleg over de in het dossier voorkomende stukken. Vragen naar een waardeoordeel of intenties worden niet beantwoord.
ARTIKEL 32
Plaats, dag, tijdstip en agenda van de vergadering van de provincieraad worden ter kennis gebracht van het publiek via publicatie op de provinciale website (www.provincieantwerpen.be), uiterlijk acht kalenderdagen voor de vergadering van de provincieraad.
ARTIKEL 33
§ 1. Als de situatie dit vereist vindt de provincieraadszitting plaats op digitale of hybride wijze. De voorzitter neemt hiertoe de beslissing.
De provincieraadszitting kan op digitale of hybride wijze doorgaan in geval van:
§ 2. De digitale of hybride vergadering voldoet aan de democratische principes uit de toepasselijke regelgeving. Het openbare gedeelte van de provincieraad is rechtstreeks en integraal via livestream te volgen.
De provincie stelt een link ter beschikking via dewelke het publiek het openbare gedeelte van de vergadering tijdens de zitting zelf kan volgen.
In geval van hybride vergadering heeft het publiek de keuze om fysiek dan wel digitaal de vergadering van de provincieraad te volgen.
§ 3. In geval van hybride vergadering kiezen de raadsleden of zij fysiek aanwezig zijn dan wel digitaal aan de raad zullen deelnemen. De raadsleden die digitaal deelnemen zijn zichtbaar en hoorbaar voor de andere raadsleden en voor het publiek. De raadsleden die digitaal deelnemen kunnen mee debatteren, beraadslagen en stemmen.
De stemming gebeurt tijdens een digitale of hybride vergadering van de provincieraad via een digitaal stemsysteem toegankelijk voor alle raadsleden.
ARTIKEL 34
§1. De voorzitter opent en sluit de vergadering.
De voorzitter waakt over de toepassing van het reglement, verleent het woord, stelt de vragen en deelt de uitslag van de stemmingen en de beslissingen van de raad mee.
De voorzitter komt in de debatten enkel tussen om de stand van zaken uiteen te zetten of om de spreker tot het behandelde onderwerp terug te roepen. Indien de voorzitter zelf actief aan het debat deelneemt, verlaat de voorzitter de voorzitterszetel en keert slechts terug nadat de bespreking over de zaak volledig beëindigd is.
§2. De voorzitter vertegenwoordigt de raad.
Bij verhindering van de voorzitter, of wanneer de voorzitter actief aan het debat deelneemt, neemt de ondervoorzitter van het bureau het voorzitterschap waar. Is de ondervoorzitter eveneens verhinderd, neemt het raadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap waar.
ARTIKEL 35
§1. De raadsleden tekenen een aanwezigheidslijst, die geldt als titel voor de uitkering van het presentiegeld en de reisvergoeding.
In geval van digitale aanwezigheid, in een digitale of hybride zitting, stelt de voorzitter de aanwezigheid vast.
De voorzitter heeft het recht over te gaan tot de naamafroeping.
§2. Het raadslid stelt de voorzitter vooraf in kennis van een voorgenomen afwezigheid.
De voorzitter deelt aan de raad de namen mee van de verontschuldigde raadsleden.
ARTIKEL 36
Indien bij de aanvang of tijdens de vergadering blijkt dat een onvoldoende aantal raadsleden aanwezig is om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen, kan de voorzitter de vergadering schorsen voor ten hoogste één uur. Indien na het verstrijken van deze schorsing de raad nog niet in aantal is, verklaart de voorzitter de vergadering voor gesloten. De voorzitter stelt dan vooraf dag en uur van de volgende vergadering vast met inachtname van artikel 26 van het provinciedecreet.
ARTIKEL 37
Indien de raad, nadat hij een tweede maal bijeengeroepen is met dezelfde agenda, nog niet het vereiste aantal leden telt om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen, kan de raad, overeenkomstig artikel 26 van het provinciedecreet ongeacht het aantal aanwezige leden, een beslissing nemen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda komen.
ARTIKEL 38
§1. De voorzitter verleent het woord aan de raadsleden in volgorde van wie het eerst het woord vraagt.
Van deze volgorde kan de voorzitter afwijken voor:
§2. De ordemotie kan betrekking hebben op:
a) een voorstel tot aanvulling van de agenda of verdaging van een agendapunt;
b) een voorafgaande vraag over de toepassing van de procedure;
c) een voorafgaande vraag tot afwijzing van de behandeling;
d) een voorstel tot sluiting van de beraadslaging;
e) een voorstel tot spoedbehandeling in plenaire vergadering;
f) een voorafgaande vraag over de coördinatie van de werkzaamheden van de provincieraad met die van andere overheden.
Bovendien kan de voorzitter hiervan afwijken en beurtelings het woord verlenen voor of tegen het behandelde onderwerp.
§3. De maximum spreektijd is, behoudens bij de algemene bespreking van het budget, themaraden en voor bijzondere aangelegenheden;
a. in een algemene bespreking: 10 minuten per spreker;
b. in een bespreking van artikelen en amendementen: 5 minuten per spreker;
- voor bijzondere aangelegenheden kan het vast bureau de duur van een beraadslaging en het aantal sprekers bepalen.
- wanneer de voorzitter oordeelt dat de werkzaamheden van de raad worden belemmerd, kan de voorzitter de spreektijd van alle sprekers beperken.
Geen spreker mag in de rede worden gevallen, tenzij door de voorzitter en in de in volgend artikel vermelde gevallen en tenzij een lid beroep doet op toepassing van het reglement.
ARTIKEL 39
De voorzitter legt voorafgaandelijk ter stemming: de klachten over de agenda, het al dan niet ontvankelijk verklaren voor bespreking van een onderwerp, het voorstel tot verdagen, de vraag tot het geven van voorrang aan een ander voorstel, het beroep op het reglement en de ordemotie. Deze stemming schorst de bespreking van de hoofdvraag.
ARTIKEL 40
§1. De voorzitter oefent toezicht uit op de orde in de vergaderzaal.
Raadsleden die de orde verstoren, worden door de voorzitter tot de orde geroepen. Elke belediging of aantijging met kwade bedoeling wordt geacht een schending van de orde te zijn.
In geval van herhaling worden zij door de voorzitter andermaal tot de orde geroepen. Bovendien ontneemt de voorzitter hun het woord en mogen zij voor de verdere duur van de vergadering niet meer het woord voeren.
Raadsleden aan wie het woord om deze reden is ontnomen, kunnen deze maatregel ongedaan maken door te verklaren dat het hen spijt de orde te hebben verstoord.
§2. Alle geluidsproducerende persoonlijke toestellen dienen gedempt of uitgeschakeld worden in de raadszaal en telefoneren dient buiten de raadszaal te gebeuren.
Het is verboden om de zitplaats te verlaten om te filmen of foto’s te nemen in de provincieraadszaal.
ARTIKEL 41
Wanneer een onderwerp voldoende is toegelicht, kan de voorzitter voorstellen de bespreking ervan te sluiten.
ARTIKEL 42
Het verslag, de stenografische notulen en het audiovisueel verslag van de vergadering van de provincieraad worden onder de verantwoordelijkheid van de provinciegriffier opgemaakt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 176 en 177 van het provinciedecreet.
Als er tijdens de vergadering van de provincieraad geen opmerkingen gemaakt worden over het verslag van de vorige vergadering van de provincieraad, wordt dit als goedgekeurd beschouwd. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de provincieraad en de provinciegriffier.
ARTIKEL 43
Het verslag van de vergaderingen van de provincieraad vermeldt, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen en het gevolg dat werd gegeven aan de punten waarover de provincieraad geen beslissing heeft genomen. Het verslag maakt melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermeldt het verslag hoe elk lid gestemd heeft.?
De stenografische notulen bevatten een woordelijke weergave van de debatten van de provincieraad. Er worden geen stenografische notulen opgemaakt van de besloten vergadering.
Het audiovisueel verslag bevat een opname van de provincieraad.
ARTIKEL 44
§1. De vergaderingen van de provincieraad zijn openbaar.
Behalve wat betreft de vergaderingen met betrekking tot de begroting, kan de provincieraad, in het belang van de openbare orde en op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid, met een tweederde meerderheid van de aanwezige leden, beslissen dat de vergadering niet openbaar is.
§2. De vergadering is niet openbaar wanneer het om personen gaat. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter terstond de behandeling in besloten vergadering.
Uitgezonderd in tuchtzaken kan de besloten vergadering eerst plaatsvinden na de openbare vergadering.
Wanneer tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt moet worden voortgezet in besloten vergadering, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken.
§3. Van de besloten vergadering worden geen notulen opgesteld, tenzij de raad anders beslist.
De stemming over de grond van de zaak heeft plaats in openbare vergadering.
ARTIKEL 45
§1. De raad stemt elektronisch, tenzij dit systeem niet ter beschikking is dan stemt de raad mondeling bij naamafroeping of bij zitten en opstaan.
Een mondelinge stemming bij naamafroeping kan gevraagd worden door één derde van de aanwezige leden.
§2. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
- de vervallenverklaring van het mandaat van provincieraadslid en gedeputeerde;
- de aanwijzing van de leden van de provinciale bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de provincie in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
- individuele personeelszaken.
De ondervoorzitter noteert de uitslag van de stemmingen als er niet elektronisch wordt gestemd.
ARTIKEL 46
Na bespreking van elk ontwerp van besluit verzoekt de voorzitter de raadsleden hun stem uit te brengen en kondigt de voorzitter de aanvang van de stemming aan.
Eens de stemming begonnen, kan de voorzitter aan niemand nog het woord verlenen.
Vooraleer de stemming af te sluiten, vraagt de voorzitter of iedereen gestemd heeft en sluit daarna de stemverrichtingen af.
De in de raadszaal aanwezige leden moeten aan de stemming deelnemen.
Alle beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen; bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
De voorzitter stemt het laatst en kondigt nadien de uitslag van de stemming af.
ARTIKEL 47
Elk raadslid kan, indien gewenst, de reden van een stemhouding bij een agendapunt meedelen.
Een stemhouding meedelen is niet mogelijk bij een geheime stemming.
Raadsleden die op het ogenblik van de stemming zich hebben aangemeld en niet stemmen, worden geacht zich te hebben onthouden.
ARTIKEL 48
Mits instemming van alle aanwezige leden kan de raad de besluiten met gelijkaardige inhoud bij één enkele stemming behandelen. De uitslag van de gezamenlijke stemming geldt dan als stemming voor elk afzonderlijk ontwerp.
ARTIKEL 49
Provincieraadsleden en de deputatie kunnen punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun voorstel van agendapunt, vergezeld van een toelichtende nota, aan de voorzitter van de provincieraad en aan de provinciegriffier.
De provinciegriffier deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de provincieraad mee aan de provincieraadsleden.
Van de mogelijkheid vermeld in dit hoofdstuk kan geen gebruik worden gemaakt door een lid van de deputatie. De deputatie als college beschikt wel over deze mogelijkheid.
Een punt dat niet op de agenda voorkomt kan ter zitting niet besproken worden.
ARTIKEL 50
Aanvullende agendapunten, behalve amendementen, moeten ten minste vijf kalenderdagen voor de vergadering per e-mail bezorgd worden aan de voorzitter van de provincieraad en aan de provinciegriffier.
ARTIKEL 51
De indiener van een aanvullend agendapunt mag gedurende maximum 5 minuten toelichting geven bij het agendapunt. Daarna volgt een antwoord van de deputatie van maximum 5 minuten.
De andere politieke fracties kunnen aansluiten op het aanvullend agendapunt, mits een spreektijd van maximum 3 minuten per politieke fractie.
Daarna beschikken de deputatie en de indiener, in deze volgorde, over een wederwoord van telkens maximum 3 minuten.
ARTIKEL 52
Elk raadslid heeft het recht om voorstellen aan de raad in te dienen. Een voorstel is juridisch bindend en leidt tot een formele beslissing of beleidswijziging.
ARTIKEL 53
Een voorstel bevat een algemene bespreking, te weten het geheel van het voorstel en de grondbeginselen waarop het steunt, en een bespreking van de artikelen. Een voorstel leidt tot een formele beslissing of beleidswijziging. Wanneer een voorstel wordt aangenomen, is dit juridisch bindend.
ARTIKEL 54
Wanneer de raad een voorstel naar de deputatie doorverwijst, dient de voorzitter het binnen drie maanden op de agenda te plaatsen opdat de deputatie de besluiten van haar onderzoek zou kunnen voorleggen. Behalve bij hoogdringendheid, wordt deze termijn opgeschort tijdens de maanden juli en augustus.
ARTIKEL 55
Elk lid heeft het recht om de aan de raad gedane voorstellen te amenderen.
Amendementen en subamendementen worden schriftelijk en door minimaal één raadslid ondertekend of per e-mail aan de voorzitter bezorgd.
De amendementen worden besproken bij het artikel waarop ze betrekking hebben.
Subamendementen worden vóór amendementen en amendementen worden voor de hoofdvraag ter stemming gelegd.
ARTIKEL 56
Elk raadslid heeft het recht om moties aan de raad in te dienen. Een motie bevat een politiek signaal. De motie is bedoeld om een standpunt te uiten of druk uit te oefenen.
ARTIKEL 57
Wanneer in het bureau geen overeenstemming is over de ontvankelijkheid van een motie, kan de indiener in een toelichting van maximum 5 minuten de ontvankelijkheid ervan bepleiten.
ARTIKEL 58
Een raadslid kan de deputatie interpelleren over een aangelegenheid van provinciaal belang.
Het verzoek tot interpellatie bevat een nota die nauwkeurig het onderwerp of de feiten opgeeft waarover opheldering wordt gevraagd, en de voornaamste beschouwingen die de interpellant daaraan wenst vast te knopen.
Een interpellatie houdt een controle in van de beleidsdaden van de deputatie. Met een beleidsdaad wordt bedoeld:
ARTIKEL 59
Interpellaties worden behandeld in chronologische volgorde van indiening.
ARTIKEL 60
Interpellaties die betrekking hebben op een punt dat geagendeerd is, worden behandeld samen met het desbetreffende punt van de agenda.
ARTIKEL 61
Interpellaties kunnen wel aanleiding geven tot een debat maar niet tot het nemen van enig besluit.
ARTIKEL 62
De leden van het vast bureau oordelen over de ontvankelijkheid van een ingediende interpellatie.
ARTIKEL 63
De provincieraadsleden hebben het recht aan de deputatie mondelinge en schriftelijke vragen te stellen over het bestuur van de provincie en over zaken die betrekking hebben op de aan de deputatie toegewezen taken. Het vraagrecht kan niet uitgeoefend worden als de deputatie optreedt als rechtscollege.
De gouverneur kan bevraagd worden in het kader van de taken die de gouverneur behartigt voor de provincie.
Het vraagrecht kan geen aanleiding geven tot een debat of het nemen van enig besluit. In geval van een actualiteitsdebat is er wel debat mogelijk.
ARTIKEL 64
De vragen moeten beperkt blijven tot wat strikt nodig is opdat het onderwerp beknopt en zonder nadere toelichting kan worden uiteengezet.
De voorzitter van de provincieraad oordeelt over de ontvankelijkheid van de vragen.
Onontvankelijk zijn onder meer:
a) vragen met betrekking tot particuliere aangelegenheden of persoonlijke gevallen;
b) vragen die uitsluitend strekken tot het verkrijgen van statistische gegevens, documentatie ofwel juridische of administratieve adviezen of inlichtingen;
c) vragen die betrekking hebben op beslissingen die door de deputatie nog genomen moeten worden zijn niet ontvankelijk.
De vragen mogen geen aanleiding geven tot het doorvoeren van omvangrijke studies of opzoekingen of tot het houden van enquêtes dan op bevel van de provincieraad.
ARTIKEL 65
Ieder raadslid kan aan de deputatie en aan de gouverneur, via de voorzitter van de provincieraad, schriftelijk vragen stellen over aangelegenheden, zoals bepaald in artikel 63.
ARTIKEL 66
Het lid dat een schriftelijke vraag tot de deputatie of de gouverneur wenst te richten, bezorgt de vraag via e-mail aan de provinciegriffier of overhandigt ze op het provinciebestuur aan de griffier of het daartoe aangeduide personeelslid.
Bij ontvankelijkheid bezorgt de voorzitter de vraag aan de deputatie of de gouverneur.
Het antwoord moet binnen twintig werkdagen aan het raadslid worden bezorgd.
Bedoelde antwoordtermijn gaat in de eerste werkdag na de ontvangst van de schriftelijke vraag door de deputatie of de gouverneur.
Vraag en antwoord worden opgenomen in het Bulletin van vragen en antwoorden, dat periodiek op de provinciale website verschijnt.
Indien het antwoord niet is ingekomen binnen de gestelde termijn, wordt alleen de vraag in het Bulletin opgenomen, met dien verstande dat zij bij de publicatie van het antwoord in het Bulletin opnieuw wordt opgenomen.
ARTIKEL 67
§1 Bij het begin van iedere vergadering van de raad is het mogelijk om mondelinge vragen te stellen.
De raadsleden die de deputatie of de gouverneur een mondelinge vraag over actuele onderwerpen willen stellen, geven de voorzitter van de raad schriftelijk of via e mail kennis van het onderwerp van hun vraag ten minste drie kalenderdagen vóór de dag van de vergadering. Gelijktijdig wordt een kopie van de vraag aan de provinciegriffier bezorgd.
Bij ontvankelijkheid geeft de voorzitter de deputatie of de gouverneur onverwijld kennis van de vraag.
§2. De vragen worden in chronologische volgorde van indiening vooraan geplaatst op de agenda van de vergadering. Vragen over hetzelfde onderwerp worden samengevoegd.
Mondelinge vragen die betrekking hebben op een punt dat geagendeerd is (bv. Een voorstel of een interpellatie), worden behandeld samen met het desbetreffende punt van de agenda.
Interpellaties hebben voorrang op mondelinge vragen wanneer het over eenzelfde onderwerp gaat.
§3. Het stellen van de vraag mag niet langer duren dan vijf minuten. Er kunnen geen aanvullende vragen worden gesteld.
Elke vraag wordt afgehandeld tijdens de vergadering waarin zij wordt uiteengezet.
§4. Het recht om als vraagsteller het woord te voeren, is persoonlijk.
Indien de vraagsteller afwezig is, wordt de vraag als ingetrokken beschouwd.
In geen geval mag een vraag in onveranderde omstandigheden opnieuw worden
gesteld in de loop van dezelfde zitting.
ARTIKEL 68
§1. Een fractie kan ten minste drie kalenderdagen vóór de dag van de vergadering een voorstel indienen tot het voeren van een actualiteitsdebat. Dit voorstel moet gesteund zijn door 2 andere fracties en wordt besproken in het vast bureau.
De provincieraad vangt aan met dit actualiteitsdebat, voor de behandeling van de overige mondelinge vragen.
§2. Per provincieraad kan er maximum één actualiteitsdebat georganiseerd worden.
Per jaar kunnen er maximum 2 actualiteitsdebatten gevoerd worden die voorgesteld zijn door dezelfde fractie.
§3. Indien een actualiteitsdebat georganiseerd wordt, kunnen gedurende maximum 1 uur alle fracties in debat aan bod komen over het afgesproken onderwerp.
Indien er een actualiteitsdebat georganiseerd wordt, kan elke fractie maximum één mondelinge vraag indienen over een ander onderwerp.
ARTIKEL 69
Het inzagerecht van de raadsleden wordt geregeld in artikel 30 van het provinciedecreet.
ARTIKEL 70
Met uitzondering van de stukken bedoeld in artikel 31, richten de raadsleden hun aanvraag tot inzage per e-mail aan de provinciegriffier. De griffie noteert elke aanvraag in een register dat “Inzageregister voor de provincieraadsleden” heet. Inzage wordt verleend binnen een termijn van 10 kalenderdagen na ontvangst van de vraag. In bijzondere gevallen en mits akkoord van het aanvragende provincieraadslid kan hiervan worden afgeweken.
Afschriften worden kosteloos verleend.
ARTIKEL 71
De met toepassing van dit reglement verkregen documenten mogen niet verspreid worden noch gebruikt worden voor commerciële doeleinden.
ARTIKEL 72
De bepalingen van dit reglement zijn ook van toepassing op de documenten in het provinciaal archief.
ARTIKEL 73
De provinciegriffier ziet toe op het bijhouden van een register van inkomende en uitgaande stukken in de diensten en instellingen van de provincie. Deze registers kunnen door de raadsleden ingezien worden.
ARTIKEL 74
De provincieraadsleden hebben inzage, via het provinciaal intranet in de notulen van de vergaderingen van de deputatie nadat zij op de eerstvolgende vergadering van de deputatie zijn goedgekeurd.
De agenda van de vergaderingen van de deputatie is ter inzage op de provinciale website vanaf het ogenblik dat de vergadering van de deputatie aanvangt.
ARTIKEL 75
De provincieraadsleden mogen alle inrichtingen en diensten bezoeken die de provincie opricht en beheert.
Zij richten daartoe een verzoek aan de provinciegriffier, die binnen de 7 werkdagen antwoordt op welk tijdstip en onder welke modaliteiten dat bezoekrecht kan worden uitgeoefend.
ARTIKEL 76
Alvorens aan de vergaderingen van de provincieraad, het vast bureau en de commissies waarvan sprake in dit reglement deel te nemen, tekenen de raadsleden een aanwezigheidslijst. Deze geldt als titel voor de uitbetaling van het presentiegeld en de reisvergoeding. Het bedrag van het presentiegeld voor deze vergaderingen wordt vastgesteld op 124,98 EUR, gekoppeld aan de spilindex 138,01.
