Boom

De Speelbabbel als ontmoetingsplek voor kinderen en ouders

Voor dit luik hadden we een gesprek met Dorien Claes en Nadia El-Hajouti, resp. coördinator en medewerker Huis van het Kind Boom. 

Wat is de Speelbabbel eigenlijk? Welke doelen zitten erachter?

Dorien: De Speelbabbel is bedoeld voor ouders met kinderen tussen 0 en 3 jaar. Op onze locatie in de Buitenschoolse Kinderopvang (BKO) ’t Kersenpitje brengen we ouders samen en proberen we hen in contact te brengen met elkaar en willen we ook hun kinderen laten spelen in een leuke en uitdagende ruimte. Sommige kinderen zitten immers in een appartement, zonder veel speelgoed. In zo’n Speelbabbel zie je die dan volop floreren. Daar mikken we op: het effect voor de kinderen van een andere omgeving, andere kinderen, uitdagend speelgoed ... De locatie zit goed, al is ze een beetje buiten het échte centrum met het gemeentehuis. Maar we liggen vlakbij het consultatiebureau van Kind en Gezin, het OCMW, de politie, het is heel toegankelijk met het openbaar vervoer ... Tijdens de Speelbabbel gaan er ook, in hetzelfde gebouw, consultaties door bij Kind en Gezin. De medewerkers daar kunnen dus heel laagdrempelig ouders doorverwijzen naar onze Speelbabbel.  

Nadia: We hebben vóór corona al een gelijkaardig initiatief gehad, de Tatertuin, maar dat liep niet echt goed: de ruimte leende zich er niet toe (vond plaats in onze ruilwinkel en had geen buitenruimte) en er waren momenten dat er niemand kwam opdagen. De naam van het ontmoetingsmoment was niet duidelijk en er zat weinig visie achter. Het Trampoline-project was de aanleiding om het geheel te herdenken, om een kader te creëren. Op basis van de Theory of Change (zie kadertekst) hebben we samen een visie opgemaakt: wat is onze missie, welke effecten streven we na, welke doelstellingen beogen we? Het is niet de bedoeling om indicatoren te zitten afvinken, wel is het belangrijk dat we regelmatig onze visie naast onze werking leggen, om ons alert te houden.

Hoe verloopt zo’n ontmoetingsmoment in de praktijk?  

Dorien: We zijn in mei 2022 begonnen met een try-out van drie Speelbabbels, telkens op een vrijdagochtend tussen 9 en 11 uur, om de andere week. We hebben heel veel mensen aangesproken, iedereen die in de Ruilwinkel kwam gemobiliseerd, instagram en whatsapp gebruikt om mensen ervoor warm te maken. We hebben extra ingezet op het bereiken van kwetsbare gezinnen. Zij twijfelden soms, ‘ik ken daar niemand’, waarop we zeiden ‘ja maar je kent ons, en als je wilt komen, bel ons of we komen je halen’. We hebben dus echt de drempel zo laag mogelijk gehouden en mensen geënthousiasmeerd. Die zorg daarrond is heel belangrijk. Deze try-out was echt een succes. We telden tussen de 6 en de 10 ouders, er waren ouders die meerdere keren kwamen, er was een goede mix van vaders en moeders, van middenklasse- en kwetsbare gezinnen, nationaliteiten ... Het gaat soms om ouders die hun kinderen niet naar de opvang kunnen sturen omdat er geen plaats is, of hen bewust niet naar de opvang brengen. 

Nadia: Ik ben de gastvrouw. Ik doe de ontvangst, heet iedereen welkom, bevorder de gesprekken tussen de mensen, zorg dat de kinderen spelen, enzovoort. Ik stel me voor, ik stel de ouders aan elkaar voor en probeer linken te leggen om zo het gesprek op gang te brengen. Ik ben de  tussenpersoon. Ik zorg er ook voor dat de ouders betrokken zijn bij het spel, dat ze actief bezig zijn met de kinderen. We willen niet dat onze Speelbabbel een soort opvang lijkt die wij organiseren. Het gesprek tussen de ouders was heel mooi om zien. Ze hadden het spontaan over verschillende onderwerpen; de school, de eerste tandjes, voeding ... In gesprekken toets ik ook af of ze bijvoorbeeld al een kleuterschool op het oog hebben voor hun kindje van anderhalf jaar, of ik hen daarbij kan helpen. Zo leiden we ook toe naar ons aanbod en de ondersteuning die we bieden in ons Huis van het Kind. Als andere gemeenten een gelijkaardig initiatief willen starten, is het best om goed na te denken over wie de ‘gastvrouw’ zal zijn. Het is een belangrijke functie. Je hebt iemand nodig die gemakkelijk contacten legt. Vanaf het moment dat ouders er voor de eerste keer komen, moeten ze zich redelijk snel op hun gemak voelen. 

