Fundering

fundering van de provincietoren

De toren van het provinciehuis heeft twee voeten (kernen) van 25 op 25 meter. Die voeten rusten op een combinatie van pilaren en vloerplaten. De funderingsplaat is twee meter dik, met grote geboorde palen (bored piles) van 150 cm diameter en geschroefde palen (auger piles) van 90 cm diameter.

De krachten van de overhelling en de zwenk van het gebouw zijn grotendeels geconcentreerd onder de zuidelijke gevel, nabij de oostelijke liftkern. Aan de westelijke kern zijn de krachten evenredig verdeeld. Door het vrijgekomen torsie-effect aan de noordoostkant is er minder druk op de fundering. De funderingspalen en -platen zijn berekend naar de krachten die erop spelen. 

Fundering en schikking van de palen