Het beeld C861926/2 werd in 1980 in de voortuin van het oude provinciehuis ingehuldigd. De afgelopen jaren lag het in het open depot van het Middelheimmuseum. Het is nu herenigd met de fontein van Pol Bury, die in 1981 ook een plaats voor het provinciehuis kreeg. De fontein staat sinds vorige herfst in de tuin, en komt vanaf de zomer in beweging.

Beide sculpturen maken deel uit van de provinciale kunstcollectie. De Leeuw en Bury waren allebei betrokken bij de kunstenaarsgroep G58-Hessenhuis en deelden een visie op kunst. Kunstenaar Bert De Leeuw verklaarde destijds dat hij bij het ontwerp dacht aan de opzet van het gebouw, aan het personeel en hun ‘schrijfmachines’.

Bert De Leeuw

Bert De Leeuw (1926 – 2007) was een Antwerpse kunstenaar. In 1958 maakte hij samen met onder meer Vic Gentils, Paul Van Hoeydonck en Pol Mara deel uit van de groep G58-Hessenhuis. Hij evolueerde van schilder naar beeldhouwer, met een uitgesproken voorliefde voor brons. Zijn humanitair-sociale bekommernis klinkt ook door in de zogeheten ‘totempalen’ die hij vanaf 1970 creëerde. Het zijn onderling hercombineerbare ensembles van meerledige, abstracte vormen die gebaseerd zijn op de kubus. Elk van de zichtbare zijden heeft een eigen ‘gezicht’ door steeds verschillende inkervingen en uitstulpingen. Door de wisselende stapelingen treden deze verschillende mensbeelden als het ware in contact met elkaar. Deze typische werken zijn onder meer opgenomen in de collecties van het KMSKA en het Middelheimmuseum. De sculptuur C861926/2 sluit aan bij dit concept van gestapelde blokken, ook al is het uit één deel vervaardigd.

De herplaatsing van dit kunstwerk kadert in de ambitie om de Collectie provincie Antwerpen toegankelijk te maken voor het publiek.

De tuin rond het provinciehuis is nog niet geopend, omdat het gras nog niet beloopbaar is. Als publieke tuin voor omwonenden en passanten wordt het een nieuwe groene long om in tot rust te komen. Kunst hoort daar bij.