Skip to main content

Hoe verhoog je de effectiviteit van faunapassages?

Faunapassages zijn een doeltreffend middel om verbindingen te creëren en versnippering van leefgebieden te overbruggen. Maar voor een jarenlange goede werking is een efficiënt beheer noodzakelijk.

Efficiënte ontsnippering van een gebied is meer dan het plaatsen van faunapassages. Bij de aanleg van tunnels dien je rekening te houden met:

  • de juiste plaats in een leefgebied,
  • geregeld beheer,
  • controle van de werking van de infrastructuur.

Aanbevelingen voor onderhoud en beheer van faunapassages

Zowel de tunnels zelf, als begeleidende elementen die naar de faunapassage toe leiden, vereisen regelmatig nazicht. Allerlei factoren kunnen voor beschadigingen zorgen. Ook facetten zoals begroeiing door vegetatie of afval langs de weg kunnen de goede werking van de infrastructuur belemmeren.

Onderhoudsfiches helpen bij de jaarlijkse controle van de tunnels en begeleidende geleidingswanden. Zo verlies je geen noodzakelijke infrastructuurpunten uit het oog die cruciaal zijn voor de goede werking.

Hieronder kan je enkele controlefiches downloaden die je helpen bij het controleren en onderhouden van verschillende types faunapassages:

Hier lees je ook enkele tips die het onderhoud van amfibieëntunnels vergemakkelijken:

Bij een controle op het terrein kunnen via een checklist noodzakelijke onderhoudsbeurten (bijv. verwijderen van vegetatie op infrastructuur) en herstelpunten (bijv. beschadiging door stuk gereden infrastructuur) opgelijst worden. Ook deze checklist kan je binnenkort hier downloaden.

Efficiënte werking van de ontsnipperingsinfrastructuur

Na de aanleg van faunapassages is de controle van de werking aanbevolen. Worden er toch nog slachtoffers van bijvoorbeeld amfibieën waargenomen na aanleg, dan kunnen aanvullende maatregelen een oplossing bieden zoals tijdelijke schermen, nazicht beheer ...

Ook een terreinbezoek, een meer gedetailleerde controle van lokale infrastructuur in relatie tot vastgesteld trekgedrag van dieren of een lokale monitoring (al dan niet samen met lokale vrijwilligers) kan aangewezen zijn, om zo de lokale infrastructuur te evalueren en de toekomstige beheeraanpak te verbeteren.

Al bij de aanleg dien je dit terugkerend onderhoud en de controle van de werking in rekening te brengen. Zo kan je onderhoudskosten uitsparen en blijven faunapassages jarenlang hun verbindende functie efficiënt vervullen. In de lokaal gekende trekroutes (van bv. amfibieën) mogen zich geen hindernissen bevinden die de ontsnippering verstoren. Zo kan bijvoorbeeld een onaangepaste waterhuishouding het efficiënt gebruik van faunapassages verstoren en zelfs beschadigen, zoals bij te hoge waterniveaus in een tunnel waardoor erodering zal optreden door wateruitspoeling aan het uiteinde van de tunnel.

Advies rond aanleg en ontwerp faunapassages

Vóór de aanleg is het bekijken van de aanwezige lokale trekroutes van belang. Zeker voor kleine dieren zoals amfibieën is het nodig de juiste tunnel op de juiste plaats aan te leggen. Advies vertrekt vanuit het gekende (trek)gedrag van dieren met daaruit voortvloeiend de gewenste infrastructuur, de aanbevolen afstanden tussen tunnels en de tunnelgrootte, samen met de noodzakelijke geleidende infrastructuur.

De dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid legt zelf geen ontsnipperingsinfrastructuur aan. Voor technische aspecten en aanleg verwijzen we door naar specialisten ter zake.

Heb je vragen rond aanleg, beheer en onderhoud van faunapassages en ontsnipperingsinfrastructuur, contacteer:

Contact

Kristin Van Laer
Functie
Adviseur biodiversiteit
Telefoon
03 240 59 80
Isolde Aelvoet
Functie
Consulent landschap en groen
Telefoon
03 240 59 81
Bijdrage aan SDG's

Gerelateerd aanbod

  • Groenvisie ​​Een groenvisie zet je gemeente op weg naar een klimaatbestendige en biodiverse toekomst. Het doel? Een gezonde leefomgeving voor mens, plant en dier.