Skip to main content

Nieuw licht op verlichting

Tegen 2030 schakelen we over op led-buitenverlichting. Maar hoe maak je de juiste keuze? Samen met de andere Vlaamse provincies doken we in recent wetenschappelijk onderzoek over de effecten van nachtelijke verlichting op onze gezondheid en biodiversiteit. De belangrijkste inzichten vind je binnenkort in een handige praktijkgids. Als voorproefje alvast vijf tips. 

1. Verlicht enkel waar nodig

Behoud duisternis waar mogelijk en voorzie enkel verlichting op plekken waar dat nodig is voor de veiligheid van je inwoners en het verkeer. Ga ook steeds na of alternatieven, zoals fluorescerende strips, mogelijk zijn. Beperk strooilicht naar omliggende natuur door de verlichting laag te plaatsen en afkappingen te voorzien.

2. Verlicht enkel wanneer nodig

Laat lampen niet de hele nacht branden, maar alleen wanneer dat nodig is. Zo blijft het minstens een deel van de nacht donker. Dit kan je tijdsgestuurd of met bewegingsmelders regelen.

3. Verlicht aan de laagst mogelijke intensiteit

Verlichting moet functioneel zijn. Te veel en te intens licht, daar is niemand bij gebaat. Ook de natuur niet. Bovendien bespaar je zo ook nog eens op je energiefactuur.

4. Kies voor een aangepast kleurenspectrum

Geef de voorkeur aan warme kleuren zoals rood en amber en vermijd licht dat veel blauw bevat, want dat heeft de grootste negatieve impact op mens en dier. Kies voor licht met een kleurtemperatuur lager dan 2700 K.

5. Licht alle betrokkenen in

Sensibiliseer beheerders van buitenverlichting en je inwoners over de effecten van buitenverlichting en waarom je gemeente bepaalde verlichtingsbeslissingen neemt.

Je optimaal voorbereiden op de veranderingen in openbare verlichting tegen 2030?

Vul je gegevens in en wij bezorgen je in het voorjaar de link naar onze praktijkgids met de nieuwste inzichten en tips over buitenverlichting.