Bijstelling op vraag van vergunninghouder of exploitant

De procedure om de voorwaarden van de omgevingsvergunning bij te stellen verloopt steeds langs het Vlaamse Omgevingsloket. Daar kies je voor het projecttype ‘Verzoek tot bijstelling van de voorwaarden door exploitant of vergunninghouder’. Via dit projecttype kan je diverse voorwaarden vragen om bij te stellen, ongeacht het type. 

Bijstellen van eerder opgelegde voorwaarden

Milieuvoorwaarden

Een bijstelling van milieuvoorwaarden kan je ook verwerken in een aanvraag voor vergunningsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten door het onderdeel ‘bijstelling voorwaarden’ in het loket in te vullen in het onderdeel ‘omgevingsproject’. Zo kan je bijvoorbeeld bij een aanvraag voor opslag en overslag van afval ineens ook de afwijking op de weegbrug mee aanvragen. Hou er rekening mee dat voor een bijstelling van voorwaarden een openbaar onderzoek vereist is. De vereenvoudigde procedure voorziet niet in deze procedurestap en is dus geen optie. 

Zorg ervoor dat duidelijk is welke voorwaarde je wenst te wijzigen en welke formulering je naar de toekomst wenst. Een goede motivering is belangrijk. Voor afwijkingen van Vlarem-voorschriften moet je aantonen dat het alternatief een evenwaardige bescherming biedt. 

Stedenbouwkundige voorwaarden

Let bij het bijstellen van stedenbouwkundige voorwaarden op de volgende aandachtspunten:

    Aanvragers moeten zelf goed nagaan of de wijziging van één voorwaarde ook impact heeft op andere voorwaarden en op basis van dit nazicht alle voorwaarden opnemen waarvan de wijziging/schrapping wordt gevraagd.

    Ook dienen zij er rekening mee te houden dat de wijziging geen vergunningsplichtige handeling mag impliceren. 

Een voorbeeld ter illustratie. Bij een ontbossingsvergunning wordt standaard als voorwaarde de te ontbossen oppervlakte opgenomen. De te ontbossen oppervlakte kan niet via een aanvraag tot wijziging van de voorwaarden worden bijgesteld, vermits dat een andere uitvoering van de vergunde handelingen impliceert. Een nieuwe vergunningsaanvraag is in dat geval vereist.

Overige tips

Een voorwaarde uit een vergunning verleend via een ouder stelsel, zoals bijvoorbeeld een stedenbouwkundige vergunning, kan ook bijgesteld worden.

Voor een vlotte dossierbehandeling is het aangewezen om de eerdere vergunningen, niet verleend door de deputatie, toe te voegen aan het verzoek tot bijstelling. Wanneer de bijstelling betrekking heeft op een bijlage bij de vergunning (bijvoorbeeld advies van de brandweer of goedkeuring van een boscompensatie) dien je ook deze bijlage toe te voegen.

Afwijking op Vlarem II of III

De exploitant kan verzoeken om te mogen afwijken van een voorwaarde van Vlarem II of III.

In principe is alleen de Vlaamse minister van Omgeving bevoegd om afwijkingen van de bepalingen van Vlarem II of III toe te staan tenzij in Vlarem II of III specifiek vermeld wordt dat kan worden afgeweken in de omgevingsvergunning. 

Wanneer in het kader van een vergunningsaanvraag een afwijking van de minister nodig is, moet deze verkregen worden voorafgaand aan het indienen van de vergunningsaanvraag. De afwijkingsaanvraag verloopt eveneens via het Vlaamse Omgevingsloket. Gebruik hiervoor het projecttype ‘vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden bij de minister door exploitant’.  

Een afwijking die je verkreeg van de minister dien je opnieuw aan te vragen bij hervergunning. De afwijking geldt immers voor de geldigheidsduur van de omgevingsvergunning waarop ze betrekking heeft. Hou hiermee rekening bij de planning van de opmaak van de aanvraag tot hervergunning. De procedure tot afwijking voorziet in een termijn van 150 dagen na het onderzoek op volledigheid en ontvankelijkheid.

Voor meer informatie omtrent de afwijkingsaanvraag zie ook de desbetreffende wetgeving in Vlarem II, deel 1 en Vlarem III, deel 1