Missie

Project Trampoline

Wat is de aanleiding voor Trampoline?

Jaarlijks verlaten ongeveer 8.000 jongeren vroegtijdig het Vlaams secundair onderwijs. In 2018-2019 kwam dit neer op ongeveer 12%. Voor de provincie Antwerpen ligt dat gemiddelde zelfs iets hoger (13,9%). Klassiek richt de aanpak van vroegtijdig schoolverlaten zich op leerlingen in het secundair onderwijs.

Met Trampoline zet de Provincie Antwerpen in op acties op veel jongere leeftijd om ongekwalificeerde uitstroom te voorkomen.

Waarom wil Trampoline inzetten op een preventieve aanpak?

De eerste levensjaren zijn zeer belangrijk voor de latere ontwikkeling. Uit hersenonderzoek blijkt dat de vroege kinderjaren voor de hersenontwikkeling de gevoeligste periode zijn.

Investeringen in de jongste kinderen levert de grootste return op. Het effect is het grootst bij kinderen uit kwetsbare gezinnen. Er is internationale consensus over het belang van kwaliteitsvolle basisvoorzieningen in het voorkomen van schooluitval later.

Kwaliteitsvolle basisvoorzieningen vormen een belangrijke sleutel. Maar wat zijn kwaliteitsvolle basisvoorzieningen?

Denk aan consultatiebureaus, een kinderdagverblijf, onthaalouders, Huis van het Kind, kleuteronderwijs, peuterspeelpunten, verenigingen met een vrijetijdsaanbod voor jonge kinderen, organisaties met een dienstverlening voor (toekomstige) ouders van jonge kinderen…

Kwaliteitsvolle basisvoorzieningen vormen een belangrijke sleutel. Maar waar moet je dan op inzetten?

Goede samenwerking tussen de opvang/school en de ouders is een belangrijke dimensie van kwaliteitsvolle voorschoolse voorzieningen. Wederkerige ouder-school/opvang-samenwerking is een opportuniteit om de gelijke kansen van alle kinderen te waarborgen. Voorzieningen kunnen een opvoedingsondersteunende functie oppakken op voorwaarde dat er met gezinnen vertrouwen en bondgenootschap gecreëerd is. We willen proactief aan toegankelijkheid werken. We staan voor een pedagogiek die vertrekt vanuit een rijk en sterk kindbeeld en wederkerig partnerschap met ouders en buurt.

Waarom kiezen voor een integrale aanpak?

Onderzoek toont aan de huidige dienst- en hulpverlening versnipperd is en niet altijd tegemoetkomt aan de noden van gezinnen. Inzetten op creëren van samenwerkingsverbanden en partnerschappen is dan ook een belangrijk werkingsprincipe. Op die manier willen we een zo groot mogelijke en duurzame impact realiseren voor kinderen, gezinnen en jongeren.

Trampoline staat dus voor een integrale, vaak buurtgerichte, aanpak die gericht is op de centrale actoren rond het kind: ouders, professionals, vrijwilligers … Alle actoren in de wijk of gemeente werken als partners samen met een gemeenschappelijk doel voor ogen: samenwerken om toegankelijkheid te verbeteren, om goede partnerschappen met families, welbevinden van kinderen en families te stimuleren. De focus ligt op talentontwikkeling, meer dan alleen op schools leren.

Waaruit bestaat de ondersteuning van de provincie Antwerpen?

De provincie biedt een begeleidingstraject aan voor betrokkenen uit de basisvoorzieningen, de lokale ambtenaren en de bevoegde uitvoerende mandataris.

De provincie Antwerpen voorziet in een projectcoördinator voor de opvolging en coördinatie van het traject in de deelnemende gemeenten:

  • Ondersteuning van de lokale trekkers,
  • Uitbouw en ondersteuning van de lokale netwerken,
  • Organisatie van een overkoepelend lerend netwerk,
  • Optimale koppeling met provinciale instrumenten en/of diensten.

De provincie stelt bijkomende inhoudelijke expertise van VBJK (Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen) ter beschikking aan de lokale besturen. Deze organisatie heeft een grote expertise op vlak van pedagogische begeleiding van basisvoorzieningen (kinderopvang, kleuteronderwijs, huizen van het kind) voor jonge kinderen en gezinnen en expertise in begeleiden van innovatie- en veranderingstrajecten. VBJK staat garant voor een wetenschappelijke onderbouwing en monitoring van Trampoline.

Wat zijn mogelijke acties die passen binnen Trampoline?

De lokale besturen werken een actieplan uit dat gebaseerd is op een analyse van de lokale context en inhoudelijke verdieping. Acties zijn er steeds op gericht om binnen een lokale context in te spelen op de noden en behoeften van ouders en jonge kinderen.

Mogelijke acties zijn:

  • inzetten op educare-benadering (evenwicht tussen zorg en leren)
  • aandacht hebben voor warme transities (vb. transitie van de kinderopvang naar de kleuterschool)
  • werken aan wederkerige relaties met ouders
  • werken aan plekken waar ouders en kinderen elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen spelen (sociale steun als opvoedingsondersteuning)
  • werken aan toegankelijkheid in de brede zin van 'basisvoorzieningen voor iedereen'
  • laten leiden door noden en behoeften van ouders en kinderen voor het bepalen van kwaliteitsaanpak
  • werken aan een gedragen en geïntegreerd verhaal over een gezinsondersteunend beleid
  • inzetten op een betere afstemming en samenwerking tussen professionals met een aanbod voor jonge kinderen en/of ouders van jonge kinderen
  • ...