Visie oeverzone Desselse en Zwarte Neet

Zicht op de Zwarte Neet

Europese richtlijnen

Europa stelt doelen voorop die alle lidstaten moeten bereiken. Zo timmert het aan de weg naar een groener en duurzamer Europa.

De Europese Kaderrichtlijn Water is zo'n richtlijn. Die heeft ondermeer als doel dat oppervlaktewaterlichamen, zoals waterlopen, tegen 2027 een goede ecologische toestand moeten hebben. Dat is voor de Desselse en de Zwarte Neet nu nog niet het geval. 

De Europese Habitatrichtlijn legt dan weer natuurdoelstellingen op die gelden voor een bepaald habitatrichtlijngebied. De Desselse en Zwarte Neet stromen door het habitatrichtlijngebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’. Ze moeten dan ook voldoen aan de natuurdoelstellingen voor vissoorten en watervegatie die opgelegd zijn voor dit gebied.

Voor het behalen van deze doelen rust een belangrijke taak bij de provincie die de waterlopen beheert.

Provinciale prioritaire soorten

Bij de provincie Antwerpen dragen we kwetsbare diersoorten op handen. Soorten die eigen zijn aan onze provincie willen we dan ook beschermen. Reeds in 2009 maakte de provincie werk van het aanduiden van provinciale prioritaire soorten. Op basis van die lijst ging de provincie actief aan de slag om het voortbestaan van deze diersoorten te beschermen en te bevorderen.

In de oorspronkelijke lijst waren 3 vissen opgenomen. Bij de actualisatie van de lijst in 2021 werd dat uitgebreid naar 9 vissoorten. 

Dit oeverzoneproject zal de levenskansen verhogen voor de provinciale prioritaire soorten Rivierdonderpad, Kleine Modderkruiper en Beekprik. 

Kleine modderkruiper, tijdens een vistelling op de Desselse Neet in 2020

Oeverzones duurzaam ontwikkelen

Om een goede ecologische toestand te bereiken is het belangrijk dat de Desselse en de Zwarte Neet zich kunnen ontwikkelen tot gevarieerde waterlopen die rijk zijn aan structuren. Daarvoor is het noodzakelijk om aanpassingen te doen in de begeleidende oeverzones. Zo moeten de oevers de vrijheid en ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Ook de aanwezigheid van houtige begroeiing heeft een positief effect op de oeverkwaliteit. Om dit te realiseren hebben we een oeverzoneproject in het leven geroepen. Om de doelstellingen te halen zal er een gedeeltelijke aanpassing van het landgebruik langs de waterlopen nodig zijn. De betrokkenheid van de landbouwsector is daarom essentieel.

Landbouweffectenrapport

Als voorbereiding op doorgedreven overleg met de landbouwsector, maakte de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in 2022-2023 een Landbouweffectenrapport (LER) op voor dit gebied. In dat rapport maken ze een inschatting van de mogelijke impact van het oeverzoneproject op de landbouw. De VLM bestudeerde de mogelijke gevolgen voor de betrokken landbouwbedrijven en ging op zoek naar mogelijke begeleidende maatregelen om met de impact om te gaan. De input van de betrokken landbouwers is belangrijk voor het welslagen van het project. Daarom had de VLM met elk van hen een individueel gesprek waarbij de landbouwers een enquête konden invullen.

Op 28 maart 2023 hebben we de resultaten van het LER en de volgende stappen toegelicht aan de betrokken landbouwers en aangrenzende eigenaars. Je kunt het volledige rapport en de presentatie van de toelichting hieronder downloaden.

Verdere aanpak

Hoe moet het nu verder? De provincie Antwerpen werkt aan een visie voor het gebied. De focus ligt daarbij op een systeemgerichte aanpak. De kenmerken van de vallei en de invloeden van het omliggende landschap zijn daarom bepalend bij de verfijning van de visie. Ook elementen die we leerden uit de interviews nemen we mee. Bovendien zal de visie rekening houden met een toekomstig beheer.

In het kader van het LER vonden we sommige landbouwers bereid om grond te verkopen langs de waterlopen. De provincie gaat met hen in overleg om de mogelijkheden te bekijken. Andere landbouwers willen liever via eigen initiatieven helpen. Voor hen voorzien we begeleiding en we bekijken of we flankerende maatregelen uit het landbouwbeleid kunnen inzetten.

De grootste kansen voor het oeverzoneproject liggen bij de aangrenzende landbouwgronden

Veerkracht voor de Vallei van de Kleine Nete

Dit project kadert in het tweede Strategisch Project ‘Méér veerkracht voor de vallei van de Kleine Nete’. Daarmee willen we de vallei klimaatrobuuster inrichten en beheren.

Ontdek wat de unieke vallei van de Kleine Nete te bieden heeft en kom meer te weten over alle acties en ontwikkelingen via de projectwebsite dekleinenete.be.