De raadsleden die hun woonplaats hebben op ten minste vijf kilometer van de plaats van de vergadering, ontvangen een reisvergoeding gelijk aan de kostprijs van de verplaatsing van hun woonplaats naar de zetel van de provincieraad met het openbaar vervoer. Als zij van hun eigen voertuig gebruikmaken, wordt de vergoeding berekend volgens het tarief, vastgesteld op het stuk van de reiskosten toegekend aan het personeel van de provincie.
De provincie vermindert de presentiegelden van het provincieraadslid dat andere wettelijke of reglementaire bezoldigingen, pensioenen, vergoedingen of toelagen ontvangt, op voorwaarde dat de mandataris daar zelf om verzoekt.
ARTIKEL 77
Daarnaast worden nog de volgende specifieke aan de index gekoppelde vergoedingen toegekend:
- de provincieraadsvoorzitter die de raad zowel intern als extern vertegenwoordigt, ontvangt een extra vergoeding van 10.712,76 EUR per jaar; voor het voorzitten van de raad ontvangt de voorzitter per zitting een dubbel presentiegeld. Wanneer de voorzitter de vergadering niet kan voorzitten, ontvangt de plaatsvervanger een dubbel presentiegeld.
- de fractievoorzitters ontvangen een extra vergoeding van 1.785,46 EUR per jaar.
- de voorzitter van een commissie ontvangt een extra vergoeding van 1.071,28 EUR per jaar. Wanneer de commissievoorzitter de vergadering niet kan voorzitten, ontvangt de plaatsvervanger een dubbel presentiegeld.
De jaarbedragen, bedoeld in dit artikel, worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.
ARTIKEL 78
De provinciegriffier woont de zittingen van de provincieraad bij. De griffier neemt plaats bij het bureau.
Het is de griffier toegelaten de vergaderingen van de commissies bij te wonen. De provinciegriffier kan ook de vergaderingen van het bureau bijwonen.
Wanneer de raad in geheime zitting vergadert, woont de provinciegriffier de zitting bij, tenzij de raad er anders over beslist.
Bij verhindering wordt de provinciegriffier vervangen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 78 van het provinciedecreet.
ARTIKEL 79
De provinciegriffier is belast met het opstellen van de notulen van de vergaderingen van de raad, met hun bewaring, met de ondertekening, samen met de voorzitter, van de notulen en van alle stukken die van de raad uitgaan, met het verzenden van de voor de raad bestemde stukken, de bewaring van het archief en de aflevering van voor eensluidend verklaarde uitgiften.
ARTIKEL 80
De provinciegriffier treft de nodige schikkingen voor de redactie van de notulen die uiterlijk acht kalenderdagen voor de volgende vergadering van de raad, aan de leden worden bezorgd.
De provinciegriffier treft tevens de nodige schikkingen om de opgenomen livestreamvergaderingen die als zittingsverslag worden beschouwd, uiterlijk acht kalenderdagen voor de volgende vergadering van de raad via de provinciale website ter beschikking te stellen.
ARTIKEL 81
Het verslag van de vergaderingen wordt door de voorzitter en de provinciegriffier (digitaal) ondertekend. Het wordt op papier of digitaal gearchiveerd.
De stenografische notulen worden op papier of digitaal gearchiveerd.
De opgenomen livestreamvergaderingen van de provincieraad worden digitaal gearchiveerd.
ARTIKEL 82
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de vergadering; de voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, terstond ieder persoon uit de zaal doen verwijderen die openlijk tekens van goedkeuring of afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het Openbaar Ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
ARTIKEL 83
Gedurende de zitting, zal het publiek het stilzwijgen bewaren.
ARTIKEL 84
De raad stelt een deontologische code op inzake de dienstverlening door de raadsleden aan de bevolking.
ARTKEL 85
De provincie dient te kunnen beschikken over een aantal persoonsgegevens van de provincieraadsleden teneinde volledig uitvoering te kunnen geven aan het mandaat van ieder raadslid, in het bijzonder om een kwalitatieve organisatie en werking van de provincieraad te kunnen garanderen én te kunnen voldoen aan de (sociale en fiscale) wetgeving, waarbij moet begrepen worden onder:
- Persoonsgegevens: gegevens die gebruikt kunnen worden om u te identificeren, rechtstreeks of onrechtstreeks, bijvoorbeeld: naam, contactgegevens, bankrekeningnummer, audio- en beeldmateriaal, … betreffen persoonsgegevens op basis waarvan u rechtstreeks resp. onrechtstreeks geïdentificeerd kan worden;
- Verwerken: het geheel van bewerkingen van persoonsgegevens. Dit is een zeer ruim begrip en houdt het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, … van persoonsgegevens in.
Elk provincieraadslid wordt verzocht alle persoonsgegevens (en wijzigingen hierin) noodzakelijk voor de uitvoering van zijn/haar mandaat aan de provincie mede te delen.
Deze persoonsgegevens zullen worden verwerkt en opgeslagen zolang dat nodig is voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, weliswaar met inachtneming van hetgeen is bepaald in Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 met betrekking tot de minimale duurtijd van de rechtens vereiste bekendmakingen van de provincie.
ARTIKEL 86
De provincie zal de persoonsgegevens verwerken op een rechtmatige, behoorlijke en transparante wijze en enkel voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en dit steeds conform de geldende reglementering inzake privacy en gegevensbescherming en steeds op basis van (minstens) één van de rechtsmatige grondslagen, zoals voorzien door artikel 6 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De voornaamste grondslagen van de provincie voor een verwerking van de persoonsgegevens van provincieraadsleden zijn:
- wettelijke verplichting: de verwerking van de persoonsgegevens is voorgeschreven door, respectievelijk noodzakelijk voor een wettelijke verplichting/opdracht;
- gerechtvaardigde belang: de verwerking van de persoonsgegevens kadert binnen, respectievelijk is noodzakelijk voor een gerechtvaardigd belang van de provincie;
- toestemming: de verwerking van de persoonsgegevens steunt op een actieve, specifieke, ondubbelzinnige en geïnformeerde toestemming van het provincieraadslid resp. de provincieraadsleden.
In de mate dat er door de provincie ook bijzondere categorieën van persoonsgegevens zouden verwerkt worden (bv. persoonsgegevens waaruit een politieke opvatting blijkt), dan zal deze verwerking steeds beperkt blijven tot die kennelijk door de provincieraadsleden zelf openbaar zijn gemaakt, of minstens berusten op een uitdrukkelijke toestemming van het provincieraadslid resp. de provincieraadsleden.
ARTIKEL 87
De provincie zal tevens genoodzaakt zijn een aantal persoonsgegevens te delen met derden. Daarbij verbindt de provincie zich ertoe enkel de noodzakelijke gegevens te bezorgen aan de derden waarmee zij de persoonsgegevens dient te delen teneinde te voldoen aan zijn wettelijke en werkgeversverplichtingen, dan wel gegevens te delen waarvoor de toestemming van de provincieraadsleden werd bekomen.
Bepaalde persoonsgegevens van provincieraadsleden zullen eveneens doorgegeven en/of gedeeld worden met de verschillende instanties die noodzakelijk zijn in het kader van het mandaat. Meer bepaald gaat het over de volgende instanties:
UBO-register (indien van toepassing);
Pinakes (overheidsdatabank van de VVSG en Politeia);
Gemeentelijk Zakboekje Databank (Wolters Kluwer).
De provincie verbindt er zich toe de persoonsgegevens niet buiten de Europese Economische Ruimte te verwerken.
ARTIKEL 88
In overeenstemming met de toepasselijke regelgeving kan ieder provincieraadslid, behoudens wanneer één van de wettelijk voorziene uitzonderingen van toepassing is, met betrekking tot de zich betreffende persoonsgegevens die door de provincie worden verwerkt, een recht laten gelden op:
- Inzage: ieder provincieraadslid heeft het recht om van de provincie uitsluitsel te verkrijgen over het al dan niet verwerken van de eigen persoonsgegevens en in casu inzage en/of kopie te verkrijgen van (o.m.) deze persoonsgegevens;
- Rectificatie: ingeval een provincieraadslid meent dat de persoonsgegevens waarover de provincie beschikt onjuist of onvolledig zouden zijn, kan dit provincieraadslid verzoeken om een correctie of een vervollediging van deze persoonsgegevens;
- Wissing: ieder provincieraadslid kan verzoeken om de eigen persoonsgegevens te wissen;
- Beperking: onder bepaalde omstandigheden kan het provincieraadslid verzoeken om de beperking van de verwerking van de eigen persoonsgegevens. In dat geval zal de provincie deze persoonsgegevens niet verder verwerken voor andere doeleinden dan het opslaan ervan;
- Bezwaar: ieder provincieraadslid beschikt over de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen een verwerking van de persoonsgegevens, wanneer deze verwerking berust op een andere rechtsgrond dan toestemming. Zo kan het provincieraadslid, wanneer de persoonsgegevens worden verwerkt in het algemeen belang of in het kader van de uitoefening van een openbaar gezag, bezwaar maken tegen deze verwerking door ter rechtvaardiging van het bezwaar een reden op te geven die verband houdt met zijn of haar specifieke situatie.
- Intrekken van toestemming: ingeval de verwerking van persoonsgegevens zou berusten op een toestemming, dan heeft ieder provincieraadslid steeds het recht om deze toestemming in te trekken, met dien verstande dat zulks geen afbreuk kan doen aan de rechtmatigheid van de verwerking(en) op basis van deze toestemming voor de intrekking ervan;
- Gegevensoverdraagbaarheid: voor zover wettelijk van toepassing, heeft ieder provincieraadslid het recht om de persoonsgegevens die het raadslid aan de provincie heeft verstrekt in een gestructureerde, gangbare en machinaal leesbare vorm te verkrijgen of voor zover technisch mogelijk, over te laten dragen aan een derde partij;
- De uitoefening van deze rechten is -in beginsel- kosteloos en zal zo spoedig mogelijk -doch uiterlijk binnen de wettelijk voorziene termijnen- worden behandeld.
ARTIKEL 89
Iedere mandataris heeft ook steeds de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit, dewelke zijn klacht vervolgens zal onderzoeken. In voorkomend geval kan het provincieraadslid zijn klacht richten aan:
Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens
Koning Albert II-laan 15
1210 Brussel
contact@toezichtscommissie.be
ARTIKEL 90
De provincie neemt passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen om onbevoegde toegang tot bekendmaking, wijziging of vernietiging van de persoonsgegevens te voorkomen.
De verwerking van de persoonsgegevens waarover de provincie beschikt, gebeurt in eerste instantie met gebruik van computers en/of IT-tools, waarbij organisatieprocedures en werkwijzen worden gevolgd die nauw aansluiten op de aangegeven doelen.
ARTIKEL 91
Indien er sprake zou zijn van een gegevensinbreuk dat een hoog risico kan vormen voor de rechten en vrijheden van één of meerdere provincieraadsleden, zal dit provincieraadslid resp. deze provincieraadsleden onverwijld ingelicht worden door de provincie.
Wanneer dit nodig blijkt te zijn zal ook de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens binnen de 72 uur worden ingelicht.
ARTIKEL 92
Provincieraadsleden krijgen verbinding tot het internet en een elektronische mailadres ter beschikking. Provincieraadsleden moeten hier ter goeder trouw mee omgaan.
Te allen tijde is verboden:
ARTIKEL 93
Wanneer provincieraadsleden met een provinciaal toestel verbinding maken met het provinciaal netwerk, worden hun gegevens meegenomen in een globale controle die gebeurt om te controleren of het provinciepersoneel zich houdt aan de afspraken omtrent de regels m.b.t. het internet- en mailgebruik, zoals opgenomen in hoofdstuk 10 IT-policy van het arbeidsreglement.
ARTIKEL 94
Het huishoudelijk reglement is door iedereen raadpleegbaar op de website.
ARTIKEL 95
Het gewijzigd reglement, zoals goedgekeurd door de provincieraad van 25 september 2025, treedt in werking op 1 oktober 2025.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/1 | Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek Maria Boodschap. Rekening 2024. Negatief advies. Goedkeuring.
|
Krachtens art. 55, §2 juncto art. 229 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om advies te geven inzake de jaarrekening.
Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de provinciegouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de provincieoverheid, wordt de provincieraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Luidens art. 55, §1 juncto art. 229 stelt de kerkfabriekraad jaarlijks de rekening van de orthodoxe kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 mei in bij de provincieoverheid.
In vergadering van 28 mei 2025 heeft de Grieks-orthodoxe kerkfabriekraad van Maria Boodschap te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2024 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 6 juni 2025 via het Digitale Loket Vlaanderen ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen.
Uit de uitgevoerde inhoudelijke en rekenkundige controle blijkt dat:
| Budget 2024 | Rekening 2024 |
Exploitatie ontvangsten | 8.000,00 EUR | 10.127,33 EUR |
Exploitatie uitgaven | 32.133,19 EUR | 31.945,44 EUR |
Er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
De rekening kan als volgt worden samengevat:
Soort | IN/UIT | 2024 |
Exploitatie | Ontvangsten | 10.127,03 EUR |
| Uitgaven | 31.945,44 EUR |
| Voor financiering | -21.818,41 EUR |
| Financiering | 21.096,48 EUR |
| Voor overboeking | -42.914,89 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -42.914,89 EUR |
| Gecorrigeerd overschot | 10,16 EUR |
| Exploitatie voor toelage | 42.904,73 EUR |
| Exploitatie Toelage | 44.296,48 EUR |
| Saldo | 1.391,75 EUR |
Het batig saldo voor de exploitatie (ten bedrage van 1.391,75 EUR) dient ingeboekt te worden in het budget 2026.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
|
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.
De rekening 2024 werd niet tijdig, i.e. voor 1 mei 2025 ingestuurd, doch hierop staan geen strafbepalingen.
Deze rekening bevat alle noodzakelijke stukken (voor zover van toepassing) zoals voorzien in art. 42 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het financiële gedeelte van de rekening, inclusief de staat van het vermogen, werd opgemaakt volgens het model van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van art. 46 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 26 juni 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De rekening over het dienstjaar 2024 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen wordt ongunstig geadviseerd met boekhoudkundig-technische opmerkingen:
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/2 | Erediensten. Turnhout. Roemeens-orthodoxe kerkfabriek Heilige Georgios. Rekening 2024. Negatief advies. Goedkeuring.
|
Krachtens art. 55, §2 juncto art. 229 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om advies te geven inzake de jaarrekening.
Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de provinciegouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de provincieoverheid, wordt de provincieraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Luidens art. 55, §1 juncto art. 229 stelt de kerkfabriekraad jaarlijks de rekening van de orthodoxe kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 mei in bij de provincieoverheid.
In vergadering van 25 juni 2025 heeft de Roemeens-orthodoxe kerkfabriekraad van Heilige Georgios te Turnhout de rekening over het dienstjaar 2024 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 10 juli 2025 via het Digitale Loket Vlaanderen ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen.
Uit de uitgevoerde inhoudelijke en rekenkundige controle blijkt dat:
| Budget 2024 | Rekening 2024 |
Exploitatie ontvangsten | 24.000,00 EUR | 22.010,79 EUR |
Exploitatie uitgaven | 56.480,00 EUR | 56.684,33 EUR |
Er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
De rekening kan als volgt worden samengevat:
Soort | IN/UIT | 2024 |
Exploitatie | Ontvangsten | 22.010,79 EUR |
| Uitgaven | 56.684,33 EUR |
| Voor financiering | -34.673,54 EUR |
| Financiering | -655,62 EUR |
| Voor overboeking | -35.329,16 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -35.329,16 EUR |
| Gecorrigeerd overschot | 0 EUR |
| Exploitatie voor toelage | 35.329,16 EUR |
| Exploitatie Toelage | 40.567,32 EUR |
| Saldo | 5.238,46 EUR |
Het batig saldo voor de exploitatie (ten bedrage van 5.238,46 EUR) dient ingeboekt te worden in het budget 2026.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
|
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.
De rekening 2024 werd niet tijdig, i.e. voor 1 mei 2025 ingestuurd, doch hierop staan geen strafbepalingen.
Deze rekening bevat alle noodzakelijke stukken (voor zover van toepassing) zoals voorzien in art. 42 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het financiële gedeelte van de rekening, inclusief de staat van het vermogen, werd opgemaakt volgens het model van het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van art. 46 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 28 augustus 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De rekening over het dienstjaar 2024 van de Roemeens-orthodoxe kerkfabriek van Heilige Georgios te Turnhout wordt ongunstig geadviseerd met volgende boekhoudkundig-technische opmerkingen:
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/3 | Negatief tussentijds advies erkenning volgens de procedure met wachtperiode betreffende de lokale geloofsgemeenschap Heilige Sophrony de Athoniet te Antwerpen. Goedkeuring.
|
Luidens artikel 13 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, bezorgt o.a. de financierende overheid, in de zin van artikel 4, 8° van voornoemd decreet, zijnde de provincie aangezien deze overheid na de erkenning bijdraagt aan de financiering van het bestuur van de eredienst conform het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, een tussentijds advies aan de Vlaamse Regering over de mate waarin de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid.
De provincie verleent tussentijds advies, conform de bepalingen van artikel 13, eerste lid van voormeld erkenningsdecreet, of de lokale geloofsgemeenschap die een aanvraag tot erkenning heeft ingediend, voldoet aan de verplichtingen vermeld in artikel 7 en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid.
Het is slechts indien cumulatief aan alle voorwaarden op afdoende wijze is voldaan dat een positief tussentijds advies kan afgeleverd worden.
Een lokale geloofsgemeenschap kan worden erkend als ze voldoet aan al de volgende criteria, zoals opgesomd in artikel 7 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, zoals gewijzigd bij decreet van 26 april 2024:
a) richtlijnen, ongeacht de aard ervan, ontvangt van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
b) informatie over de eigen werking, over leden of over bepaalde personen of groepen bezorgt aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
c) structureel en prominent aanwezig is op bijeenkomsten die georganiseerd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
d) via de eigen communicatiekanalen activiteiten promoot van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
e) verbonden is met structuren zoals verenigingen of koepelorganisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan of aangestuurd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
f) voor de eigen werking actief gebruikmaakt van officiële logo’s van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
g) gebruikmaakt van infrastructuur in eigendom van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie, en waarvan het gebruiksrecht onvoldoende een onvoorwaardelijke en lange termijn van het gebruik garandeert;
h) binnen de eigen werking een structurele en prominente aanwezigheid van diplomatiek personeel toestaat;
i) via financiële stromen en constructies financieel verbonden is met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
3°/1 ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging;
3°/2 ze heeft geen banden met:
3°/3 ze heeft geen banden met:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
a) een zakelijk recht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 ‘Goederen’ van het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom of mede-eigendom;
b) een zakelijk gebruiksrecht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 ‘Goederen’ van het Burgerlijk Wetboek: erfpacht, vruchtgebruik of opstal;
c) een schriftelijk huurovereenkomst naar gemeenrecht conform artikel 1737 van het Burgerlijk Wetboek van bepaalde duur van minstens vijftien jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuurder;
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
|
SDG 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.
De feitelijke context en verantwoording wordt weergegeven in de argumentatie per criterium bij onderstaand advies.
Het dossier is bezorgd bij het provinciebestuur van Antwerpen op 13 december 2023.
Uiterlijk 22 maanden na de start van de wachtperiode wordt door het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een tussentijds advies bezorgd aan de Vlaamse Regering over de mate waarin de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 21 augustus 2025.
Er zijn geen directe financiële gevolgen aan dit tussentijds advies.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt onderstaand negatief tussentijds advies met betrekking tot de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Heilige Sophrony de Athoniet goed:
Het dossier bevat niet alle andere stukken die noodzakelijk zijn.
Volgende gegevens of documenten ontbreken:
Informatiegaring
Er werd –op initiatief van de provincie- een plaatsbezoek gepland op 4 september 2024.
Er was echter niemand aanwezig was ter plaatse (Cameliastraat 5 te Antwerpen (district Berchem) op het afgesproken tijdstip. Ondanks de vraag voor een nieuwe afspraak kwam er geen nieuw voorstel van de geloofsgemeenschap.
Beoordeling van de decretale criteria
Beoordeling: De aanvrager heeft een juridische structuur die onvoldoende aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut.
De onafhankelijkheid van de functies bij het voorlopig bestuursorgaan komt in het gedrang door de aanstelling van Judith Sylvia Hermans als secretaris in 2024. De secretaris en voorzitter wonen immers op hetzelfde adres. Ook bij de democratische werking dient er een kritische kanttekening geplaatst worden aangezien nieuwe leden moeten goedgekeurd worden door de Metropoliet-Aartsbisschop van België van het Oecumenisch Patriarchaat .
Tevens is er een meer formele werking nodig. Het ontbreken van notulen, de jaarrekening 2024 en de begrotingen voor 2024 en 2025 bevestigen de onvoldoende werking van de vzw. De vzw is pas opgericht op 9 februari 2023 en dient zijn werking nog te bewijzen.
