Provincies Antwerpen en Limburg zetten uiterst zeldzame kever uit tegen de eikenprocessierups

publish date
31.05.2022

Op maandag 30 mei verhuisde een groep ‘grote poppenrovers’ van het labo naar de natuur, weliswaar onder gecontroleerde omstandigheden. De grote poppenrover is een inheemse, maar bij ons uiterst zeldzame loopkever waarvan onderzocht wordt of hij kan worden ingezet bij het beheer van de eikenprocessierups. Door de poppenrovers samen met enkele jonge eiken en processierupsen in een afgesloten, maar water en wind doorlatende tent te plaatsen, kunnen de provinciale onderzoekers zien hoe het dier zich zal gedragen en nagaan in hoeverre de eikenprocessierupsen in hun gebruikelijke omgeving voor de kevers smaken. 

grote_poppenrover_op_eikenprocessierupusennest
deze grote poppenrover ontdekt voor het eerst zijn nieuw menu


Een honderdtal poppenrovers werd eerder dit jaar in samenwerking met het INBO (Instituut voor Natuur- en bosonderzoek) vanuit Turkije overgebracht. Na een kweek- en aanpassingsperiode in het labo, is het nu tijd voor het échte werk, met name het verorberen van processierupsen. “We verwachten geen gevaar voor onze natuur, want de grote poppenrover is een inheemse keversoort die in Vlaanderen vroeger al een natuurlijke vijand was van de eikenprocessierups. Mede door het gebruik van DDT is de soort echter nagenoeg uitgestorven”, zegt Ann Milbau, coördinator van het Europees LIFE Eikenprocessenrups project, “Het lijkt ons uitgesloten dat de kever een gevaar zal vormen voor andere diersoorten. Het zijn getrainde jagers die zich richten tot specifieke rupsen en als ze vlakbij nesten van de processierups worden uitgezet, gaan ze ook niet verder op zoek naar andere prooien. Daarnaast wordt de grote poppenrover al in verschillende landen ingezet bij biologische bestrijding.”

Een brede samenwerking 

Het proefproject met de Turkse kevers kadert in het bredere Europees project: LIFE Eikenprocessierups. Hierin werken vijf Belgische en Nederlandse provincies en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek samen aan het biociden-vrij beheren van de netelige rups. Het project wil het gebruik van biociden als bestrijdingsmiddel drastisch verminderen en ecologisch beheer de norm maken door ervoor te zorgen dat deze nieuwe technieken opgenomen worden in bestrijdingsplannen en beleidslijnen.   

Het LIFE-project moet een voorsprong geven om het aantal eikenprocessierupsen in de toekomst beter te beheren door zowel biociden als hinder te beperken. Zo gaan de projectpartners met gerichte acties het bermbeheer aanpassen om de natuurlijke vijanden van de rups (vogels, vliegen, maar ook de sluipwespen en kevers) te versterken. De overlast die de eikenprocessierups veroorzaakt is erg groot. Daarom ondersteunt de provincie Antwerpen lokale besturen bij het natuurlijk beheren van de rupsen. 

kweekkamer_grote_poppenrover
Kweekkamer waarin de grote poppenrover went aan zijn nieuwe leefomgeving


Niet alle eieren in één schaal

Beide provincies gooien daarom hun expertise in de schaal. Provincie Antwerpen heeft een traditie van ruim 20 jaar in het opvolgen en beheer van eikenprocessierupsen. Daarnaast vormt zij de leidende kracht van het LIFE Eikenprocessierups project. “We hebben de grote poppenrovers eerst gevoed met de larven van plakkers en wasmotten. Dennenprocessierupsen uit Turkije hebben namelijk een vroegere levenscyclus dan de rupsenvariant bij ons. Gelukkig is die overgang gelukt”, Vertelt Kathleen Verstraete, eikenprocessierupsenexpert van de provincie Antwerpen, “Door de kevers nu op eikenbomen met processierupsen te plaatsen, in met gaas afgesloten tenten, kunnen we zien hoe de dieren reageren in een natuurlijkere leefomgeving.”

De Limburgse dienst voor Natuur en Milieu heeft door de jaren heen een grote expertise opgebouwd in kweekprogramma’s voor insecten. Daarom leidt provincie Limburg het kweekprogramma voor de rupsen en de larven die mee uit Turkije overvlogen. “We leggen niet alle eieren in één schaal,” vertelt Luc Crevecoeur, coördinator Netwerk Natuuronderzoek van de provincie Limburg, “een deel van de poppenrovers wordt dit jaar onder veilige omstandigheden uitgezet, maar een ander deel zal samen met de larven overwinteren in ons labo. Zo kunnen we volgend jaar het project naar een volgende fase brengen.” Als alles goed gaat, willen de onderzoekers de grote poppenrovers volgend jaar uitzetten in de natuur, nadat ze voorzien worden van een kleine zender.