Leerdoelen

Leergebiedgebonden eindtermen voor ‘Mens en maatschappij’ 

Maatschappij > Politieke en juridische verschijnselen

  • 2.13. De leerlingen kunnen het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind. Ze zien daarbij in dat de rechten en plichten complementair zijn. 
  • 2.14. De leerlingen kunnen op een eenvoudige wijze uitleggen dat verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen. 
  • 2.15. De leerlingen kunnen illustreren op welke wijze internationale organisaties ernaar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen. 
  • 2.16. De leerlingen weten dat Vlaanderen één van de gemeenschappen is van het federale België en dat België deel uitmaakt van de Europese Unie. Ze weten daarbij dat elk een eigen bestuur heeft waar beslissingen worden genomen. 

Maatschappij > Historische tijd

  • 3.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. 

Maatschappij > Ruimte > Oriëntatie- en kaartvaardigheid

  • 4.3. De leerlingen kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. 
  • 4.5. De leerlingen kunnen begrippen zoals wijk, gehucht, dorp, deelgemeente, fusiegemeente, stad, provincie, gemeenschap, land en continent in een juiste context gebruiken.

Leergebiedoverschrijdende eindtermen voor ‘Sociale Vaardigheden’  

Sociale vaardigheden - Domein relatiewijzen > Relatiewijzen

  • 1.2. De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 
  • 1.6. De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.

Sociale vaardigheden - Domein gespreksconventies

  • 2. De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.

Leergebiedgebonden eindtermen voor ‘Nederlands’

Nederlands – Luisteren

  • 1.8. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: een discussie met bekende leeftijdgenoten.
  • 1.9. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: een gesprek met bekende leeftijdgenoten.

Nederlands – Spreken

  • 2.9. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen: in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen.
  • 2.10. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen: tijdens een discussie met bekende volwassenen over een behandeld onderwerp passende argumenten naar voren brengen.