Conclusie: de aanvraag voldoet onvoldoende aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Toetsingsgrondslag provincie inzake financiële leefbaarheid
Conform de studie Torfs lijkt, op basis van het advies 6-2003 over het voorontwerp van decreet op de organisatie en de werking van de erkende erediensten van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur van 22 september 2003, het criterium van de financiële leefbaarheid ingegeven te zijn door de bezorgdheid om de budgettaire impact van nieuwe erkenningen beperkt te houden. In vermeld advies stelt de Hoge Raad onomwonden vast dat:
• de financiële bijdragen aan de besturen van de erediensten waar gemeenten en provincies voor moeten instaan, zwaar kunnen wegen op een begroting. Voor gemeenten stelt de Hoge Raad bovendien vast dat de kosten de laatste 10 jaar met 60 procent gestegen zijn. Dit zorgt vooral voor problemen bij de kleinere gemeentebesturen waar de bijdragen zwaar op de begroting wegen.
• In het voorontwerp van decreet zijn nergens verplichtingen of stimulansen opgenomen om de financiële bijdragen van gemeente of provincie onder controle te houden. Integendeel. Terwijl er vroeger werd van uitgegaan dat de kerkbesturen in de eerste plaats zelfbedruipend moeten zijn en enkel bij uitzondering kunnen rekenen op de tussenkomst van de gemeenten (bij een tekort aan eigen inkomsten), lijkt het uitgangspunt van het voorontwerp eerder omgekeerd te zijn. Op die manier lijkt de Vlaamse regering zich te hebben neergelegd bij het feit dat kerkbesturen nu eenmaal afhankelijk zijn van de financiering door de burgerlijke overheid en bijgevolg zwaar kunnen doorwegen op een begroting.
Het gemeente- en provinciebestuur heeft daarenboven ook niet steeds de nodige instrumenten in handen om onverantwoorde uitgaven door de besturen van de erediensten onder controle te houden. Niet enkel ontbreekt het aan een duidelijke opsomming van de uitgaven waar gemeenten of provincies kunnen voor opdraaien, maar bij goedkeuring van meerjarenplan, budget en rekening bestaat de mogelijkheid dat het burgerlijk bestuur dat de financiële verantwoordelijkheid draagt niet de eindbeslissing kan nemen. De Hoge Raad pleit voor eenvormige procedures waarin de overheid die financieel moet bijdragen het laatste woord heeft.
Het provinciebestuur van Antwerpen heeft in het licht van deze opmerkingen dan ook terecht de aandacht van de Vlaamse overheid gevestigd op de onvoorzienbare en toch wel potentieel zware impact op de huidige meerjarenplanning, hetgeen een zorgvuldig financieel beleid moeilijk maakt en waardoor er voorziene uitgaven met maatschappelijke meerwaarde met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dienen geschrapt te worden ten voordele van de nieuw erkende eredienstinstellingen. Noch financieel, noch beleidsmatig is dit te verantwoorden binnen het kader van behoorlijk bestuur. De studie Torfs vermeldt bovendien ook dat de beschikbare middelen van de gemeente of provincie minstens indirect mee in rekening worden gebracht bij de beoordeling van de financiële leefbaarheid. Dit heeft enerzijds een onmiddellijk effect op elke erkenningsaanvraag individueel doch anderzijds zeker ook op de totaliteit van de aanvragen. Middelen die in de provinciale meerjarenplanning reeds bestemd zijn, kunnen niet als beschikbare middelen worden bestempeld, waardoor de marge binnen het huidige meerjarenplan bijzonder klein tot onbestaande is. De Vlaamse regering dient hiermee rekening te houden bij de beoordeling van elk individueel dossier en erover te waken dat de totaliteit van de ingediende dossiers zowel voor wat betreft de gecontesteerde verkorte procedure, als voor de normale procedure met wachttijd financieel haalbaar blijft voor de provincie.
Tot eind 2025 heeft het provinciebestuur van Antwerpen wat de financiële tussenkomsten voor de eredienstinstellingen betreft, steeds de zogenaamde 40%-regel gehanteerd, waarbij de eredienstinstelling zelf ten minste 40 % van som van de exploitatie- en investeringsuitgaven via eigen middelen dient te voorzien. Vanaf 1 januari 2026 is dit opgetrokken tot 50%. Hiervan kan ook in de toekomst niet worden afgeweken; mogelijks dient deze regel gelet op het aantal erkende eredienstinstellingen nog verscherpt te worden en naar boven bijgesteld. Het komt enkel aan de financierende overheid toe om, conform artikel 41 juncto de artikelen 78 (kathedrale kerkfabrieken), 229 (orthodoxe kerkfabrieken) en 272 (islamitische gemeenschappen) deze financiële afspraken te maken en aldus de aanvraagdossiers op dit punt te beoordelen. Van deze proportionele regel kan niet afgeweken worden; indien uit het aanvraagdossier dan ook blijkt dat deze 50%-regel niet wordt bereikt, wordt de financiële leefbaarheid van de aanvrager dan ook automatisch als onvoldoende beoordeeld.
Wat betreft een mogelijks maximaal steunbedrag en/of minimale eigen inkomsten van de geloofsgemeenschap per gelovige, wordt vastgesteld dat het aantal gelovigen nog niet is opgegeven in het dossier door het representatief orgaan, hetgeen conform artikel 7, 4°, a) van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 echter noodzakelijk is. Hierdoor kunnen ettelijke financiële ratio’s m.b.t. de financiële leefbaarheid niet berekend worden.
Daarenboven wordt vastgesteld, en dit niet enkel in de studie Torfs en andere studies doch ook in de eigen realiteit, dat voor heel wat islamitische gemeenschappen nà erkenning de inkomsten zakken en de uitgaven stijgen, en dat de orthodoxe geloofsgemeenschappen amper eigen inkomsten hebben.
Uit verschillende internationale studies met betrekking tot de invloed van overheidsfinanciering op privatieve vrijwillige charitatieve financiering blijkt bij non-profit organisaties -op basis van een regressiemodel- het bestaan van zowel een zogenaamd ‘crowding-in’ als een ‘crowding-out’ effect en dat dit afhankelijk is van regio en sector. De interactie tussen publieke en privatieve financiering neemt dan één of meerdere van volgende vormen aan: 1° supplementaire (aanvullende) financiering door de privatieve donaties indien de overheidsfinanciering ontoereikend is om aan de basisnoden te voldoen; 2° complementaire financiering die als een extra bovenop de overheidsfinanciering komt; 3° concurrerende financiering die de mate van overheidsfinanciering beïnvloeden, en 4° autonome financiering, die los staat van de overheidsfinanciering, zowel qua hoogte als qua doel. Uit tal van gevoerde studies en onderzoeken blijkt duidelijk dat overheidsfinanciering een ‘crowding-out’ effect heeft op privatieve financiering, meestal onder de vorm van giften, i.e. dat hoe meer overheidsfinanciering er is, hoe minder privatieve. Hieraan liggen –vertaald naar erediensten- volgende twee oorzaken aan de basis: 1° de leden (gelovigen) hebben het gevoel dat aan hun verplichting is voldaan om bij te dragen (klassieke crowding-out) en stoppen, c.q. verminderen hun giften, en 2° hoe meer publieke gelden er door de instelling worden bekomen, hoe minder gemotiveerd deze is om privatieve financieringsbronnen te vinden. Dit effect is duidelijk zichtbaar bij voornamelijk de islamitische lokale geloofsgemeenschappen, en geeft aan dat de wijze van overheidsfinanciering zoals deze in het eredienstendecreet wordt vastgelegd, i.e. de tekorten dragen, allesbehalve een efficiënte manier van financieren is. Dit leidt dan ook tot wat wel de ‘subsidieval’ genoemd wordt, waarbij de bedoeling van de decreetgever om de tekorten te laten financieren door de overheid en waarbij de privatieve financiering de basis is, wordt omgedraaid, i.e. dat de gelovigen slechts dat deel bijpassen wat de overheid niet voorziet. Een gedegen financieel beleid vanwege de aanvragende lokale geloofsgemeenschap met het oog op een lange termijn financiële leefbaarheid, gaat deze subsidieval tegen. Het aanvraagdossier dient hiervan te getuigen. Het is bij de beoordeling van de financiële leefbaarheid dan ook van primordiaal belang met dit crowding-out effect, als analyse-instrument, rekening te houden en de verhoudingen tussen overheidsfinanciering, privatieve financiering (giften) en inkomsten uit activiteiten t.o.v. mekaar af te wegen.
In geval van een manifest gebrek aan eigen middelen kan een erkenning geweigerd worden. De redelijkheid en haalbaarheid van de financiële bijdrage van de financierende overheid worden in rekening gebracht bij deze beoordeling.
Beoordeling: De financiële leefbaarheid is op dit moment ruim onvoldoende aangetoond. Uit de jaarrekening van 2023 blijkt dat de inzameling maar een beperkte bron van inkomsten is (18,40%). De last van de uitgaven zijn moeilijk in te schatten gelet de wijziging van het gebouw. De verbonden structuur (vzw) geeft zelf aan een beginnende parochie te zijn die hun werking nog moet versterken. Gelet op het crowding-out effect na een erkenning lijkt de financiële leefbaarheid heel precair aangezien de vzw niet vertrekt vanuit een sterke positie (jaarrekening 2023).
Conclusie: de aanvraag voldoet op dit moment onvoldoende aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Beoordeling: het provinciebestuur heeft als financierende overheid geen informatie omtrent dit criterium en tevens niet de bevoegdheid om hieromtrent onderzoek te doen. De provincie gedraagt zich naar de bevindingen van andere overheden die ter zake recht van onderzoek en advies hebben. Derhalve kan hieromtrent geen definitief tussentijds deeladvies door de provincie worden geformuleerd.
Conclusie: de aanvraag voldoet voorwaardelijk gunstig aan de vereisten voorzien in dit criterium.
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn
Toetsingsgrondslag provincie inzake overlappende gebiedsomschrijvingen
Luidens artikel 4, 9° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 wordt een lokale geloofsgemeenschap beschreven als een groep personen die dezelfde door de federale overheid erkende eredienst op een bepaald grondgebied in een daartoe bestemde plaats beoefenen. In art. 8, tweede lid, 3° van hetzelfde decreet wordt een gebiedsomschrijving omschreven als de duidelijke aanwijzing van het territoriale werkingsgebied van de lokale geloofsgemeenschap.
Het behoort tot de vrijheid van een welbepaalde denominatie, zijnde een groep van kerkgemeenten met een gemeenschappelijke geschiedenis en die dezelfde theologische, culturele en praktische accenten legt, om zijn inrichting en indeling te bepalen doch ook de burgerlijke overheid heeft, conform vaste rechtspraak van de Raad van State, het recht hierover een zienswijze te hebben. De Raad merkte hierbij op dat, om een verschil in zienswijze tussen Kerk en Staat te vermijden, de overheid van de eredienst normaal pas een beslissing zou moeten nemen "na het burgerlijk gezag te hebben gepolst" (R.v.St., afd. wetg., advies nr. 7739 van 4 januari 1962, a.w., p. 3). Hoewel in beginsel de gebiedsomschrijving een functioneel karakter heeft, en een erkende eredienstinstelling het karakter heeft van een functioneel gedecentraliseerde openbare dienst, lijkt alvast niet geraakt te worden aan de scheiding van kerk en staat indien geloofsgemeenschappen van eenzelfde denominatie doch tevens taal en strekking worden geweigerd wegens een overlappende gebiedsomschrijving. Immers, zolang er voor een specifiek gebied reeds eenzelfde erkende publiekrechtelijke eredienstinstelling bestaat, wordt men alvast niet belemmerd in het recht op de vrijheid van eredienst. Op basis van de bewoordingen van het eredienstendecreet van 7 mei 2004 zelf, dient een maximale uniformiteit te worden betracht op het punt van samenstelling en organisatie van het bestuursorgaan, i.e. dat er conform hetgeen gangbaar is voor de katholieke geloofsgemeenschappen, er een duidelijke territoriale scheiding is tussen de diverse parochies. Dat er gelet op het recht op een vrije eredienst ruimte wordt gelaten wordt voor verschillende geloofsgemeenschappen binnen eenzelfde denominatie kan nog begrepen worden, doch dat identieke geloofsgemeenschappen een overlappende gebiedsomschrijving moeten kunnen krijgen, lijkt evenwel overbodig indien rekening gehouden wordt met taal en traditie.
Artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens inzake de ‘Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst’ bepaalt onder sub 1: ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.’ Dit resulteert in twee verplichtingen voor de Staat, met name 1° een negatieve verplichting, die inhoudt dat de overheid zich niet mag inmengen in de uitoefening van de vrijheden die beschermd worden door het verdrag, waaronder dus de godsdienstvrijheid, en 2° een positieve verplichting, die stelt dat de overheid de nodige maatregelen moet nemen om een normale beleving en ontwikkeling van de vrijheden die door het verdrag worden beschermd, mogelijk te maken. Welnu, door aan een bepaalde lokale geloofsgemeenschap van een erkende eredienst, met dezelfde strekking en met dezelfde taal binnen een bepaalde gebiedsomschrijving reeds een erkenning te hebben gegeven, is voor deze erkende eredienst, met dezelfde strekking en met dezelfde taal, aan deze positieve verplichting voldaan en is er geen enkele grondwettelijke noch Europeesrechtelijke reden om aan deze verplichting meerdere keren te moeten voldoen. De gelovigen van deze erkende eredienst, met dezelfde strekking en met dezelfde taal hebben immers reeds de nodige ondersteuning om hun geloof te belijden binnen deze bepaalde gebiedsomschrijving, of delen ervan.
Ook in het rapport Torfs (p. 79) wordt op overlappende gebiedsomschrijvingen ingegaan: ”Niets verzet zich ertegen dat de opgegeven gebiedsomschrijving overlapt met het werkingsgebied van een andere geloofsgemeenschap die tot dezelfde eredienst behoort. Dit is het geval bij alle minderheidserediensten: in Genk zijn er bijvoorbeeld twee orthodoxe en meerdere islamitische geloofsgemeenschappen aanwezig, de stad Antwerpen wordt gekenmerkt door drie Israëlitische geloofsgemeenschappen en in Leuven bestaan er meerdere protestantse geloofsgemeenschappen. Tot slot overlapt het werkingsgebied van de anglicaanse geloofsgemeenschap te Knokke-Heist gedeeltelijk met dat van anglicaanse geloofsgemeenschap van Brugge-Oostende. De reden hierachter is dat alle erkende minderheidserediensten bestaan uit verschillende denominaties en de geloofsgemeenschappen weerspiegelen de verscheidenheid die aldus bestaat binnen elke erkende minderheidseredienst. Als een welbepaalde denominatie al aanwezig is binnen een gemeente, zal de Vlaamse regering moeten bepalen welke meerwaarde een extra geloofsgemeenschap van dezelfde denominatie binnen hetzelfde werkingsgebied heeft.”
Het provinciebestuur van Antwerpen gaat in deze dan ook uit van het standpunt dat er in beginsel enkel en alleen gemeenschappelijke delen van gebiedsomschrijving binnen eenzelfde erkende eredienst, met dezelfde strekking en met dezelfde taal met bestaande en reeds erkende orthodoxe kerkfabrieken of islamitische gemeenschappen kunnen worden toegestaan indien hierover 1° voorafgaand overleg is gepleegd met het betrokken representatief orgaan en 2° er een pertinente en draagkrachtige motivering wordt gegeven aangaande de meerwaarde van de voorgestelde overlappende gebiedsomschrijving.
Beoordeling: Aangezien het gaat om een beginnende parochie komt de aanvraag te vroeg en dient ze de nodige contacten met de lokale overheid nog te realiseren. Bijkomend dient er rekening gehouden worden met de verhuizing van de parochie naar het district Berchem volgens de notulen van 10 december 2023. Tevens wordt er gemeld dat er een nieuwe vzw gestart zal worden in Noord Antwerpen meer bepaald in het district Ekeren. De gebiedsomschrijving dient naargelang de werking van beide vzw’s en geloofsgemeenschappen mogelijks aangepast te worden.
Tevens is het onduidelijk tot welke strekking van de orthodoxe kerk deze lokale geloofsgemeenschap behoort. Uit de notulen van de vergadering van 19 juni 2024 blijkt een sterke band met Oekraïne. De bedienaar Viktor Vladyslavovich Yudin is afkomstig uit Oekraïne.
Indien de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschap een Oekraïense achtergrond heeft, is het belangrijk te weten tot welke strekking deze orthodoxe gemeenschap behoort. Immers, enkel de Oekraïens-orthodoxe Kerk is erkend als autocefaal door het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, terwijl de Oekraïens-orthodoxe kerk patriarchaat van Moskou niet erkend is en de Russisch-orthodoxe kerk medio april 2018 de banden met het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel heeft verbroken. Daarnaast is er nog de niet canonieke kerk genaamd de Oekraïens-orthodoxe kerk patriarchaat van Kiev. Het dossier geeft hierover geen uitsluitsel.
Op het vlak van het materiële beheer is er niks geweten over het gebouw. Ook de bevestiging, dat de lokale geloofsgemeenschap tweehonderd leden telt, van het representatief orgaan ontbreekt nog.
Gelet op het feit dat het om een beginnende parochie gaat en de verhuis van de parochie is het onmogelijk om te voldoen aan de voorwaarden om al duurzame contacten tot stand gebracht te hebben met de lokale overheid en/of lokale gemeenschap.
Conclusie: de aanvraag voldoet in het geheel niet aan de vereisten voorzien in dit criterium.
a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;
b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;
c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;
d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan
Beoordeling: Aan deze verplichting werd voldaan middels een door alle leden van het voorlopig bestuursorgaan en de vooropgestelde bedienaar van de eredienst behoorlijk ondertekende verklaring op eer.
Conclusie: de aanvraag voldoet op voldoende wijze aan de vereisten voorzien in dit criterium.
a) een zakelijk recht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 ‘Goederen’ van het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom of mede-eigendom;
b) een zakelijk gebruiksrecht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 ‘Goederen’ van het Burgerlijk Wetboek: erfpacht, vruchtgebruik of opstal;
c) een schriftelijk huurovereenkomst naar gemeenrecht conform artikel 1737 van het Burgerlijk Wetboek van bepaalde duur van minstens vijftien jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuurder;
Het gebouw dient tevens in regel te zijn met de wet- en regelgeving inzake de ruimtelijke ordening, waaronder de omgevingsvergunning, en de brandveiligheid.
Beoordeling:
De notulen van 10 december 2023 vermelden dat het contract met de kerkraad van St Jan Vianney voor het gebruik van de parochiekerk gelegen Pastoor Pauwelsplein te 2610 Antwerpen(district Wilrijk), zijnde het gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst zoals opgegeven in het aanvraagdossier, afloopt op 31 december 2023.
De vzw onderhandelt met de Koptische kerk voor het gebruik van de kapel van de Heilige Marcus in de Cameliastraat 5 te Antwerpen (district Berchem). In de notulen van 19 juni 2024 staat dat de zetel van de vzw officieel wordt overgeplaatst naar Cameliastraat 5 te Antwerpen (district Berchem). Dit gebouw is eigendom van de Koptische Orthodoxe Kerk van België (vzw). Wij beschikken niet over een overeenkomst inzake het gebruik. Het geplande plaatsbezoek van 4 september 2024 is niet doorgegaan waardoor nodige informatie ontbreekt. Er zijn ook geen notulen meer sinds 19 juni 2024.
Aangezien op dit moment niet met zekerheid geweten is welk gebouw vanaf 1 januari 2024 dienstig is als gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst, kan niet bevestigd worden dat het voormelde gebouw in regel is met de wet- en regelgeving inzake de ruimtelijke ordening, waaronder de omgevingsvergunning, en de brandveiligheid.
De erkenningszoekende geloofsgemeenschap toont niet dat het gebouw, bestemd voor de uitoefening van de eredienst, eigendom is van een Belgische publieke rechtspersoon of middels een verklaring op eer, ondertekend door de eigenaar van het gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst, dat er een
Conclusie: de aanvraag voldoet op dit moment in het geheel niet aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Beoordeling: Alle gegevens zijn beschikbaar.
Conclusie: de aanvraag voldoet op voldoende wijze aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Beoordeling: De bedienaar voldoet aan de gestelde voorwaarden
Conclusie: de aanvraag voldoet op voldoende wijze aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Beoordeling: Deze verbintenis werd nog niet overgemaakt aan de provincie; derhalve kan niet gesteld worden dat aan dit criterium voldaan is.
Conclusie: de aanvraag voldoet onvoldoende aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Volgens artikel 11§1 bezorgt het voorlopig bestuursorgaan tijdens de wachtperiode jaarlijks een afschrift van de begroting en de jaarrekening van de lokale geloofsgemeenschap aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Volgens artikel 12.3° stelt het voorlopig bestuursorgaan een verslag op van de vergaderingen en bezorgt dat binnen tien dagen aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en voorkomend geval de adviserende gemeente.
Beoordeling:
Volgende documenten werden bekomen:
Volgende documenten ontbreken nog:
Er wordt derhalve thans niet voldaan aan de vereisten vermeld in dit criterium.
Conclusie: de aanvraag voldoet in het geheel niet aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Beoordeling: De wachtperiode is nog lopende, derhalve kan hieromtrent nog geen deeladvies verstrekt worden.
Beoordeling: De provincie heeft hier geen enkele bevoegdheid.
Conclusie: de aanvraag voldoet voorwaardelijk aan de vereisten voorzien in dit criterium.
Het dossier dat is ingediend is onvolledig; diverse stukken zoals artikel 7, 11° ontbreken.
Het ingediende dossier bevat niet alle documenten en informatie zoals bepaald in artikel 11, §1 en artikel 12, §3 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Uit het ingediende dossier blijkt dat niet aan alle verplichtingen zoals voorzien in artikel 7 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, zoals gewijzigd bij decreet van 26 april 2024 is voldaan.
Meer bepaald is niet voldaan aan volgende criteria:
a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;
b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;
c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;
d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;
e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn.
Er is voorwaardelijk voldaan aan;
3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks financiering of ondersteuning die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst, zoals is bepaald in dit decreet en het decreet van 7 mei 2004. De onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst kan in het gedrangkomen door onder meer, maar niet uitsluitend, de samenloop van twee of meer van de volgende elementen, die wordt vastgesteld door de personeelsleden van de bevoegde instantie bij de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°:
a) het ontvangen van herhaaldelijke financiële giften van dezelfde persoon of organisatie;
b) het ontvangen van schenkingen van goederen die een aanzienlijke kostprijs hebben en noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst;
c) de rechtstreekse of onrechtstreekse terbeschikkingstelling van personeel door derden;
d) de terbeschikkingstelling door derden van infrastructuur ten kosteloze titel of tegen een niet-marktconforme huurprijs;
e) het bestaan van samenwerkingsverbanden met instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt zijn aan organisaties en bewegingen die een extremistische en segregerende geloofsbeleving promoten en verspreiden;
f) de opname in de statuten, oprichtingsakte of beginselverklaring van de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°, van een band van ondergeschiktheid aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
g) een nauwe band met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie die blijktuit het feit dat de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°:
1) richtlijnen, ongeacht de aard ervan, ontvangt van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
2) informatie over de eigen werking, over leden of over bepaalde personen of groepen bezorgt aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
3) structureel en prominent aanwezig is op bijeenkomsten die georganiseerd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
4) via de eigen communicatiekanalen activiteiten promoot van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
5) verbonden is met structuren zoals verenigingen of koepelorganisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan of aangestuurd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
6) voor de eigen werking actief gebruikmaakt van officiële logo’s van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
7) gebruikmaakt van infrastructuur in eigendom van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie, en waarvan het gebruiksrecht onvoldoende een onvoorwaardelijke en lange termijn van het gebruik garandeert;
8) binnen de eigen werking een structurele en prominente aanwezigheid van diplomatiek personeel toestaat;
9) via financiële stromen en constructies financieel verbonden is met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
3°/1 ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging;
3°/2 ze heeft geen banden met:
a) personen of entiteiten als vermeld in artikel 3 en 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2006inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijdtegen de financiering van het terrorisme;
b) personen, groepen of entiteiten die zijn opgenomen in de lijst, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/ GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en in de daaropvolgende besluiten van de Raad tot actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB;
3°/3 ze heeft geen banden met:
a) personen als vermeld in artikel 1, 10°, 14°, 16° en 17°, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016betreffende de gemeenschappelijke gegevens- bank Terrorist Fighters;
b) personen, rechtspersonen en feitelijke verenigingen als vermeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 23 april 2018 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van afdeling 1bis ‘Het informatiebeheer’ van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt;
Eindconclusie:
1° Het aanvraagdossier tot erkenning van de lokale geloofsgemeenschap Heilige Sophrony de Anthoniet, initieel gevestigd te Jan Van Gentstraat 11 te Antwerpen en binnengekomen bij het provinciebestuur op 13 december 2023, en
2° de werking tot op heden,
voldoen niet aan alle verplichtingen vermeld in artikel 7 en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, zoals gewijzigd bij decreet van 26 april 2024 en wordt aldus tussentijds ongunstig geadviseerd.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/4 | Budget 2025. Exploitatiebudget. Beleidsdomeinen Economie, Streekbeleid en Europa. ARK-code - 64902000 niet-nominatieve subsidie 'Subsidie economie (V)'. Verdeling van krediet. Goedkeuring.
|
Art. 42 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting.
De provincie Antwerpen is een ondernemende regio. Dit willen we ook blijven. Centraal in het economisch beleid van de provincie Antwerpen staat het creëren en stimuleren van een gunstig ondernemersklimaat. Daarnaast willen we inspelen op huidige en toekomstige innovatieve uitdagingen binnen onze economische speerpuntsectoren (detailhandel, duurzame bouw en energie, haven en logistiek, agro-industrie, chemie en life sciences, creatieve industrie). Eén van de hefbomen van de dienst economie om deze doelstellingen te realiseren is het verdeelkrediet met als omschrijving ‘Subsidies economie’
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 8 Eerlijk werk en economische groei
SDG-subdoelstelling 8.3 Bevorderen van op ontwikkeling toegespitste beleidslijnen die productieve activiteiten ondersteunen, alsook de creatie van waardige jobs, ondernemerschap, creativiteit en innovatie, en de formalisering en de groei aanmoedigen van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, ook via toegang tot financiële diensten.
? Project ‘Ondersteuning voor zelfstandigen in moeilijkheden’ (deelbudget 25.000 EUR)
Diverse onderzoeken tonen aan dat er een stijgend aantal faillissementen en stopzettingen zijn. De hoge energieprijzen, hogere grondstoffen-en loonkost (loonkosten stegen met bijna 20% over drie jaar) en een sputterende wereldeconomie hebben zware gevolgen voor heel wat gevestigde ondernemers en bedrijven, zeker in de horeca en in de detailhandel. Maar ook het wegvallen van beschermende maatregelen tijdens covid en het aflopen van het uitstel voor faillissementen doen het aantal falingen opnieuw sterk stijgen.
Met het project ‘Ondersteuning voor zelfstandigen in moeilijkheden’ wil de vzw Dyzo (‘Dynamiseren van Zelfstandige Ondernemers’) discrete en kosteloze begeleiding aan zelfstandigen aanbieden onder andere via huisbezoeken en ontvangsten op zitdagen. Dyzo gaat ook telkens een samenwerking aan met de OCMW’s om voor de getroffenen een oplossing op maat te zoeken. OCMW’s zijn en blijven afgetekend de grootste doorverwijzer naar de vzw Dyzo. Daarnaast verwijst ook UNIZO ondernemers in (ernstige) moeilijkheden door naar Dyzo. Omgekeerd is er ook complementariteit met UNIZO. Dyzo verwijst ondernemers die na een stopzetting (gewone stopzetting of faillissement) willen herstarten door naar de startersbegeleiding van UNIZO.
De doelgroep van het project zijn in eerste instantie actieve en gewezen zelfstandigen en hun gezinsleden, in secundaire orde de vertrouwenspersonen van zelfstandigen (huisartsen, advocaten, accountants). Dyzo werkt op drie belangrijke assen:
Uit cijfers van de vzw Dyzo blijkt dat er in 2024 in de provincie Antwerpen 841 nieuwe aanmeldingen zijn gebeurd (in 2023 waren er 799 nieuwe aanmeldingen). Met deze (stijgende) cijfers is de provincie Antwerpen absolute koploper qua behandelde dossiers t.o.v. de andere provincies. De sectoren die het meest aan bod komen in de dossiers zijn respectievelijk de horeca, bouw en kleinhandel.
Om een betere ondersteuning naar de niet-centrumsteden en gemeenten van de provincie Antwerpen mogelijk te maken, wil Dyzo extra middelen inzetten voor:
Voorgesteld wordt om voor het project ‘Ondersteuning voor zelfstandigen in moeilijkheden’ een bedrag van 25.000 EUR uit te trekken op het budget 2025 ten behoeve van de vzw Dyzo.
? Project Vlajo Mini-ondernemingen (schooljaar 2025 – 2026) (deelbudget 30.000 EUR)
In het schooljaar 2024-2025 zijn er in de provincie Antwerpen 292 mini-ondernemingen opgericht. De provincie Antwerpen telt daarmee het hoogste aantal mini-ondernemingen van Vlaanderen. Het project ‘Mini-ondernemingen’ is een initiatief van de vzw Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen) dat gesteund wordt door de provincie Antwerpen.
Vlajo heeft als missie om studerende jongeren hun eigen potentieel aan ondernemende competenties te leren ontdekken en ontwikkelen. De mini’s hebben als doel de jongeren (17-18-jarigen) warm te maken voor het ondernemerschap. In kleine groepen stampen zij een onderneming uit de grond en beheren ze een eigen onderneming van a tot z. Zij doorlopen dezelfde taken en activiteiten als in een reële onderneming: aandelen verkopen, vergaderen, reclame maken een boekhouding bijhouden en niet te vergeten: produceren en verkopen van producten. Tijdens het schooljaar worden er verschillende activiteiten op provinciaal en Vlaams niveau georganiseerd waarmee de mini-onderneming ‘mini-sterren’ kan verdienen. Op het einde van het schooljaar worden de behaalde sterren opgeteld en zo kunnen de mini-ondernemingen een preselectie voor de Vlaamse finale in de wacht slepen.
Het is belangrijk dat ondernemingszin van jongeren al op de schoolbanken wordt aangewakkerd. Binnen het project mini-ondernemingen krijgen de studenten de kans om hun talenten te ontwikkelen. Het stimuleren van doorzettingsvermogen, kritisch denken, initiatief nemen en creativiteit helpt de studenten om de ondernemer in zichzelf te ontdekken. Zo staan zij sterker in hun schoenen in hun verdere carrière. Binnen de veilige context van een mini-onderneming kunnen ze zichzelf ontplooien, mogen ze fouten maken en kunnen ze bijleren van leeftijdsgenoten.
Het stimuleren van ondernemingszin, talentenontwikkeling en het verkleinen van de afstand tussen onderwijs en de arbeidsmarkt zijn pijlers waar zowel de provincie Antwerpen als Vlajo sterk op inzetten. Door het bundelen van onze krachten kunnen we hefbomen creëren om studenten te stimuleren te ondernemen, als entrepreneur of intrapreneur.
De werking van Vlajo wordt verdeeld over de Vlaamse provincies en per provincie is een regioteam actief. Momenteel zijn er binnen de provincie Antwerpen drie regionale coördinatoren werkzaam (Antwerpen, Kempen en Mechelen). De loonkost (geraamd op ongeveer 155.000 EUR) van deze coördinatoren wordt gedragen door de Vlaamse overheid. De kosten voor het volledige project (exclusief loonkost) in de provincie Antwerpen worden geraamd op 55.000 EUR. Deze kosten situeren zich voornamelijk in de organisatie van regio-activiteiten en events, opleidingskosten voor de leercoaches, organisatie van innovatiekampen voor de mini’s en materiaal- en promotiekosten.
Voorgesteld wordt om voor het project Vlajo Mini-ondernemingen (schooljaar 2025 – 2026) een bedrag van 30.000 EUR uit te trekken op het budget 2025 voor de vzw Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo).
? Project ‘Rock Paper Pencil’ (deelbudget 25.000 EUR)
ROCK PAPER PENCIL verbindt de creatieve economie met binnenstedelijke ontwikkeling. Het project evolueerde de vorige legislatuur van een grondige DNA-oefening voor de handelskern tot een ecosysteem dat de stad Turnhout met haar lange grafische traditie op de kaart zet als strip- en spelstad en als hub voor creatieve ondernemers achter deze industrie.
Dit ecosysteem biedt tools en een platform aan om grafici hun loopbaan te laten uitbouwen, om zichzelf en elkaar te versterken als creatief ondernemer en om de snel evoluerende spelindustrie en uitgeverswereld te voeden met nieuw grafisch talent. ROCK PAPER PENCIL meet de stad Turnhout sinds de voorbije jaren steeds meer een creatief imago aan door haar community in te schakelen om het grafische DNA (met o.a. strips en spellen) zichtbaar te maken en levend te houden in de binnenstad. De succesformule zit in een gecombineerd aanbod voor zelfstandige makers gedurende het hele jaar: workshops, masterclasses rond ondernemerschap, Fablab2300 met gespecialiseerde print- en snijtoestellen en het jaarlijks festival - een interactieve vakbeurs waar tekenaars, ontwerpers, uitgevers en producenten elkaars werk en vak leren kennen en dat ook tonen aan het grote publiek. Er namen ruim vijftig creatieve ondernemers deel aan de recentste editie van het festival dat in 2024 bijna 2500 bezoekers mocht ontvangen, samen een goed gevulde Warande (tot en met de Kuub).
ROCK PAPER PENCIL is vandaag een merknaam voor creatieve ondernemers, wijst hen maar ook hun publiek/klanten van buiten de regio de weg naar Turnhout en verenigt de ruime creatieve (grafische) community van de hele Kempen, mede dankzij de samenwerking met de Warande en met APBC binnen POM Antwerpen. Met de verschillende initiatieven van ROCK PAPER PENCIL werden de voorbije legislatuur meer dan 500 creatieve vakmensen bereikt plus 350 studenten uit grafische richtingen. De creatieve community groeit sinds 2022 (na de lockdowns) op jaarbasis met in totaal ruim 200 nieuwe professionals/studenten, dus wellicht wordt na deze zomer al de kaap van duizend gerond.
De vorige legislatuur werd een werking uitgebouwd waarin overheden (stad Turnhout en provincie), operationele partners (Cartamundi, Stripgids + kleinere actoren) en private bedrijven (o.a. Van Genechten, Soudal, Astra Sweets, Aqua Bio, Elia, Bolckmans, Miko …) elk hun rol spelen, zowel op vlak van expertise als financiering. Dat heeft zich vertaald in opvallende projecten in het straatbeeld, een permanente service aan grafische zelfstandige ondernemers, talentontwikkeling en netwerking met ondernemers buiten de creatieve industrie. ROCK PAPER PENCIL staat nu op het punt om die linken te versterken. In de eerste plaats met de grafische industrie die de snelle evoluties in de sector (waaronder AI) wil ondervangen met nieuw talent en flexibele up-to-date opleidingsmogelijkheden. Daarnaast ook met lokale ondernemers die het DNA van de stad willen uitdragen met oog op extra attractie naar de binnenstad.
Dankzij enkele efficiëntie-verhogende ingrepen kon het jaarlijks budget worden vastgelegd op ongeveer 200.000 EUR (waarvan de stad Turnhout minstens de helft bijdraagt) zodat de bijdrage van de provincie kon teruggeschroefd worden. De focus van POM Antwerpen ligt vandaag vooral op het breed uitdragen van de werking op bovenlokaal niveau, dus ook buiten de regio rond Turnhout en op de samenwerking met ondernemingen. Die laatste rol is belangrijk om de nodige private financiering te vinden – sponsoring was de voorbije jaren telkens goed voor 1/8ste tot 1/4de van het totaalbudget. Het volgende werkjaar wordt extra ingezet op de integratie van ROCK PAPER PENCIL met de lokale economie van de stad Turnhout. Die private inbreng zet bovendien de operationele partners aan om ook zelf mee te blijven investeren in de werking.
Voorgesteld wordt om voor het project ROCK PAPER PENCIL een bedrag van 25.000 EUR te voorzien op het budget 2025 ten behoeve van POM Antwerpen.
? Project ‘Havenklassen’ (deelbudget 30.000 EUR)
Eén van de strategische beleidsdoelstellingen van de provincie binnen het luik economie is verder bouwen aan een duurzame economische topregio en het verstevigen van de concurrentie- en innovatiekracht van de provincie Antwerpen. Door in te zetten op educatie en communicatie wordt maatschappelijk draagvlak gecreëerd voor de speerpuntsectoren waaronder het havengebied. De Antwerpse haven is de belangrijkste motor van de economie in de provincie Antwerpen.
Havenwereld opent in 2026 op de Droogdokkensite in Antwerpen hét innovatieve belevingscentrum rond havenindustrie, logistiek en maritieme activiteiten. Met een combinatie van beleving, educatie en interactie brengt Havenwereld vzw de haven dichter bij mensen en geeft inspiratie aan een nieuwe generatie om de toekomst van de Antwerpse haven mee vorm te geven.
In 2026 zullen scholen opnieuw kunnen deelnemen aan het project ‘Havenklassen’. Dit initiatief biedt scholen de mogelijkheid om met hun leerlingen een 3-daags programma te volgen in en rond de haven van Antwerpen.
Met het project ‘Havenklassen’ worden diverse onthaal-, bezoek- en uitkijkmogelijkheden in het havengebied op elkaar afgestemd en voorziet het in een structureel en betaalbaar aanbod voor jongeren uit de eerste en tweede graad secundair onderwijs. Via dit aanbod krijgen zij een brede havenervaring, met aandacht voor maritiem, logistiek, industrie, duurzaamheid, mens, natuur en cultuur. Daarnaast wordt er tijdens Havenlandklassen ook ingezet op persoonlijke ontwikkeling en groepsgevoel binnen een klas. Op deze manier worden jongeren geïnformeerd en enthousiast gemaakt om het draagvlak voor het havengebied te versterken en Havenland als beleefbare regio te ervaren.
Om de kostprijs voor de scholen en leerlingen zo laag mogelijk te houden (110 EUR/per leerling) zijn er op de eindafrekening van uitgaven en inkomsten van havenklassen extra kosten te betalen. De inkomsten van de leerlingen dekken immers de kosten van de havenklassen niet volledig.
Met het gevormde partnerschap rond het project Havenklassen dragen volgende partners bij aan deze kosten via cofinanciering. De bijdragen worden berekend op basis van de effectieve eindkosten van het project en worden verdeeld onder Provincie Antwerpen, Port of Antwerp-Bruges, Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) en EGTS (Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking) Linieland van Waas en Hulst volgens volgende verdeelsleutel: Provincie Antwerpen 30%; Port of Antwerp-Bruges 30%, MLSO 30% en EGTS 10%; en met een jaarlijkse maximum van 12.000 EUR per schooljaar voor Port of Antwerp- Bruges; MLSO en provincie Antwerpen en 3.000 EUR voor EGTS Linieland van Waas en Hulst.
Daarnaast stellen de partners een communicatiebudget ter beschikking om het aanbod van Havenklassen bekend te maken bij de scholen. Dit communicatiebudget wordt jaarlijks voorzien voor 8.000 EUR door MLSO; 8.000 EUR door Port of Antwerp-Bruges en 6.000 EUR wordt bijgedragen door Provincie Antwerpen.
Voorgesteld wordt om voor het project ‘Havenklassen’ een bedrag van 30.000 EUR (2 x 12.000 EUR voor cofinanciering en 6.000 EUR voor communicatiebudget) uit te trekken op het budget 2025 voor de vzw Havenwereld.
De Vlaamse economie creëert toegevoegde waarde en welvaart dankzij de beschikbaarheid van water. Zowel de kwaliteit als de beschikbaarheid van zoet water staan evenwel onder druk, wat ook een druk legt op de concurrentiekracht en veerkracht van onze ondernemingen. Vlaanderen moet als regio - via een goede beheersing van de wateruitdagingen - een stabiel economisch klimaat kunnen bieden. Vandaag is de sense of urgency voor waterbevoorrading minder groot dan bijvoorbeeld voor wateroverlast. Nochtans hebben de recente extreme hitteperiodes ons allen met de neus op de feiten gedrukt. Het is daarom van belang dat structurele verspilling wordt vermeden en we water sparen in tijden van overvloed en grondwatervoorraden beschermen. Bij veel KMO’s zit nog een aanzienlijk potentieel om water te besparen en te hergebruiken. Door gebrek aan tijd of kennis blijft dat potentieel helaas vaak onderbenut.
Het VITO Kennispunt Water (voormalig Vlakwa) bundelt diverse (water)actoren in Vlaanderen. Ondernemers, onderzoekers, overheid en de watersector werken allemaal samen om versnippering in het waterbeheer tegen te gaan. In 2018 werd LED H2O (LED staat voor Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentrum Water) in de provincie Antwerpen opgericht. Vlakwa werkt hierbij samen met de Universiteit Antwerpen. In elke Vlaamse provincie is er een LED H2O actief. De coördinatie tussen de LED’s gebeurt via VITO Kennispunt Water.
KMO’s en bedrijven uit onze provincie kunnen op een laagdrempelige wijze beroep doen op de kennis aanwezig bij het LED H2O provincie Antwerpen. De LED H2O ondersteunt de bedrijven en de KMO’s met gratis eerstelijnsadvies en begeleiding inzake invoering en/of verbetering van productie, zuivering of management van het bedrijfswater, inclusief bedrijfsbezoeken.
Bovendien zijn heel wat bedrijven gevestigd op een bedrijventerrein. Deze zijn als economische motoren zeer belangrijk in de provincie Antwerpen en Vlaanderen. Desondanks zijn er heel wat uitdagingen, zoals de klimatologische verandering (met o.a. meer waterschaarste, wateroverlast, …), beleidskaders (bouwshift, green deal, blue deal, …), die steeds een andere aanpak vereisen o.a. bij het aansnijden van nieuwe bedrijventerreinen (greenfields), maar ook bij ontwikkeling van grey- and brownfields. Dit resulteert in meer aandacht voor waterbeheer, duurzame energie en circulaire economische ontwikkeling op bedrijventerreinen. Binnen het kader van de Vlaamse Onderzoeks- en Innovatieagenda voor water zijn er leeropgaven geïdentificeerd met betrekking tot het realiseren van waterneutraliteit. Waterneutrale bedrijven(terreinen) hebben een minimale impact op het watersysteem, zowel naar waterkwaliteit als -kwantiteit.
VITO Kennispunt Water en POM Antwerpen plannen, op basis van deze leeropgaven, actie-en leergerichte processen op te zetten. Hierbij zullen verschillende trajecten worden opgezet om nieuwe inzichten en kennis te vergaren vanuit de opgedane praktijkervaring. VITO Kennispunt Water heeft een actieve samenwerking met POM Antwerpen rond waterneutraliteit op bedrijventerreinen (in casu bedrijventerreinen St.-Katelijne-Waver en Rijkmaker Essen). Alle activiteiten verlopen steeds in nauw overleg met onze experten rond circulaire economie en energie binnen de dienst Economie (DECO).
Voorgesteld wordt om voor de ondersteuning van de LED H2O in de Provincie Antwerpen en voor de verdere ondersteuning van watercirculariteit op bedrijventerreinen een bedrag van 78.000 EUR op het budget 2025 te voorzien ten behoeve van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
? Project ‘Antwerp.SRL’ (deelbudget 30.000 EUR)
Antwerp Smart Region Link vzw (Antwerp.SRL) is een netwerkorganisatie waarin de kruisbestuiving tussen kenniswerkers (Universiteit Antwerpen en Hogescholen in de Provincie Antwerpen), beleidsmakers en ondernemers (Voka) centraal staat. De bedoeling is actief bij te dragen tot de ontwikkeling van een competitief en innovatief ecosysteem in de Antwerpse regio, middels enerzijds het ruim bekend maken van samenwerkingsopportuniteiten tussen bedrijven en de universiteit, en anderzijds het identificeren en stimuleren van economische groeipolen waarnaar valorisatiegericht wetenschappelijk onderzoek kan georiënteerd worden.
Onderzoekers die willen valoriseren moeten in Antwerp.SRL een breed netwerk van bedrijven uit de regio’s Antwerpen, Mechelen en Kempen vinden. Bedrijven moeten in Antwerp.SRL een platform vinden dat hen toelaat hun verwachtingen en noden met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe diensten of producten kenbaar te maken aan academische onderzoekers die het potentieel hebben hen de oplossingen te bieden. Aangezien het academisch onderzoek per definitie streeft naar bundeling van kennis, wordt daarbij bij voorkeur gekeken naar samenwerking met andere kennisinstellingen en onderzoekscentra gelegen in dezelfde regio.
Hiermee sluit het project dat Antwerp.SRL voor ogen heeft meteen perfect aan bij het triple helix-model voor regionale economische ontwikkeling (Ondernemerschap – Onderzoek kennisinstellingen en overheid) die ook door de Vlaamse overheid als leidraad wordt genomen. Aangezien de provincie Antwerpen het overheidsniveau is dat het nauwst aansluit bij de geografische omschrijving van onze doelgroep, is de provincie de meest aangewezen en logische partner om een triple-helix model vorm te geven. Ook met de POM Antwerpen wordt reeds samengewerkt voor de verdere ontwikkeling van het Wetenschapspark Universiteit Antwerpen in Niel.
Antwerp.SRL vzw organiseert op 4 december 2025 reeds de vierde editie van de ‘Antwerp Innovation Night’. De allereerste editie vond plaats in het Antwerpse provinciehuis op 16 december 2019 met meer dan 300 aanwezigen uit het Antwerpse innovatie-ecosysteem. Dr. Paul Stoffels (hoofd R&D van Johnson & Johnson) was de keynote spreker en Prof. Pierre Van Damme (UAntwerpen) ontving een award in de categorie ‘Achieved’. De Antwerp Innovation Night geeft een podium om succesvolle ondernemers en innovatieve projecten te promoten. Zoals bij de vorige edities worden er ook dit jaar vier prestigieuze AHA!-awards uitgereikt:
- Voor onderzoekers: de ‘achieved’ award voor een gevestigde waarde op vlak van innovatie; de ‘promising’ award voor het meest veelbelovende innovatietraject.
- Voor ondernemers: de ‘innovation’ award en de ‘one-to-watch’ award.
Voorgesteld wordt om voor het project ‘Antwerp.SRL’ een bedrag van 30.000 EUR te voorzien ten behoeve van de vzw Antwerp Smart Region Link.
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget 100.000 EUR - AP Hogeschool Antwerpen)
Voor AP Hogeschool Antwerpen zal de samenwerking verder worden uitgebouwd rond volgende topics in de speerpuntsectoren ‘creatieve sector’ en ‘lokale besturen’ (niet exhaustieve opsomming):
Drie onderzoeksgroepen van AP Hogeschool (Media, Design & IT, Immersive Lab en MaxLab) organiseren in samenwerking met Antwerp Powered by Creatives (APBC) een nieuw kennis-, inspiratie- en netwerkevent voor de creatieve industrie. Het doel is om creatieve professionals te inspireren, innovatie te stimuleren en duurzame verbindingen binnen de sector te versterken.
De onderzoekers ontwikkelen hiervoor sessies op maat van de sector, waarin praktijkgericht onderzoek en professionele uitdagingen samenkomen. Het initiatief bouwt voort op de succesvolle eerdere edities van TINC Fest. De derde editie van TINC Fest zal plaatsvinden op 27 november 2025 op Campus Spoor Noord van AP Hogeschool.
AP Hogeschool zal onderzoeken welke mogelijkheden (generatieve) AI biedt om de dienstverlening van lokale besturen aan lokale bedrijven te optimaliseren. De focus zal liggen op de beleidsthema's circulaire economie, energie en ruimtelijke economie.
De aanpak volgt de "Design Thinking" methode, die wordt toegepast om creatieve en innovatieve oplossingen te vinden voor complexe problemen, waarbij de focus ligt op de behoeften van de gebruiker. Het proces bestaat uit een aantal basisstappen waarover mogelijks geïtereerd kan worden. Dit voorstel omvat één iteratie over de volgende drie fases:
1. Empathize (Inleven): Via deze stap wordt inzicht verkregen in de huidige modaliteiten van dienstverlening voor lokale bedrijven en de behoeften die daarin spelen. Het onderzoek omvat interviews en workshops met de lokale besturen als deelnemers.
2. Define (Definiëren): In de tweede fase wordt een synthese gemaakt van de problematieken en noden uit fase 1. Daarna maakt AP Hogeschool samen met de provincie een selectie van een of meerdere topics waarop in de volgende fase verder wordt gewerkt. Bij de selectie wordt rekening gehouden met de beleidsthema's, prioriteiten en een initiële inschatting rond de inzetbaarheid van generatieve AI. De uitkomst van deze fase wordt geformaliseerd in een presentatie.
3. Ideate (Ideeën genereren) & Prototype (Prototypen maken): Het doel van deze stap is om AI-oplossingen te bedenken voor de geselecteerde problemen, bij voorkeur ook telkens met een proof-of-concept. Het voorziene format is een laagdrempelige, informele hackathon waarbij multidisciplinaire teams (onderzoekers, studenten, ambtenaren, ondernemers) samenwerken. De oplossingen worden samen met de provincie beoordeeld op toereikendheid en toepasbaarheid.
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget 100.000 EUR – Karel de Grote Hogeschool)
Voorgesteld wordt om voor de ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen een bedrag van 100.000 EUR uit te trekken op het budget 2025 voor de vzw Karel de Grote Hogeschool.
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget Thomas More Kempen - 100.000 EUR)
Zowel voor de landbouw- en foodsector als voor de bouwsector zijn energie-efficiëntie en doorgedreven circulariteit een sine qua non voor toekomstige groei. De diensten Economie en Landbouw, Kamp C, de Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij en Thomas More zullen hun samenwerking verder uitbouwen met het oog op het duurzaam verankeren van de speerpuntsectoren in onze provincie.
Voor Thomas More Kempen (die ook optreedt namens Thomas More Mechelen-Antwerpen) zal de samenwerking verder worden uitgebouwd rond volgende topics in de speerpuntsectoren ‘landbouw’ en ‘food’ enerzijds en ‘circulaire bouwsector’ anderzijds. Hierbij zal vooral aandacht worden besteed aan ondernemerschap, verduurzaming, circulariteit en energie (niet exhaustieve opsomming):
Om de slaagkans van ondernemende studenten, die hun eigen onderneming willen opzetten te vergroten, hebben studenten baat bij een ondernemerschaps- community. De bedoeling is gelijkstemde studenten bij elkaar te brengen rond ondernemerschapsvaardigheden om hen te laten leren van elkaar.
- Verderzetten van projecten rond Indoor Farming, CO2-captatie en alternatieve energiebronnen voor de glastuinbouwsector.
- Thomas More blijft partner voor het doorrekenen van cases rond energievraagstukken.
- Thomas More zal onderzoek verrichten naar de productie en het gebruik van alternatieve eiwitten in de voedings- en voedersector in het kader van de transitie naar meer duurzaam geproduceerde proteïnen.
- Samen met het Proefbedrijf Pluimveehouderij zal Thomas More een vervolgproject uitrollen naar duurzame voeders voor pluimvee. Dit voortgezet onderzoek naar de invloed van proteïnen is belangrijk voor de stikstofbalans (reductie van ammoniak emissies).
- Ook de samenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van circulaire bouwtechnologie wordt opnieuw opgestart.
Voorgesteld wordt om voor de ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen een bedrag van 100.000 EUR uit te trekken op het budget 2025 voor de vzw Thomas More Kempen (die ook optreedt namens de vzw Thomas More Mechelen-Antwerpen).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De deputatie heeft beslist volgende verdeling van dit verdeelkrediet aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:
? Project ‘Ondersteuning voor zelfstandigen in moeilijkheden (deelbudget 25.000 EUR)
? Project ‘Vlajo Mini-ondernemingen (schooljaar 2025 – 2026’ (deelbudget 30.000 EUR)
? Project ‘Rock Paper Pencil’ (deelbudget 25.000 EUR)
? Project ‘Havenklassen’ (deelbudget 30.000 EUR)
? Ondersteuning LED H2O provincie Antwerpen en ondersteuning watercirculariteit op bedrijventerreinen (deelbudget 78.000 EUR)
? Project ‘Antwerp.SRL (deelbudget 30.000 EUR)
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget 100.000 EUR - AP Hogeschool Antwerpen)
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget 100.000 EUR - Karel de Grote Hogeschool)
? Project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’ (deelbudget 100.000 EUR – Thomas More Kempen)
BESLUIT:
Artikel 1:
Ingestemd wordt met een subsidie van 25.000,00 EUR aan de vzw Dyzo (project ‘Ondersteuning voor zelfstandigen in moeilijkheden’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan de vzw Vlajo (project ‘Mini-ondernemingen voor het schooljaar 2025-2026’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Ingestemd wordt met een subsidie van 25.000,00 EUR aan POM Antwerpen (project ‘Rock Paper Pencil’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 4:
Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan de vzw Havenwereld (project ‘Havenklassen’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 5:
Ingestemd wordt met een subsidie van 78.000,00 EUR aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (project ‘Ondersteuning LED H2O in de provincie Antwerpen en ondersteuning watercirculariteit op bedrijventerreinen’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 6:
Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan de vzw Antwerp Smart Region Link (project ‘Antwerp.SRL’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 7:
Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen (project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 8:
Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan de vzw Karel de Grote Hogeschool (project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Artikel 9:
Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan de vzw Thomas More Kempen (project ‘Ondersteuning voor sterkere samenwerkingsverbanden met de hogescholen in de provincie Antwerpen’) vanuit het verdeelkrediet ‘Subsidie economie (V) van het budget 2025 ingeschreven onder ARK-code 64902000, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies (ramingsnummer MJP001383).
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/5 | Provinciale initiatieven. Het Gielsbos vzw. Jaarverslag 2024. Kennisname.
|
Het provinciedecreet van 30 november 2005.
Volgens de onderrichtingen dient het financieel en werkingsverslag van vzw’s, die volgens de omzendbrief van minister Kelchtermans niet als een para-provinciale vzw moeten worden beschouwd, maar waar wel provinciale mandatarissen aan het beleid deelnemen, en die een provinciale ondersteuning van minimum 2.500 EUR genieten, ter kennisneming aan de provincieraad worden medegedeeld.
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
Het jaarverslag 2024 van Het GielsBos vzw biedt o.a. een overzicht van:
- De belangrijkste gebeurtenissen van 2024 in een chronologisch overzicht.
- Het GielsBos in cijfers.
In uitvoering van de richtlijnen wordt bijgevoegd jaar- en financieel verslag 2024 van Het GielsBos vzw ter kennisname aan de provincieraad voorgelegd.
De provincieraad wordt gevraagd kennis te nemen van bijgevoegd jaar– en financieel verslag 2024 van Het GielsBos vzw.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 17 juli 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De deputatie hecht goedkeuring aan het voorgelegde jaar- en financieel verslag 2024 van vzw Het GielsBos en legt dit ter kennisname voor aan de provincieraad van 25 september 2025.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/6 | APB Gouverneur Kinsbergencentrum. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad;
- De artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- Het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Gouverneur Kinsbergencentrum;
- De beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Gouverneur Kinsbergencentrum.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het APB Gouverneur Kinsbergencentrum.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/7 | APB Havencentrum. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad;
- De artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- Het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Havencentrum;
- De beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Havencentrum.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het APB Havencentrum.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/8 | APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van 26 september 2013;
- de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB POA’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB POA.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 1/9 | APB Campus Vesta. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van 26 september 2013;
- de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf APB Campus Vesta.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB Campus Vesta’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB Campus Vesta.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/10 | Vereffening APB Provinciaal Documentatiecentrum Atlas. Eindverslag vereffenaars. Goedkeuring.
|
Artikel 237 van het provinciedecreet stelt: “De provincieraad kan steeds beslissen om tot ontbinding en vereffening van een autonoom provinciebedrijf over te gaan.”
Toepassing van artikel 219, §1 van het provinciedecreet.
Toepassing van artikel 237 van het Provinciedecreet.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publiek diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
In zitting van 22 februari 2024 werd de overdracht van de werking van het APB Documentatiecentrum Atlas naar de hogeschool Thomas More door uw raad goedgekeurd. Tevens werd het APB in vereffening gesteld vanaf 1 januari 2025. Gelet op het feit dat de interne staatshervorming van 2018 een focus legde op de grondgebonden bevoegdheden van de provincies, diende voor de continuïteit van bibliotheekwerking, het leercentrum en de uitleendienst van APB Documentatiecentrum Atlas een overnemer gezocht worden.
Met onderhavig verslag wordt het eindrapport van de vereffenaars mevr. Veerle Vervloesem en dhr. Hans Bergmans aan uw raad voorgelegd m.b.t. hun opdracht voor het APB Documentatiecentrum Atlas. Zij werden door uw raad hiervoor aangesteld in zitting van 22 februari 2024.
In uitvoering van hun opdracht hebben de vereffenaars sinds 1/01/2025 voor de genoemde entiteit de openstaande vorderingen trachten te innen en de uitstaande schulden af te lossen. Zij ronden hun opdracht af met volgend resultaat.
Actief |
|
| Passief |
|
MVA |
|
| EV |
|
0,00 |
| Reserves | 374.246,58 | |
Vlot. A |
|
|
|
|
Liquide Middelen | 374.246,58 |
|
|
|
|
|
|
|
|
| 374.246,58 |
|
| 374.246,58 |
Het volledige eindrapport van de vereffenaars gaat in bijlage bij dit verslag.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De sluiting van de vereffening betekent de overdracht van 374.246,58 EUR liquide middelen aan de in het vereffeningsbesluit van 22 februari 2024 aangeduide rechtsopvolger; i.e. Provincie Antwerpen. Eventuele kosten aan sluiting zullen nog verrekend worden op deze som.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad keurt het eindverslag van de vereffenaars mevr. Veerle Vervloesem en dhr. Hans Bergmans goed.
Artikel 2:
De provincieraad verleent kwijting aan de vereffenaars.
Artikel 3:
De eindbalans van het APB Documentatiecentrum Atlas wordt overgedragen aan provincie Antwerpen.
Bijlage:
- Eindrapport
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/1 | Provinciale overheidsopdrachten. Fietsostrade F1 Antwerpen-Brussel. Stenenmolenstraat tot Abeelstraat te Mechelen. Plaatsen opdracht, plaatsingswijze en bestek. Goedkeuring.
|
Artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet van 9 december 2005 bepaalt de bevoegdheid van de provincieraad.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.2 Tegen 2030 toegang voorzien tot veilige, betaalbare, toegankelijke en duurzame vervoerssystemen voor iedereen, waarbij de verkeersveiligheid verbeterd wordt, met name door het openbaar vervoer uit te breiden, met aandacht voor de behoeften van mensen in kwetsbare situaties, vrouwen, kinderen, personen met een handicap en ouderen
Op 26 november 2015 besliste de provincieraad om de ontbrekende schakel van de fietsostrade F1 Antwerpen – Brussel tussen Mechelen en Zemst op het grondgebied van Mechelen aan te leggen.
De provincieraad keurde op 1 september 2016 de aanstelling van het studiebureau Evolta goed voor de opmaak van de ontwerpdossiers en de opvolging van de uitvoering van de aanleg van de F1 Mechelen – Zemst op het grondgebied van Mechelen.
De dienst Mobiliteit (DMOB) rondde de mobiliteitsprocedure en het voorontwerpplan af eind 2018. De deputatie verleende de omgevingsvergunning voor de aanleg van de ontbrekende schakel tussen Mechelen en Zemst (van de Abeelstraat tot aan de grens met Zemst) voor de fietsostrade F1 Antwerpen - Brussel op 21 oktober 2021 en dit deel van de fietsostrade werd in gebruik genomen in november 2022.
Figuur 1: overzicht projectgebied
DMOB bestudeerde het noordelijke deel ter hoogte van het restaurant Passade (Stenenmolenstraat tot de Abeelstraat) om tot een kostenefficiënt ontwerp te komen.
Er werden verschillende varianten afgewogen en terug aan de projectstuurgroep voorgelegd. In juni 2025 gaven alle leden van de projectstuurgroep hun akkoord met het voorkeursalternatief (zie figuur 2 ter hoogte van restaurant Passade). Het voorkeurstracé blijft zo dicht mogelijk bij de sporen, maar er werd ruimte gezocht om geen complexe ingrepen te moeten doen in de berm van de sporen. Dit is enkel haalbaar door grond van de Passade in te nemen en de achterbouw af te breken.
Het voordeel van deze optie is dat er ter hoogte van de brug over de Stenenmolenstraat geen extra aansluiting komt voor fietsers, wat de complexiteit van het kruispunt verlaagt en dus een positieve impact heeft op de verkeersveiligheid. Ook de scherpe bocht met slechte zichtbaarheid wordt hierdoor vermeden.
Figuur 2: voorkeursalternatief ter hoogte van restaurant Passade
DMOB rondde het ontwerp af eind augustus 2025 en diende de omgevingsvergunningsaanvraag in bij de stad Mechelen.
Met het oog op een tijdige aanstelling van de aannemer in functie van de deadline voor de Kopenhagenmiddelen op 31 december 2025 werd het bestek reeds gepubliceerd na goedkeuring door de deputatie.
Het aanbestedingsdossier heeft de openbare procedure als plaatsingswijze op basis van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De geschatte uitvoeringstermijn voor het bouwen van de infrastructuur bedraagt ongeveer 180 werkdagen.
De opdracht omvat in hoofdzaak:
- Afbreken van enkele bijgebouwen
- Het opbreken van bestaande verhardingen
- Het rooien van bomen en struiken
- Uitvoeren van een algemeen droog grondverzet
- Het plaatsen van geotextiel
- Het plaatsen van keerwanden
- Het maken van onderfunderingen en steenslagfunderingen
- Het plaatsen van lijnvormige en plaatselijke elementen
- Het maken van nieuwe wegverhardingen zijnde asfalt.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
Er ontstaat nu nog geen financiële verbintenis.
De budgetten zijn beschikbaar op het ramingsnummer MJP000055, ARK 22810000/0290 Overige onroerende infrastructuur - installaties, uitrusting, werken: aanschaffingswaarde.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad keurt het bestek, de meetstaat en de ontwerpplannen van het uitvoeringsdossier over de aanleg van de ontbrekende schakel tussen de Stenenmolenstraat en de Abeelstraat in Mechelen voor de fietsostrade F1 Antwerpen – Brussel goed.
Artikel 2:
De provincieraad keurt de openbare procedure als plaatsingswijze voor de aanleg van de ontbrekende schakel tussen de Stenenmolenstraat en de Abeelstraat in Mechelen voor de fietsostrade F1 Antwerpen – Brussel goed.
Artikel 3:
De provincieraad neemt kennis van de raming van de werken voor de aanleg van de ontbrekende schakel tussen de Stenenmolenstraat en de Abeelstraat in Mechelen voor de fietsostrade F1 Antwerpen - Brussel.
Artikel 4:
De provincieraad neemt kennis van de publicatie van het bestek, de meetstaat en de ontwerpplannen van het uitvoeringsdossier, zo spoedig mogelijk na de goedkeuring door de deputatie.
Bijlagen:
- Bestek
- Meetstaat
- Ontwerpplannen
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/2 | Provinciale overheidsopdrachten. Fietsostrade F106 Aarschot-Herentals ontbrekende schakel cluster 8 te Herentals. Plaatsen opdracht, plaatsingswijze en bestek. Goedkeuring.
|
Artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet van 9 december 2005 bepaalt de bevoegdheid van de provincieraad.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.2 Tegen 2030 toegang voorzien tot veilige, betaalbare, toegankelijke en duurzame vervoerssystemen voor iedereen, waarbij de verkeersveiligheid verbeterd wordt, met name door het openbaar vervoer uit te breiden, met aandacht voor de behoeften van mensen in kwetsbare situaties, vrouwen, kinderen, personen met een handicap en ouderen
In de zitting van 20 april 2017 gunde de deputatie de studieopdracht van de fietsostrade F103 Lier - Herentals aan Evolta Engineers nv, Koningsstraat 270 te 1210 Sint-Joost-ten-Node (Brussel) met ondernemingsnummer 0420481538, voor het bedrag van 475.284,37 EUR incl. btw. De gegunde opdracht omvat het ontwerpen en de opmaak van het omgevingsvergunnings- en aanbestedingsdossier voor de fietsinfrastructuurprojecten op de F103 en de missing link van de fietsostrade F106 Aarschot - Herentals. Het huidige adres van de zetel van Evolta Engineers nv is: Havenlaan 86c bus 103a, 1000 Brussel.
De provincieraad keurde op 23 juni 2022 de projectnota’s van de clusters 7 en 8 goed en de uitbreiding van de studieopdracht van Evolta.
Onderstaande kaart geeft een overzicht van het projectgebied. Deze verbinding lost een missing link tussen de bestaande F106 en de aansluiting met de F103 Herentals – Lier op.
Cluster 8 omvat naast de aanleg van het fietspad in asfalt, eveneens de bouw van een aantal fietsbruggen voor ongelijkgrondse kruisingen van:
Onderstaande kaart geeft de kunstwerken weer:
Onderstaande figuur geeft een render van de bruggen weer:
Bovendien wordt de bereikbaarheid van deze missing link van de F106 versterkt door op- en afritten te voorzien op Rietbroek en de Herenthoutseweg.
De dienst Mobiliteit (DMOB) rondde het ontwerp af eind juni 2025 en diende de omgevings-vergunningsaanvraag in bij de stad Herentals.
Met het oog op een tijdige aanstelling van de aannemer in functie van de deadline voor de Kopenhagenmiddelen eind december 2025 werd het bestek reeds na de goedkeuring door de deputatie gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het aanbestedingsdossier heeft de openbare procedure als plaatsingswijze op basis van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De geschatte uitvoeringstermijn voor het bouwen van de infrastructuur bedraagt ongeveer 210 werkdagen.
De opdracht omvat in hoofdzaak:
- Het opbreken van bestaande verhardingen
- Het opbreken van de bestaande spoorbruggen
- Het rooien van bomen en struiken
- Uitvoeren van een algemeen droog grondverzet
- Het plaatsen van geotextiel
- Het maken van onderfunderingen en steenslagfunderingen
- Het plaatsen van lijnvormige en plaatselijke elementen
- Het maken van nieuwe wegverhardingen zijnde asfalt
- Het bouwen van nieuwe fietsbruggen.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
Er ontstaat nu nog geen financiële verbintenis.
De budgetten zijn beschikbaar op het ramingsnummer MJP000055, ARK 22810000/0290 Overige onroerende infrastructuur - installaties, uitrusting, werken: aanschaffingswaarde.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad keurt het bestek, de meetstaat en de ontwerpplannen van het uitvoeringsdossier over de aanleg van cluster 8 van de fietsostrade F106 Aarschot - Herentals goed.
Artikel 2:
De provincieraad keurt de openbare procedure als plaatsingswijze voor de aanleg van cluster 8 van de fietsostrade F106 Aarschot - Herentals goed.
Artikel 3:
De provincieraad neemt kennis van de raming van de werken voor de aanleg van cluster 8 van de fietsostrade F106 Aarschot - Herentals.
Artikel 4:
De provincieraad neemt kennis van de publicatie van het bestek, de meetstaat en de ontwerpplannen van het uitvoeringsdossier, zo spoedig mogelijk na de goedkeuring door de deputatie.
Bijlagen:
- Bestek
- Meetstaat
- Ontwerpplannen
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 2/3 | Provinciaal Groendomein Regio Mechelen. Aanpassing aan het arbeidsreglement. Goedkeuring.
|
Art. 43 §2, 2° van het Provinciedecreet.
Art. 4 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Deze verplicht elke werkgever om een arbeidsreglement op te stellen.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 8 Eerlijk werk en economische groei
SDG-subdoelstelling 8.5 Tegen 2030 komen tot een volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor alle vrouwen en mannen, ook voor jonge mensen en personen met een handicap, alsook een gelijk loon voor werk van gelijke waarde.
In het kader van een algemene herwerking en opfrissing van de arbeidsreglementen werd het huidig arbeidsreglement aangepast en hernieuwd waar nodig.
Over de jaren heen heeft het arbeidsreglement als regelgevend instrument in openbare besturen aan belang gewonnen, waar vroeger enkel de rechtspositieregeling als noodzakelijk beschouwd werd en het arbeidsreglement als een bijkomende formaliteit. Tegenwoordig staat het arbeidsreglement maar één trede lager dan de rechtspositieregeling.
Omwille van de stijging van het belang van het arbeidsreglement en om het document de waarde te geven die het verdient is dit het moment om het reglement grondig te herwerken.
Het einddoel is een duidelijk, leesbaar en informatief document zodat de personeelsleden van de dienst goed weten wat hun plichten zijn, maar ook wat hun rechten zijn wanneer ze werken voor de dienst.
De wijzigingen aan het arbeidsreglement zijn onmiddellijk op te merken aan de lay-out. Het nieuwe arbeidsreglement groepeert de relevante artikelen bij elkaar zodat er niet doorheen heel het document gezocht moet worden naar de relevante informatie. Bovendien zijn enkele extreem uitgebreide artikelen samengevat en de volledige artikels als bijlage bij het arbeidsreglement gevoegd. Aangezien bijlagen bij het arbeidsreglement dezelfde juridische waarde hebben als het arbeidsreglement zelf, is er geen probleem om dit te doen. Tot slot zijn de juridische verwijzingen naar wetten en decreten ook opgefrist zodat het hele reglement juridisch up-to-date is.
Het nieuwe arbeidsreglement bevat meer bepalingen dan het huidige. Dit omdat er enerzijds een aantal bepalingen waren die nauw aansloten bij artikelen die reeds in het arbeidsreglement stonden, maar enkel maar in de rechtspositieregeling waren opgenomen. Anderzijds zijn er een aantal artikels die hoofdzakelijk dienen om de het personeelslid te informeren en maar in beperkte mate verplichtingen opleggen, deze artikelen gaan hoofdzakelijk over de werktijdregeling en de gevolgen die dit heeft voor het personeelslid.
Wat de invoering van puur regelgevende bepalingen betreft zijn er een aantal nieuwigheden toegevoegd. Deze zijn onder andere:
- Mogelijkheid tot schorsen van een contractueel personeelslid
- Sancties bij overtreding rookverbod
- Omkleedtijd en douchetijd verduidelijkt
- Bij ziekte tijdens vakantie is een doktersbriefje vanaf dag 1 verplicht
- Verbod uitlenen werkmateriaal uitgeschreven
- Alcohol- en drugsverbod en uitzonderingen
- Wijziging tijdstip uitbetaling van het salaris
Over het algemeen zijn er maar een beperkt aantal volledig nieuwe bepalingen. De meeste bestonden al in één of andere ongeschreven vorm maar zijn nu opgenomen in het nieuwe arbeidsreglement. Dit om ervoor te zorgen dat de regels uniform worden toegepast, de personeelsleden weten wat er van hen verwacht wordt en er een duidelijke juridische basis is voor sancties.
DMCO rolt dit nieuw arbeidsreglement geleidelijk uit over de verschillende diensten en APB’s.
Overeenkomstig de bepalingen van de Arbeidsreglementenwet hebben de personeelsleden gedurende 15 dagen de kans gekregen om het nieuw arbeidsreglement in te kijken.
Op 17 juni 2025 is het arbeidsreglement onderhandeld met de vakbond afvaardiging van het PGRM
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De aanpassingen van bijgevoegd arbeidsreglement van het PGRM worden goedgekeurd.
Dit reglement gaat van kracht op 1 oktober 2025.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/4 | APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van APB Zilvermeer;
- de beheersovereenkomst met APB Zilvermeer.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB PRZ’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB Zilvermeer.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/5 | APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van APB De Schorre;
- de beheersovereenkomst met APB De Schorre.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB PRDS’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB De Schorre.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/6 | APB Provinciaal Vormingscentrum Malle. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van 26 september 2013;
- de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf APB PVM.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB PVM’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB PVM.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 2/7 | APB Cultuurhuis de Warande. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van APB de Warande;
- de beheersovereenkomst met APB de Warande.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB WAR’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB de Warande.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/8 | APB Toerisme Provincie Antwerpen. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van APB Toerisme Provincie Antwerpen;
- de beheersovereenkomst met APB Toerisme Provincie Antwerpen.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport APB TPA’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van APB Toerisme Provincie Antwerpen.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/9 | EVAP Arboretum Kalmthout vzw. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van EVAp Arboretum Kalmthout;
- de samenwerkingsovereenkomst met EVAp Arboretum Kalmthout.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport EVAP AK’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van EVAp Arboretum Kalmthout.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/10 | EVAP Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker vzw. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van EVAP Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker;
- de samenwerkingsovereenkomst met EVAP Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport EVAp PRSN’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van EVAP Provinciaal Sport- en Recreatiedomein De Nekker.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 2/11 | EVAP Kempens Landschap SON. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van EVAP Kempens Landschap SON;
- de samenwerkingsovereenkomst met EVAP Kempens Landschap SON.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport EVAP SKL’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van EVAP Kempens Landschap SON.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/12 | EVAP Lilse Bergen VZW. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van EVAP Provinciaal Recreatiedomein de Lilse Bergen;
- de samenwerkingsovereenkomst met EVAP Provinciaal Recreatiedomein de Lilse Bergen.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 moet de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in “BBC 2020”.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgrapport EVAp PRLB’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van EVAP Provinciaal Recreatiedomein de Lilse Bergen.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Mireille Colson Telefoon: 03 240 50 31
Agenda nr. 2/13 | Provinciale overheidsopdrachten. Deelname aan de raamovereenkomst software en diensten geplaatst door provincie Limburg. Goedkeuring.
|
Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Gelet op artikel 38 § 1 1° c van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2016.
Gelet op artikel 47 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 over gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aankoopcentrales.
Verantwoording/motivering
Op 3 augustus 2023 heeft de deputatie van provincie Limburg de raamovereenkomst software en diensten (referentie 2022N096330) onder de vorm van een Europese aanbestedingsprocedure gegund aan Group K met ondernemingsnummer 0769.335.308 en maatschappelijke zetel in Kunselveld 7 te 3530 Houthalen-Helchteren.
Binnen de bepalingen van de overheidsopdracht gaf provincie Limburg aan dat het optreedt als aankoopcentrale en vermeldde in het bestek het provinciebestuur Antwerpen als mogelijke afnemer.
De aanbestedingsprocedure duidde Group K aan als economisch meest voordelige en werd zo gekozen als de strategische partner voor de aankoop van software en bijhorende diensten voor de komende jaren.
De raamovereenkomst focust zich op beveiligingsoplossingen en de bijhorende diensten om ze goed op elkaar af te stemmen:
- Asset visibility & security
- Endpoint protection
- Email protection
- Zero trust network access
- Identity & access management
- Vulnerability management.
De huidige licentieovereenkomsten van provincie Antwerpen voor email protection (bv. anti-spam) en endpoint protection (antivirus) lopen eind 2025 en begin 2026 af. Het departement ICT wenst deze oplossingen grondig te vernieuwen en de huidige aparte oplossingen samen te brengen op één beveiligingsplatform. Deelname aan de raamovereenkomst van provincie Limburg maakt dit mogelijk en voorziet tevens in de bijhorende dienstverlening op afroep om een efficiënte en effectieve implementatie mogelijk te maken.
Voorgesteld wordt deel te nemen aan de raamovereenkomst van provincie Limburg voor de resterende contractperiode om te kunnen voorzien in essentiële beveiligingssoftware zoals een antivirusoplossing en de bescherming van provinciale mailboxen alsook de correcte inrichting van die oplossingen op één beveiligingsplatform.
De raamovereenkomst loopt over een maximale periode van 48 maanden sinds de sluiting van de opdracht tot en met 22 augustus 2027.
Het ontwerp is digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 31 juli 2025.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 16 Vrede, Justitie en sterke publieke diensten.
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
Afgaande op het huidige aankoopvolume van de voorbije jaren voor beveiligingsoplossingen, gecombineerd met een indexering van 2% per jaar en een 20% marge voor extra uitbreidingen of dienstverlening, worden de uitgaven voor de resterende duurtijd van de raamovereenkomst tot en met 22 augustus 2027 geraamd op 500.000 EUR incl. btw.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad beslist om deel te nemen aan de overheidsopdracht software en diensten gegund door provincie Limburg aan Group K voor de resterende duurtijd van de raamovereenkomst tot en met 22 augustus 2027 geraamd op 500.000 EUR incl. btw.
Bijlage:
- Dossier provincie Limburg
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 3/1 | APB Hooibeekhoeve. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad;
- De artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- Het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Hooibeekhoeve;
- De beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Hooibeekhoeve.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het APB Hooibeekhoeve.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 3/2 | EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Het oprichtingsbesluit van het EVAp Proefbedrijf Pluimveehouderij;
- De beheersovereenkomst met het EVAp Proefbedrijf Pluimveehouderij.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6. Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het EVAp Proefbedrijf Pluimveehouderij.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 3/3 | APB Kamp C. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad;
- De artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- Het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Kamp C;
- De beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Kamp C.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het APB Kamp C.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 3/4 | Provinciepersoneel. Wijziging van de rechtspositieregeling. Goedkeuring.
|
Artikel 101 provinciedecreet:
“De provincieraad stelt de rechtspositieregeling van het personeel vast.”
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, nadien aangepast.
Het deputatiebesluit van 19 juni 2025 aangaande de aanpassing van de nota scenario transities.
Het decreet van 14 maart 2003 houdende regeling van het politiek verlof van de personeelsleden van de provincies, de gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare besturen voor maatschappelijk welzijn die onder hun controle of toezicht.
Heden leggen we uw raad een aantal aanpassing van de RPR voor.
POLITIEK VERLOF
Personeelsleden die verkozen zijn tot een politiek ambt kunnen politiek verlof nemen. Afhankelijk van het politiek ambt dat men opneemt, het bevoegdheidsniveau en mogelijks inwoneraantal heeft men recht op verschillende politieke verlof die een verschillende duur kan hebben.
Gebaseerd op het decreet van 14 maart 2003 houdende regeling van het politiek verlof van de personeelsleden van de provincies, de gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare besturen voor maatschappelijk welzijn die onder hun controle of toezicht vallen, zijn er drie vormen van politiek verlof binnen het provinciebestuur: vrijwillig politiek verlof, facultatief politiek verlof en politiek verlof van ambtswege.
Voor vrijwillig politiek verlof krijgt men dienstvrijstelling, voor facultatief politiek verlof en verlof van ambtswege krijgt men geen dienstvrijstelling.
Eén van de gevolgen van het feit dat men geen dienstvrijstelling krijgt is dat de dagen dat men dit politiek verlof opneemt niet meetellen voor de berekening van het vakantiegeld van het personeelslid.
Dit gevolg bestond al, voorgesteld wordt om dit gevolg nu ook duidelijk op te nemen in de rechtspositieregeling.
FIETSLEASEPOLICY
De Provincie Antwerpen geeft sedert 2021 haar personeel de mogelijkheid om een fiets te leasen. Om dit mogelijk te maken is BIJLAGE XVII: Fietspolicy in de rechtspositieregeling, toegevoegd aan de RPR. Eén van de zaken die in deze policy staan is de verbrekingsvergoeding, namelijk wat er moet gebeuren in het geval het personeelslid de leaseovereenkomst niet kan verderzetten of indien het personeelslid verkiest om de leaseovereenkomst niet verder te zetten. In dit geval moet het personeelslid een keuze maken uit twee mogelijkheden. Ofwel de fiets overkopen. Ofwel een verbrekingsvergoeding betalen geraamd op de waarde van de fiets en de resterende termijn van de overeenkomst.
In de meeste gevallen vindt deze vroegtijdige stopzetting van de leaseovereenkomst plaats bij de stopzetting van de tewerkstelling van het personeelslid, namelijk ontslag. Het bestuur komt niet tussen bij deze verbreking van de leaseovereenkomst. Enerzijds omdat het bestuur geen partij is in de leaseovereenkomst, deze is tussen het personeelslid en de leasemaatschappij afgesloten. Anderzijds omdat het personeelslid de oorzaak is van de beëindiging van de leaseovereenkomt. Dit kan zijn door de eigen keuze van het personeelslid, wat bijvoorbeeld het geval is als het personeelslid beslist om ontslag te nemen. Dit kan ook het geval zijn door het gedrag of de geschiktheid van het personeelslid waardoor het bestuur kiest om het personeelslid te ontslaan.
Wanneer een dienst, departement of APB onderworpen wordt aan een herorganisatie en het personeelslid hierdoor ontslagen wordt, wordt dit verlies niet veroorzaakt door het personeelslid maar door de noodwendigheden van het bestuur.
In dit geval verliest een personeelslid die ter goede trouw een leaseovereenkomst heeft afgesloten waarvan het verwachtte dat het deze tot het einde zou kunnen uitvoeren, niet alleen diens tewerkstelling maar wordt diens leaseovereenkomst hierdoor eveneens automatisch verbroken. Bovenop alles moet het personeelslid een bijkomende vergoeding betalen aan de leasemaatschappij.
Gelet op de onrechtvaardigheid hiervan heeft de deputatie op 19 juni 2025 afgesproken om (gedeeltelijk) tussen te komen in de kosten die de verbreking van de leaseovereenkomst veroorzaakt. Dit doet het door:
OF
Voorgesteld wordt om deze regeling ook vast te leggen in de fietspolicy zelf.
REGLEMENT INWERKPERIODE EN EVALUATIE DECRETALE GRADEN
Voor de decretale graden (provinciegriffier en financieel beheerder) is er een apart reglement met specifieke bepalingen over de inwerkperiode en de evaluatie. Dit komt omdat artikel 111, al. 3 van het provinciedecreet een afzonderlijke regeling voor hen voorziet en zij bijvoorbeeld geëvalueerd moeten worden door een evaluatiecomité.
We stellen voor om dit reglement te herzien door de evaluatie van de decretale graden meer te aligneren op het systeem van de andere personeelsleden, waar één jaarlijks feedback en opvolgingsgesprek is voorzien. Ook voor de decretale raden zouden we één moment per jaar voorzien, in plaats van de twee die tot nu toe in het reglement stonden (maar niet wettelijk verplicht zijn). Het tussentijds functioneringsverslag dat halverwege het jaar opgemaakt wordt zouden we willen schrappen. Dit vergt immers een grote administratieve goedkeuringsflow (opmaken, nakijken, voorleggen aan deputatie, …) die niet in verhouding staat tot de minimale meerwaarde die het biedt. Tevens wordt geëxpliciteerd dat ook de leden van de deputatie betrokken worden bij het opstellen van het voorbereidend rapport, wat een bevestiging is van de reële toestand.
x
x…x
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 8 Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen.
SDG-subdoelstelling 8.5 Tegen 2030 komen tot een volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor alle vrouwen en mannen, ook voor jonge mensen en personen met een handicap, alsook een gelijk loon voor werk van gelijke waarde.
Overeenkomstig artikel 84 §4 2° van het provinciedecreet, werd het voorontwerp van wijziging van de RPR opgesteld in overleg met het managementteam op 1 september 2025;
Overeenkomstig artikel 2 §1 van de wet van 19 december 1974 over het syndicaal statuut, werd de wijziging van de RPR onderhandeld met de vakbonden (protocol d.d. 16 september 2025).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
Er is voldoende krediet op het personeelsbudget om de financiële gevolgen van dit besluit op te vangen.
BESLUIT:
POLITIEK VERLOF
Artikel 1:
Artikel 213 §1, al. 2 RPR wordt aangevuld met de volgende bepaling:
- “- het politiek verlof waarvoor men geen dienstvrijstelling krijgt”
FIETSLEASEPOLICY
Artikel 2:
In bijlage XVII: Fietspolicy, artikel 11 wordt de volgende paragraaf toegevoegd:
Artikel 11.6 – Vroegtijdige beëindiging van het contract door ontslag wegens herorganisatie
In het geval dat het personeelslid ontslagen wordt omwille van herorganisatie en diens leaseovereenkomst verbroken wordt, zal de werkgever het personeelslid compenseren ter waarde van de maximale verbrekingsvergoeding voor een gemiddelde leasefiets, zonder dat dit bedrag hoger mag zijn dan de verbrekingsvergoeding die het personeelslid verschuldigd is aan de leasemaatschappij.
In het geval dat het personeelslid ontslagen wordt omwille van herorganisatie en zijn leasefiets overkoopt, zal de werkgever het personeelslid compenseren voor de bijkomende administratieve kost die betaald moet worden naast de overnameprijs.
REGLEMENT INWERKPERIODE EN EVALUATIE DECRETALE GRADEN
Artikel 3:
Het aangepast reglement in bijlage, over de specifieke bepalingen voor de inwerkperiode en de evaluatie van de provinciegriffier en de financieel beheerder (de decretale graden), wordt goedgekeurd.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jinnih Beels Telefoon: 03 240 52 72
Agenda nr. 3/5 | Overname van bepaalde rechten en plichten van APB Havencentrum door het provinciebestuur van Antwerpen. Goedkeuring.
|
Artikel 42 §2 provinciedecreet bepaalt dat de provincieraad bevoegd is voor het bepalen van het provinciaal beleid, in casu het provinciaal personeelsbeleid.
Wet van 28 april 2003 betreffende aanvullende pensioenen.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 10 Ongelijkheid verminderen
SDG-subdoelstelling 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status
APB Havencentrum organiseert een filiaal dat voor 50% eigenaar is van Havenwereld, samen met 50% eigenaarschap van het Havenbedrijf.
Bij deze beweging verdwijnt het personeel bij het APB Havencentrum zelf en worden er geen verdere overeenkomsten voor het personeel (vb hospitalisatieverzekering) bij APB Havecentrum afgesloten.
Het moet echter mogelijk blijven dat de gepensioneerde personeelsleden die tot eind 2025 (einde lopende hospitalisatieverzekering) via APB Havencentrum aangesloten zijn met de provinciale hospitalisatieverzekering verzekerd blijven. Een overgang naar een andere verzekeraar op hogere leeftijd (na pensioen) is immers niet mogelijk. Dit kan door de gepensioneerde personeelsleden (en eventuele partners) die nu via APB Havencentrum zijn aangesloten, aan te laten sluiten via het provinciebestuur. Dit geeft geen meerkost vermits gepensioneerden en hun partners de premie zelf betalen. Dit geeft eveneens geen bijkomende administratieve last vermits op dit moment de administratieve ondersteuning van de APB’s reeds door DMCO gebeurt.
Verder moeten er nog andere rechten gegarandeerd blijven.
APB Havencentrum was met ingang van 1 januari 2014 aangesloten bij OFP Provant, de latere OFP Prolocus. Voor 1 januari 2014 was Havencentrum VZW (met ingang van 1 januari 2011) aangesloten. Als rechtsopvolger heeft APB Havencentrum alle rechten en plichten van Havencentrum VZW overgenomen.
Voor de contractuele personeelsleden werden pensioenbijdragen bij OFP Prolocus afgedragen. Bij pensionering keert OFP Prolocus een pensioen tweede pijler uit. Als een personeelslid de APB verlaat, heeft hij/zij de mogelijkheid om deze bijdragen ofwel mee te nemen naar een nieuwe werkgever, ofwel te laten staan bij OFP Prolocus.
Bij OFP Prolocus was het personeel van APB Havencentrum tot eind 2023 aangesloten bij een defined benefitplan, vanaf 1 januari 2024 had het de keuze tussen een defined benefitplan of een defined contributionplan.
Bij het defined benefitplan wordt op het moment van pensionering een pensioen tweede pijler uitbetaald dat gebaseerd is op het geactualiseerd loon van de laatste 5 jaar. Indien de opgebouwde reserves onvoldoende zijn om deze levenslange rente uit te keren, moet de werkgever bijspringen.
Bij het defined contributionplan wordt op het moment van pensionering gekeken of er een bepaald minimumrendement is behaald. Indien dit niet het geval is, moet de werkgever het tekort bijdragen.
Bijgevolg moet de werkgever in beide plannen garant staan voor eventuele tekorten. Vermits het niet de bedoeling is dat er nog personeelsverplichtingen bij APB Havencentrum blijven, moet deze verplichting overgenomen worden door een andere entiteit.
Er is heden geen overnameovereenkomst waarbij deze pensioenverplichtingen en de pensioenrechten overgedragen worden.
De overname van de pensioenverplichtingen gerelateerd aan de slapers (=de contractuele personeelsleden die vanaf 1 januari 2011 gewerkt hebben bij APB Havencentrum of Havencentrum VZW, voor de ontbinding uit dienst gingen en hun pensioenrechten nog niet overgedragen hebben) en de gepensioneerden met levenslange rente, moet dus geregeld worden.
Voorgesteld wordt dat Provincie Antwerpen, die tot dezelfde MIPS- groep (MIPS = Multi-inrichters pensioenstelsel') behoort, voormelde pensioenverplichtingen overneemt. (Bij een MIPS-groep zijn de leden van de groep financieel solidair).
Concreet wil dit zeggen dat de activa overeenstemmend met deze pensioenverplichtingen overgedragen worden van het compartiment MIPS APB Havencentrum, naar het compartiment MIPS provincie Antwerpen. Na deze overdracht is provincie Antwerpen de verantwoordelijke entiteit voor de pensioenverplichtingen van de slapers en gepensioneerden met levenslange rente.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
Door voormelde overname van de pensioenrechten en pensioenverplichtingen van APB Havencentrum is er geen meerkost voor het provinciebestuur. De over te dragen plichten worden immers tegengewogen door de over te dragen rechten (het kapitaal dat tot heden bijeengespaard is voor de aangeslotenen van APB Havencentrum).
Er is eveneens geen meerkost voor het aansluiten van de gepensioneerden van de APB bij de provinciale hospitalisatieverzekering vermits deze zelf hun premie betalen.
BESLUIT:
Artikel 1:
Provincie Antwerpen verbindt er zich toe om al de bij OFP Prolocus reeds opgebouwde pensioenrechten van de gepensioneerden en de slapers (= contractueel personeel dat werkzaam was bij APB Havencentrum of diens voorganger Havencentrum VZW vanaf 1 januari 2011 en dat uit dienst trad/ ontslagen werd zonder de verworven pensioenreserves naar een nieuwe werkgever over te dragen), over te nemen. De activa overeenstemmend met deze pensioenverplichtingen zullen van het compartiment MIPS APB Havencentrum, naar het compartiment MIPS provincie Antwerpen overgedragen worden.
Artikel 2:
Het op 31 december 2025 gepensioneerd personeel van APB Havencentrum (en diens eventuele partner) blijft aangesloten bij de provinciale hospitalisatieverzekering via het provinciebestuur. De kosten blijven ten laste van de gepensioneerde en diens partner.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/1 | Budget 2024. Machtigingskrediet 0390/64902000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Inhoudelijke wijziging project. Goedkeuring.
|
Art. 42 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
In budget 2024 werd onder budgetsleutel 0390/64902000 (MJP000228) - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’ een krediet van 796.814 EUR uitgetrokken.
De provincieraad heeft in zitting van 27 juni 2024 een volgende aanwending van het krediet goedgekeurd: een tweede reeks projecten voor een bedrag van 283.276,92 EUR, waarvan 36.650 EUR aan vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete als subsidie 2024 voor het project ‘Werken voor habitats en soorten in de Kempen’.
Op 18 juli 2024 gaf deputatie goedkeuring aan de toekenning van de subsidie aan vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete en betaling van een voorschot van 50%.
Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete vzw diende op 28 mei 2025 een verzoek in voor een inhoudelijke wijziging van het project ‘Werken voor habitats en soorten in de Kempen’.
Een aantal deelprojecten hebben minder budget nodig dan begroot of worden geschrapt, die middelen worden verdeeld over de andere of nieuw toegevoegde deelprojecten.
De 4 nieuwe deelprojecten passen volledig binnen de opzet van de oorspronkelijke aanvraag, waarbij RLKGN d.m.v. concrete terreinrealisaties en communicatie binnen haar werkingsgebied uitvoering geeft aan drie prioriteiten uit de ambitienota 2021-2026: werken aan functionele ecologische verbindingen, landschapszorg en het werken aan kwalitatieve beleefbare landschappen, creëren van draagvlak voor landschap, groene infrastructuur en biodiversiteit.
De deputatie keurde op 19 juni 2025 een uitstel van rapportage goed. De uiterste datum voor indiening van de rapportage werd daarbij vastgesteld op 31 oktober 2025.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.7 Tegen 2030 universele toegang voorzien tot veilige, inclusieve en toegankelijke, groene en openbare ruimtes, in het bijzonder voor vrouwen en kinderen, ouderen en personen met een handicap
SDG 15 Leven op het land
SDG-subdoelstelling 15.2 Tegen 2020 de implementatie bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toeroepen, verloederde bossen herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal opvoeren
subdoelstelling 15.5 Dringende en doortastende actie ondernemen om de aftakeling in te perken van natuurlijke leefgebieden, het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen en, tegen 2020, de met uitsterven bedreigde soorten te beschermen en hun uitsterven te voorkomen
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt de voorgestelde inhoudelijke wijziging voor het project ‘Werken voor habitats en soorten in de Kempen’, ingediend door vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/2 | Budget 2025. Machtigingskrediet 0390/64902000. Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring.
|
Art. 42 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
In het budget 2025 werd onder Budgetsleutel 0390/64902000 (MJP000228) - 'Subsidie voor leefmilieuprojecten' een krediet van 711.814 EUR uitgetrokken.
De verdeling van dit krediet dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincieraad. Na goedkeuring door uw raad zullen de afzonderlijke projecten aan de deputatie worden voorgelegd voor wat betreft de toekenning, betaling en uiterste rapportagedatum van de subsidie.
Met dit verslag worden twee categorieën projecten voorgelegd:
Projecten in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de provincie Antwerpen over de projectfinanciering van de Bosgroepen en de Regionale Landschappen:
De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de provincie Antwerpen over de projectfinanciering van de Bosgroepen en de Regionale Landschappen in de periode 1 januari 2025 – 31 december 2025, werd in zitting van 5 december 2024 door de deputatie goedgekeurd.
De overeenkomst heeft tot doel de samenwerking tussen het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en de provincie te definiëren rond de projectwerking, gefinancierd door het Agentschap, die uitgevoerd zal worden door de Bosgroepen en de Regionale Landschappen in de transitieperiode na de overdracht van deze instrumenten naar de provincies.
De projectwerking krijgt vorm in een jaarlijks actieprogramma dat de provincie opmaakt en dat de projecten van de Regionale Landschappen en Bosgroepen bundelt. Na goedkeuring door ANB vormt dit jaarlijks actieprogramma de basis voor het opvolgen en financieren van de betrokken projecten. Na de goedkeuring door ANB maakt ANB het bijbehorende voorschot en saldo over aan de provincie, die verder instaat voor de inhoudelijke en financiële afhandeling.
Voor het actieprogramma 2025 betreft het een bedrag van 386.167 EUR, waarvan 80% (zijnde 308.933,6 EUR) in 2025 als voorschot uitbetaald wordt. De overige 20% wordt normaliter (en onder voorbehoud van betaling door ANB), afhankelijk van de evaluatie van het jaarverslag, in 2026 uitbetaald.
De middelen worden als volgt toegewezen:
Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 44.704,33 EUR
Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 44.704,34 EUR
Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 44.704,33 EUR
Bosgroep Antwerpse Gordel vzw: 106.942 EUR
Bosgroep Kempen Noord vzw: 97.475 EUR
Bosgroep Zuiderkempen vzw: 47.637 EUR
--------------------
Totaal: 386.167 EUR
(Voor Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw gebeurt de uitbetaling via provincie Oost-Vlaanderen)
Projecten in uitvoering van provinciaal beleid:
Met dit verslag wordt een derde reeks projecten voor een bedrag van 40.000 EUR voor het werkjaar 2025 ter goedkeuring voorgelegd.
Voor onderstaande projecten zal een voorschot van 100% in 2025 uitbetaald worden.
Regionaal Landschap Rivierenland vzw – 15.000 EUR voor het project ‘Netwerk Rivierenland’.
Kleine landschapselementen vormen ecologische corridors binnen het landschap en zijn erg belangrijk voor het verhogen van de plaatselijke biodiversiteit. Vertrekkende vanuit de provinciale visie op het groenblauw netwerk in het Rivierenland wil Regionaal Landschap Rivierenland dieren en planten meer kansen geven in de regio. In Rivierenland vind je groene infrastructuur op veel (versnipperde) locaties: in de stad en op het platteland, in of nabij waterlopen, in een landschappelijk waardevol gebied, langs een drukke weg of op een industrieterrein. Iedereen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van een groter netwerk van groene infrastructuur. RLRL stimuleert samenwerking tussen actoren om zo de verbondenheid en biodiversiteit te bevorderen.
De voorgestelde projecten binnen deze aanvraag geven de volgende doelstellingen uit het provinciaal meerjarenplan 2021 – 2026:
De subsidie voor dit project is een aanvulling op de subsidie die door uw raad werd goedgekeurd in zitting van 26 juni 2025.
Hogeschool PXL – 25.000 EUR voor het project ‘Verhogen van de effectiviteit van de afvangsten van de Amerikaanse stierkikker aan de hand van slimme managementtools’.
In het kader van het Europese LIFE-project 3n-Stierkikker (2019–2025) heeft binnen Hogeschool PXL de groep BIO-Research de coördinatie uitgevoerd van de afvangactiviteiten met betrekking tot de Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus). Deze afvangsten werden uitgevoerd in samenwerking met de provincie Antwerpen, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en Hogeschool PXL. Met de inwerkingtreding van een beheerregeling voor de Amerikaanse stierkikker vanaf 2026, zal PXL BIO-Research de coördinatie blijven verzekeren van zowel het Early Warning Rapid Response-systeem als de planning en uitvoering van de operationele afvangacties.
In voorbereiding op het vangstseizoen 2026 is er een dringende behoefte aan een robuuste, gebruiksvriendelijke en foutreducerende digitale registratieapplicatie voor veldgegevens.
Daarnaast is een toekomstgerichte herwerking van de bestaande beheerkaart noodzakelijk.
Om beide digitale instrumenten – enerzijds de registratieapplicatie, anderzijds de beheerkaart – tijdig operationeel te krijgen vóór de start van het vangstseizoen 2026, en om de effectiviteit van het beheer van de Amerikaanse stierkikker structureel te versterken, is bijkomende financiering nodig.
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
Subdoelstelling 11.4 De inspanningen verhogen om het culturele en natuurlijke erfgoed van de wereld te beschermen en veilig te stellen
Subdoelstelling 11.7 Tegen 2030 universele toegang voorzien tot veilige, inclusieve en toegankelijke, groene en openbare ruimtes, in het bijzonder voor vrouwen en kinderen, ouderen en personen met een handicap
SDG 15 Leven op het land
Subdoelstelling 15.2 Tegen 2020 de implementatie bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toeroepen, verloederde bossen herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal opvoeren
Subdoelstelling 15.8 Tegen 2020 maatregelen invoeren om de invoering van invasieve uitheemse soorten in land- en waterecosystemen te beperken en hun impact op aanzienlijke wijze te beperken, en de prioritaire soorten controleren of uitroeien
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2025, ingeschreven als machtigingskrediet - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’.
Budgetsleutel 0390/64902000 (MJP000228) - 'Subsidie voor leefmilieuprojecten'.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/3 | APB Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2024 moet voorgelegd worden aan de provincieraad.
Volgens artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 moet voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad worden voorgelegd.
Daarnaast zijn de volgende artikelen en besluiten relevant:
- artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC2021, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 inzake opvolgings-rapportering;
- artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne;
- de beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden in BBC 2020.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapport APB PIH’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Instituut voor Hygiëne.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/4 | Provinciale overheidsopdrachten. Raamovereenkomst voor levering van tijdschriften en periodieken. Plaatsen opdracht, plaatsingswijze en bestek. Goedkeuring.
|
Artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Artikel 36 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Aan uw raad worden de voorwaarden voorgelegd voor de raamovereenkomst voor de levering en het beheer van tijdschriften, kranten, periodieken en elektronische publicaties en database.
De raamovereenkomst voor de levering en het beheer van tijdschriften, kranten, periodieken en elektronische publicaties en database wordt door steeds meer diensten en entiteiten gebruikt. De aflopende opdracht kende een totale afname van ca. 200.000,00 EUR (excl. btw) over een periode van 31 maanden.
Op basis daarvan stelt het departement Logistiek voor om de nieuwe opdracht te plaatsen via een openbare procedure met Europese bekendmaking. Dit is de standaardprocedure voor opdrachten van die omvang.
De deputatie stelt voor om de voorwaarden bij voornoemde opdracht goed te keuren en als wijze van gunnen van de leveringen de openbare procedure vast te stellen.
De provincie Antwerpen treedt in dit dossier ook op als aankoopcentrale.
Gezien de raming moet de opdracht op Europees niveau gepubliceerd worden.
De opdrachtdocumenten zijn digitaal beschikbaar.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 12 Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen
SDG-subdoelstelling 12.7 Duurzame praktijken bij overheidsopdrachten bevorderen in overeenstemming met nationale beleidslijnen en prioriteiten.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De kostenraming van deze raamovereenkomst bedraagt voor de provincie Antwerpen en haar entiteiten 564.000 EUR (excl. btw) en heeft een totale geraamde waarde van 624.000 EUR (excl. btw) voor een periode van 48 maanden.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan de voorwaarden voor de raamovereenkomst voor de levering en het beheer van tijdschriften, kranten, periodieken en elektronische publicaties en database en stelt als wijze van gunnen van deze opdracht de openbare procedure vast.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/5 | Vastgoed. Antwerpen. Topsporthal. Verhoging nominatieve subsidie aan de stad Antwerpen voor onderhouds- en herstellingswerken. Goedkeuring.
|
Provinciedecreet, artikel 43 §2, 28°.
- Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen
- Algemeen provinciaal reglement van 26 oktober 2023 betreffende subsidies die toegekend worden door de Provincie Antwerpen
- Akte van 2 augustus 2006 betreffende erfpachtverlening door de provincie aan de stad Antwerpen inzake verschillende percelen grond te Antwerpen, 7de afdeling, wijk G en 40ste afdeling, wijk C
Bij akte van 2 augustus 2006 gaf de provincie enkele percelen van de Sportpaleissite in erfpacht aan de stad Antwerpen voor de bouw van een topsporthal. Via een opstalrecht verleend door de stad bouwde vervolgens de nv Antwerps Sportpaleis op die percelen de Lotto-Arena.
In de akte ging de provincie de contractuele verplichting aan om tussen te komen in de kosten van de onderhouds- en herstellingswerken van de topsporthal die de stad Antwerpen jaarlijks aan de nv Antwerps Sportpaleis moet betalen, en dit voor een maximumbedrag van 92.631,00 EUR/jaar, jaarlijks indexeerbaar op basis van de gezondheidsindex.
Budgettair staat deze contractuele verplichting ingeschreven als een nominatieve subsidie. Voor 2025 bedraagt de provinciale tussenkomst 144.910,70 EUR.
In het budget 2025 staat evenwel slechts 132.259,00 EUR ingeschreven. Bijgevolg wordt aan uw raad voorgesteld om het in het budget 2025 voorziene subsidiebedrag op te trekken met afgerond 12.652,00 EUR.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De verhoging van het subsidiebedrag met 12.652,00 EUR op budgetsleutel A000155 - A Dienst Architectuur en Vastgoed Interne werking - DAV - MJP000266 - Subsidie aan de stad Antwerpen voor onderhouds- en herstellingskosten topsporthal (N) met ARK 64901000 Nominatieve subsidies wordt volledig gecompenseerd door eenzelfde vermindering van budgetsleutel A000158 - A Dienst Architectuur en Vastgoed Huur en huurlasten - DAV - MJP000262 – Huur van gebouwen, terreinen en lokalen DAV met ARK 61000000 Huur, huurlasten en andere vergoedingen voor onroerende goederen.
BESLUIT:
Enig artikel:
De nominatieve subsidie aan de stad Antwerpen voor onderhouds- en herstellingswerken aan de Topsporthal zal verhoogd worden via een aanpassing van de raming binnen het departement Logistiek.
Om tegemoet te komen aan de jaarlijkse indexering van de kosten, zoals bepaald in de akte van 2 augustus 2006, zal het voorziene subsidiebedrag in 2025 verhoogd worden met 12.652,00 EUR van 132.259,00 EUR naar 144.911,00 EUR.
Ter compensatie wordt budgetsleutel A000158 - A Dienst Architectuur en Vastgoed Huur en huurlasten - DAV - MJP000262 – Huur van gebouwen, terreinen en lokalen DAV met ARK 61000000 Huur, huurlasten en andere vergoedingen voor onroerende goederen, verminderd met eenzelfde bedrag.
Openbare behandeling van agendapunt
De inhoud van het raadsverslag dat je wenst op te vragen bevat privacygevoelige gegevens. Daarom maken we het niet publiek toegankelijk.
Je kunt het raadsverslag schriftelijk opvragen via een e-mail aan de griffie van de provincie Antwerpen: griffie@provincieantwerpen.be
Openbare behandeling van agendapunt
De inhoud van het raadsverslag dat je wenst op te vragen bevat privacygevoelige gegevens. Daarom maken we het niet publiek toegankelijk.
Je kunt het raadsverslag schriftelijk opvragen via een e-mail aan de griffie van de provincie Antwerpen: griffie@provincieantwerpen.be
Openbare behandeling van agendapunt
De inhoud van het raadsverslag dat je wenst op te vragen bevat privacygevoelige gegevens. Daarom maken we het niet publiek toegankelijk.
Je kunt het raadsverslag schriftelijk opvragen via een e-mail aan de griffie van de provincie Antwerpen: griffie@provincieantwerpen.be
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/9 | Vastgoed. Ranst. Grote Merriebeek (A.3.18). Ruiling beddingen. Goedkeuring.
|
Artikel 43 van het provinciedecreet van 9 december 2005
- Gecoördineerd decreet van 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid
- Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende diensten
Bij besluit de deputatie van 26 mei 2005 bekwam dhr. Meeus machtiging tot het verleggen van de waterloop van 2de categorie nummer A.3.18 “Grote Merriebeek” te Ranst (Broechem) nabij Achterlo 9. De verlegging werd uitgevoerd en de provinciale dienst Integraal Waterbeleid heeft destijds een gunstige keuring voor deze werken afgeleverd.
Bij een verlegging van een onbevaarbare waterloop is het gebruikelijk dat het eigendom van de verlaten bedding, eigendom van de provincie Antwerpen, geruild wordt tegen de nieuwe bedding, eigendom van de aanvragers. De aanvragers zijn de enige aangelanden van de verlaten bedding. Bij deze verlegging is dit tot op heden nog niet gebeurd. Huidig provincieraadsbesluit beoogt deze bestaande situatie te regulariseren.
De verlaten bedding heeft een oppervlakte van 250 m². Het nieuwe tracé, kadastraal gekend als deel van het perceel Ranst, 1e afdeling, sectie C, nummer 146C, is 553 m² groot. De verlaten bedding staat op bijgevoegd opmetingsplan van landmeter-expert Marijn Palmans dd. 18 maart 2025 aangeduid als “Deel A”, de nieuwe bedding als “Deel B”.
Aangezien de provincie Antwerpen meer grond verkrijgt dan ze afstaat geschiedt de ruiling met gesloten beurs. De tegenpartij draagt alle kosten en erelonen verbonden aan het opstellen en verlijden van de akte.
Er is recent een bodemonderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat er geen verdere maatregelen nodig zijn. De ruiling voldoet dus aan de voorwaarden van het bodemdecreet.
Aan uw raad wordt voorgesteld machtiging te verlenen voor deze grondruil.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
SDG 6 Schoon water en sanitair
SDG-subdoelstelling 6.6 Tegen 2020 de op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, bossen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren
SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.5 Tegen 2030 het aantal doden en getroffenen aanzienlijk verminderen en in aanzienlijke mate de rechtstreekse economische impact op het bruto binnenlands product terugschroeven dat veroorzaakt wordt door rampen, met inbegrip van rampen die met water verband houden, waarbij de klemtoon ligt op het beschermen van de armen en van mensen in kwetsbare situaties
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De aktekosten en erelonen worden betaald door de tegenpartij.
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt machtiging verleend tot een gratis grondruiling met de familie Meeus van de oude bedding van de waterloop nummer A.3.18 “Grote Merriebeek” te Ranst, gelegen 1e afdeling, sectie C, zonder nummer, groot volgens meting 250 m², eigendom van de provincie, tegen de nieuwe bedding, 1e afdeling, sectie C, deel van nummer 146C, 553 m² groot, eigendom van de familie Meeus, zoals aangeduid op het plan van landmeter-expert Marijn Palmans dd. 18 maart 2025.
Artikel 2:
Voor zover als nodig wordt beslist het de verlaten bedding te desaffecteren uit het openbaar domein.
Artikel 3:
Alle kosten en erelonen verbonden aan het opstellen en verlijden van de ruilingsakte vallen ten laste van de tegenpartij.
Openbare behandeling van agendapunt
De inhoud van het raadsverslag dat je wenst op te vragen bevat privacygevoelige gegevens. Daarom maken we het niet publiek toegankelijk.
Je kunt het raadsverslag schriftelijk opvragen via een e-mail aan de griffie van de provincie Antwerpen: griffie@provincieantwerpen.be
Openbare behandeling van agendapunt
De inhoud van het raadsverslag dat je wenst op te vragen bevat privacygevoelige gegevens. Daarom maken we het niet publiek toegankelijk.
Je kunt het raadsverslag schriftelijk opvragen via een e-mail aan de griffie van de provincie Antwerpen: griffie@provincieantwerpen.be
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/12 | Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Artikel 155 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd. Deze opvolgingsrapportering zorgt ervoor dat de raadsleden voldoende informatie blijven krijgen over de uitvoering van het meerjarenplan.
Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen bepaalt de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten.
Volgens de richtlijnen van BBC moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. Dit rapport bestaat uit de 3 wettelijke rapporten:
1) Beleidsevaluatie
Per prioritaire beleidsdoelstelling en per onderliggend prioritair actieplan, volgende gegevens:
- de evaluatie met een score (voldoende / nipt voldoende / nipt onvoldoende onvoldoende) en toelichting indien de score niet ‘voldoende’ is
- cijfers 2025 met de initiële kredieten (vastgesteld in december 2024), de eindkredieten (budget na aanpassing meerjarenplan juni 2025) en rekeningcijfers kwartaal 2 (geboekt op 30 juni 2025)
2) Rapport J1: Doelstellingenrekening (per doelstelling cijfers 2025 naar soort krediet)
3) Rapport T2: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard (cijfers 2020-2025)
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA)
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De deputatie stelt voor om het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 als kennisname voor te leggen aan de provincieraad.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025.
Bijlagen: Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/13 | Provinciale overheidsopdrachten. Aanstelling commissaris-revisor voor de verzelfstandigde entiteiten van het provinciebestuur Antwerpen. Plaatsen opdracht, plaatsingswijze, bestek. Goedkeuring.
|
Overeenkomstig artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet is de provincieraad bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten.
- De wet van 17 juni 2016 de overheidsopdrachten.
- Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
- Het provinciedecreet, in het bijzonder artikel 57 §3, 4°.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publiek diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
De dienst boekhouding stelt voor om een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor de aanstelling van een bedrijfsrevisor en revisor-commissaris voor de verzelfstandigde entiteiten van het provinciebestuur Antwerpen voor de boekjaren 2025, 2026 en 2027 via een openbare procedure.
Op dit moment wordt de principiële beslissing om de opdracht te plaatsen, de keuze van de plaatsingswijze en het bestek voorgelegd.
Voorgeschiedenis en beleidscontext
In de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten tussen het hoofdbestuur en respectievelijk de autonome provinciebedrijven (APB) en de extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm (EVAP), is opgenomen dat de jaarrekening van de EVA moet worden onderworpen aan een voorafgaande revisorale controle.
Het departement Financiën van de provincie Antwerpen organiseert de aanbesteding en coördineert de externe audit door de bedrijfsrevisor.
Verantwoording/motivering
Gelet op de aflopende opdracht en de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten, stelt de dienst Boekhouding voor om een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor de aanstelling van een bedrijfsrevisor en revisor-commissaris voor de verzelfstandigde entiteiten van de provincie Antwerpen voor de boekjaren 2025, 2026 en 2027 via een openbare procedure.
De jaarlijkse audit van de bedrijfsrevisor draagt bij tot het verzekeren van de betrouwbaarheid en transparantie van de financiële informatie en leidt uiteindelijk tot een jaarlijkse certificering van de jaarrekeningen. Het bestek omvat de administratieve en technische gegevens omtrent de uitvoering van de audit, de nodige communicatiestromen en de terugkoppelmomenten naar zowel de bestuursorganen van de entiteiten, als naar het hoofdbestuur.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De opdracht wordt geraamd op 316.000 EUR exclusief btw voor een periode van 36 maanden.
Het provinciebestuur treedt op als opdrachtencentrale voor de extern verzelfstandigde entiteiten (EVA). Elke entiteit draagt zelf de kost van de eigen revisorale controle. Deze overheidsopdracht heeft bijgevolg geen financiële impact voor het provinciebestuur.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt het plaatsen van een overheidsopdracht via de openbare procedure voor de aanstelling van een bedrijfsrevisor en revisor-commissaris voor de verzelfstandigde entiteiten van het provinciebestuur Antwerpen voor de boekjaren 2025, 2026 en 2027 met een kostenraming van 316.000 EUR (excl. btw) goed.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/14 | Provinciale overheidsopdrachten. Aanstelling leverancier boekhoudtoepassing voor de EVA. Plaatsen opdracht. Keuze gunningswijze en selectieleidraad. Goedkeuring.
|
Overeenkomstig artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet is de provincieraad bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten.
Wetboek van economisch recht;
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
Besluit van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
SDG 16 Vrede, justitie en sterke publiek diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus
Sinds de oprichting van de extern verzelfstandigde agentschappen gebruiken zij allen eenzelfde softwarepakket opgelegd door de provincie Antwerpen voor de opvolging van de financiële processen en de registratie van de financiële beslissingen die zij nemen. Destijds kwam dit concreet neer op het feit dat zij een bedrijfseconomische boekhouding konden voeren zoals bepaald door het Wetboek van Economisch (W.E.R.) en/of het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (W.V.V.).
Vanaf 2014 zijn de autonome provinciebedrijven (APB), net zoals het hoofdbestuur, onderworpen aan de BBC-regelgeving en dienden zij hun boekhouding en rapportering hierop af te stemmen. De extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm (EVAP) zijn hier in principe niet aan onderworpen. Aangezien zij echter wel wettelijk verplicht zijn om jaarlijks een begroting op te maken en we als bestuur reeds een uitgebreide procedure hebben uitgewerkt in het kader van het meerjarenplan, werd er beslist om de beleids- en beheerscyclus ook op hen van toepassing te maken. Hierdoor bereiken we nl. eenvoud, eenduidigheid en efficiëntie m.b.t. interne processen en uniforme rapportering aan de provincieraad.
Op beide kantelmomenten in de tijd werd beslist om de overeenkomst met de reeds bestaande leverancier Integreat (voorheen Exact) verder te zetten en in 2014 uit te breiden met een upgrade om de bestaande modules aan te passen aan de BBC-normen en de ontwikkeling van een bijkomende module meerjarenplanning. Vanuit de optiek om zo weinig mogelijk impact te creëren op de dagelijkse werking en de beleidsuitvoerende taakstelling van de EVA was Integreat destijds de meest voor de hand liggende keuze als leverancier om deze bijkomende aanpassingen te implementeren. Bijgevolg werd de overeenkomst stilzwijgend verlengd tot op heden.
Aangezien een blijvende stilzwijgende verlenging van deze opdracht om diverse redenen niet wenselijk is en evenmin verenigbaar is met de wetgeving op de overheidsopdrachten, stelt het departement Financiën voor om een opdracht te plaatsen via de mededingingsprocedure met onderhandeling met Europese bekendmaking (artikel 38 § 1 1° c van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
De opdracht kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's.
Motivering:
De functionele en technische vereisten kunnen weliswaar opgenomen worden in het bestek, maar de concrete uitwerking van de dienstverlening, de datamigratie, de integratie en de SLA’s kunnen enkel in overleg met de inschrijvers op ondubbelzinnige en vergelijkbare wijze uitgewerkt worden.
De opdracht wordt niet in percelen verdeeld. Gezien de aard van de toepassing, de gevoeligheid van de data en de cruciale schakel die de toepassing vormt in de opvolging van de budgettaire en financiële processen binnen de provincie Antwerpen en haar verzelfstandigde entiteiten is het aangewezen om voor de volledige opdracht één contractueel aanspreekpunt te hebben. Daarenboven is het in het kader van uniformiteit en continuïteit van de dagelijkse werkzaamheden belangrijk dat er binnen één alomtegenwoordig softwarepakket kan gewerkt worden.
Omdat continuïteit van de dienstverlening en de financiële processen uiterst belangrijk is en de impact op de organisatie immens is, wordt er gekozen voor een voldoende lange looptijd van de opdracht. De opdracht heeft een maximale looptijd van acht jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld bij de sluiting.
De provincie Antwerpen zal alle kandidaten selecteren die voldoen aan de selectiecriteria die zijn opgenomen in de selectieleidraad. De geselecteerde kandidaten zullen uitgenodigd worden om een offerte in te dienen op basis van het bestek dat momenteel nog in opmaak is. Dit bestek zal aan de provincieraad ter goedkeuring worden voorgelegd.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
De kostprijs voor de looptijd van deze opdracht wordt geraamd op 2.200.000 EUR excl. btw.
Het provinciebestuur treedt op als opdrachtencentrale voor de extern verzelfstandigde entiteiten en andere rechtspersonen belast met taken van provinciaal belang.
Het provinciebestuur zal enkele licenties afnemen voor key users binnen het hoofdbestuur. De kosten hiervoor worden geraamd op 40.000 EUR exclusief btw voor een periode van 8 jaar. Deze kosten zullen aangerekend worden op raming MJP000397 - Software boekhouding met ARK 2025/61300000/01/0111/SFIN – Andere diensten en leveringen.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad keurt het plaatsen van een overheidsopdracht via de mededingingsprocedure met onderhandeling voor het aanstellen van een leverancier van een financiële ICT-toepassing voor de provinciale extern verzelfstandigde agentschappen en andere rechtspersonen belast met taken van provinciaal belang met een kostenraming van 2.200.000 EUR (excl. btw) goed.
Artikel 2:
De provincieraad keurt de selectieleidraad goed.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/15 | Ministerieel besluit tot vernietiging van de beslissing van de provinciegriffier van 17 april 2025 i.v.m. het weigeren van het recht van inzage in dossier bedrijfsbelasting. Kennisname.
|
Art. 248 § 1, 2e lid van het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Artikel 30 van het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Artikelen 68 en 69 van het Huishoudelijk reglement van de provincieraad, goedgekeurd op 26 juni 2025.
Op 3 mei 2025 diende provincieraadslid Ilse van Dienderen een klacht in bij het Agentschap Binnenlands bestuur (ABB).
De klacht had betrekking op de beslissing van 17 april 2025 van het provinciebestuur bij monde van Provinciegriffier Maarten Puls, waarbij het inzagerecht van het provincieraadslid in welbepaalde stukken uit een individueel dossier bedrijfsbelasting, gemotiveerd werd geweigerd.
Naar aanleiding van deze klacht vroeg het Agentschap Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale Organisatie, Werking en Personeel, aan de deputatie het dossier, de betrokken besluiten, een uitgebreide toelichting en haar standpunt over de klacht op.
Het antwoord hierop werd goedgekeurd in deputatiezitting van 28 mei 2025 en bezorgd aan het Agentschap Binnenlands bestuur.
Ondertussen werd de deputatie in kennis gesteld van het Ministerieel besluit van 9 juli 2025 tot vernietiging van de beslissing van de provinciegriffier van 17 april 2025 i.v.m. het weigeren van het recht van inzage in een individueel dossier bedrijfsbelasting.
De minister kwam tot de conclusie dat het provinciebestuur onterecht het inzagerecht van provincieraadslid Ilse van Dienderen heeft geweigerd.
Het vernietigingsbesluit wordt in bijlage toegevoegd en wordt ter kennisname voorgelegd aan de provincieraad.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.3 De rechtsregels bevorderen op nationaal en internationaal niveau en gelijke toegang tot het rechtssysteem voor iedereen garanderen
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt kennis van het Ministerieel besluit van 9 juli 2025 tot vernietiging van de beslissing van de provinciegriffier van 17 april 2025 i.v.m. het weigeren van het recht van inzage in een individueel dossier algemene provinciebelasting op bedrijfsvestigingen.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/16 | APB Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen. Opvolgingsrapportering eerste semester 2025. Kennisname.
|
Het artikel 155 van het provinciedecreet, stipuleert dat voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de provincieraad wordt voorgelegd.
- Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering, aangaande de elementen die de opvolgingsrapportering minstens dient te bevatten;
- Het rapport met de stand van zaken over de uitvoering van de geplande beleidsdoelstellingen in het eerste semester van 2025 moet voorgelegd worden aan de provincieraad;
- De artikelen 225 tot 237 van het provinciedecreet;
- Het oprichtingsbesluit van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen;
- De beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen.
Sinds 2014 gebeurt de opmaak, de aanpassing en de opvolging van het meerjarenplan volgens de richtlijnen van de Vlaamse overheid, over de beleids- en beheerscyclus (BBC). Vanaf 2020 dient de wetgeving van het decreet Lokaal Bestuur gevolgd te worden, waarin de richtlijnen rond BBC verfijnd werden.
Vanaf 2020 moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de raad worden voorgelegd. Het gaat om een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, voor zowel het hoofdbestuur als de verzelfstandigde entiteiten.
Die opvolgingsrapportering is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.
Het resultaat is het rapport ‘Opvolgingsrapportering – 1ste semester 2025’ in de bijlage. De prioritaire beleidsdoelstellingen en actieplannen worden weergegeven met een score, samen met de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven. Alle doelstellingen in ons bestuur zijn prioritair en worden allemaal weergegeven. Enkel de cijfers van ‘niet in doelstellingen te vatten beleid’ worden niet weergegeven.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)
SDG 16 Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
SDG-subdoelstelling 16.6 Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instellingen ontwikkelen op alle niveaus.
SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA).
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2025.
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2025 van het APB Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Voorstel
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 4/17 | Voorstel tot beslissing inzake een algemeen en breed toepasbaar ethisch beleidskader in het provinciale aankoopbeleid, ingediend door Daan Reydams (Groen). Goedkeuring.
|
Feitelijke context en verantwoording
Gezien:
- Het Advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024, waarin de Israëlische bezetting van Palestina onwettig werd verklaard en derde staten werden opgeroepen om zich te onthouden van economische en handelsbetrekkingen die de illegale situatie in stand houden;
- De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024 en de daaropvolgende maatregelen in maart en mei 2024, waarin het Hof het plausibele risico op genocide in Gaza erkent;
- De verplichtingen die voortvloeien uit de Genocideconventie (1948), waarin staten zich verbinden om genocide te voorkomen;
- De rol van decentrale overheden zoals provincies in het garanderen van respect voor mensenrechten via hun beleid, aankopen, investeringen en internationale samenwerkingen.
- De verscheidene conflicten wereldwijd zoals in de Democratische Republiek Congo of Soedan, waar toegang tot (economische) grondstoffen een rol speelt.
- Verschillende concrete voorbeelden uit de recente wereldgeschiedenis die de effectiviteit van economische sancties aantonen.
Meegenomen in de overweging:
- De provincie grote publieke vertegenwoordigt waarde via haar aankoopbeleid, investeringen en financiële samenwerkingen, die in overeenstemming moeten zijn met mensenrechten en internationaal recht;
- De provincie kan in haar coördinerende rol richting de Antwerpse gemeenten best practices aanreiken om mensenrechten te verankeren in lokaal beleid;
- Provincie Antwerpen draagt ook op educatief en maatschappelijk vlak verantwoordelijkheid om haar burgers, scholen en organisaties bewust te maken van het belang van internationaal recht en mensenrechten.
Besluit
1) De provincieraad geeft de deputatie de opdracht om een provinciaal beleidskader uit te werken dat garandeert dat bedrijven en instellingen die betrokken zijn bij de instandhouding van de illegale bezetting of bij andere ernstige schendingen van internationaal recht uitgesloten worden van provinciale overheidsopdrachten, samenwerkingen en investeringen. Dit kader dient consequent toepasbaar te zijn bij schendingen van het internationaal recht.
2) In toevoeging tot artikel 1 voegt de provincie bij een bestek een verklaring op eer in die ondertekend dient te worden door afnemers van provinciale overheidsopdrachten.
3) Binnen de provinciale educatieve werking dienen educatieve en sensibiliserende initiatieven gestimuleerd te worden rond internationaal recht, mensenrechten en de situatie in Palestina.
4) De provincie Antwerpen neemt als bovenlokaal bestuur een faciliterende rol op naar de gemeenten in eigen provincie, door hen te ondersteunen met kaders, advies en informatie over respect voor mensenrechten in lokaal aankoop-en solidariteitsbeleid.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2025 Interpellatie
|
Agenda nr. 6/1 | Interpellatie in verband met 'bomen vallen als vliegen' ingediend door Leen Swinnen (PVDA).
|
Hopelijk hadden jullie allen een deugddoende vakantie en konden jullie genieten van welverdiende rust. Het zal nodig zijn, want er dient zich een druk najaar aan, en het begon eigenlijk al onmiddellijk de laatste weken van augustus.
In Deurne werd, ondanks protest van de buurt, terwijl er nog een beroep liep tegen het kappen, snel snel een groot deel van de bomen gekapt. Dit met een groot machtsvertoon en hardhandig politieoptreden tegen de veelal bejaarde protesteerders. De argumenten van de verantwoordelijke schepen zijn dat het noodzakelijk is om die keerlus aan te leggen. Diezelfde keerlus waarvan het voordeel nog moet aangetoond worden. Getuige de vele bezwaren van bewoners en het protest.
Bomen zijn belangrijk, daar is iedereen het over eens. De provincie laat duizenden boompjes aanplanten, dat is een goeie zaak. Probleem is dat er zonder veel nadenken, volwassen bomen, die veel schaduw kunnen geven, veel water kunnen opnemen en fijn stof en geluidsoverlast tegengaan, worden gekapt op plaatsen waar andere oplossingen mogelijk zijn.
Maar ook in Deurne zijn er nog meer bomen gekapt, namelijk in de Wouter Haecklaan, en ditmaal voor de aanleg van een stuk fietsostrade, waar dus het provinciebestuur verantwoordelijk is.
En zo is er vandaag ook het plan om in de Saffierstraat bomen te kappen en een groene berm te verwijderen om er een verhoogd stuk fietsostrade aan te leggen.
Jo Brouns, Vlaams minister van omgeving heeft de vergunning voor de aanleg van het ontbrekend stuk fietsostrade goedgekeurd. Zonder rekening te houden met het protest van de bewoners, een open brief aan de stad, het negatief advies van de stad Mortsel en honderden bezwaarschriften. In het district Deurne zitten ze met twee sites waar de bomen neergaan alsof het lucifers zijn en waar de stem, advies of zelfs juridische procedures van de bewoners er niet toe doen bij de uiteindelijke uitvoering.
Opnieuw, net zoals in de andere zaak van bomenkap in Deurne wordt nu met de buurtbewoners van de Saffierstraat weinig tot geen rekening gehouden. De teloorgang van die groene strook, die ecologisch waardevol is en ongeveer 1,5 km lang is en 20 meter breed, komt niemand ten goede tenzij de beslissers die dan hun zin kunnen doordrijven.
Terwijl het alternatief voor de hand ligt, het alternatief waar quasi geen bomen moeten voor sneuvelen, het alternatief dat veel goedkoper zal uitvallen en wat op vele plaatsen in Vlaanderen toegepast wordt. De fietsstraat met een snelheidsbeperking tot 30 km/u. zou een volwaardig alternatief kunnen zijn.
Vragen die ik in deze heb voor de deputatie:
Niet openbare behandeling van agendapunt