Dorien: Nadia heeft een natuurlijke flair om gesprekken op gang te houden, zonder dat het geforceerd overkomt. 

Wat zijn de toekomstplannen? 

Nadia: Tijdens de zomervakantie is de BKO niet beschikbaar en kunnen we de tijd nemen om te evalueren, na te denken en bij te sturen. We willen eind september-begin oktober 2022 de Speelbabbels opnieuw opstarten. We willen die nog professioneler uitwerken. We gaan op zoek naar iemand binnen het kinderdagverblijf of binnen de BKO die de Speelbabbel mee kan bemannen of een activiteit kan voorzien. We gingen, op initiatief van Trampoline, op studiereis naar Speel- en Ontmoetingsplek Baboes in Brussel. Daar hebben we veel zaken gezien en tips gehoord die we ook gaan implementeren.  

Dorien: We gaan een flyer opmaken met de kalender en activiteiten tot en met december. Dan hebben we alle seizoenen gehad, want we zijn niet zeker of mensen in de winter wel gaan komen. Het is belangrijk dat we kritisch blijven kijken naar onszelf. We zetten sterk in op twee missies: ouders in contact brengen met elkaar, elkaar versterken, en kinderen stimuleren. Naar de volgende Speelbabbels willen we ook af en toe georganiseerde activiteiten aanbieden zoals yoga, turnen, een knutselactiviteit, naar het buurtrestaurant gaan, een wandeling maken enz. Maar het vrij spel blijft even belangrijk. Wat impactmeting en theory of change betreft, houden we bij hoeveel ouders en kinderen er waren en de leeftijd van de kinderen. Meer dan dat turven we op dit moment niet. Wel nemen we er onze doelstellingen geregeld bij, om zo alert te blijven: dit is niet gewoon een speelmoment, hier hebben we bepaalde doelen mee die we willen bereiken. Die doelen zijn wel flexibel. Dus we gaan niet voor een visiekader waarbij je van alles ‘afvinkt’, wel voor een kader waar we blijvend oog voor hebben. Reflecteren en jezelf in vraag stellen is belangrijk, we blijven bijleren.  

De Brugfigurenwerking: impactevaluatie

Theory of Change

Zowel voor de doelen van de Speelbabbel als voor de evaluatie van de brugfigurenwerking is een Theory of change ofwel ‘ToC’ opgesteld. Anaïs Masure, stafmedewerker Sociaal Beleid Boom, heeft hiervoor de aanzet gegeven: “Je maakt een theorie op die aanduidt hoe je naar je verandering toewerkt. Door verschillende doelstellingen schematisch onder of boven elkaar weer te geven krijg je met één schema een volledig zicht op je werking.”

Alles draait dus bij een ToC om het inzichtelijk maken van de redenering naar impact toe. Je brengt doelen en tussendoelen, acties en indicatoren in kaart. “Op die manier ga je een ‘veranderingspad’ definiëren naar je ultieme doel. Dat doel bereik je via verschillende tussendoelen. Om die te bereiken, ontwikkel je acties. Die acties zijn uitgangspunten voor de dagelijkse werking in het project. Je kan ook aan de verschillende acties indicatoren koppelen. Dat heet dan ‘impactmeting’, wat niet hetzelfde is als ‘impactevaluatie’. Bij een impactevaluatie ga je bekijken, of evalueren, aan welke impact je project gaat bijdragen en via welke doelstellingen je die impact kan bereiken..”

Een TOC geeft met andere woorden een concreet zicht op veranderingen die je wil bewerkstelligen met je dagelijkse praktijk waarbij ook schematisch hoger liggende doelen worden weergeven. “Een TOC is een ‘levend’ document omdat je werking ook steeds evolueert. Met de ToC wil ik een kapstok aanreiken om zowel nieuwe actieplannen op te stellen als te evalueren.”

Impactevaluatie brugfigurenwerking

Eén van de acties van het Boomse Trampoline-actieplan was het evalueren van de brugfigurenwerking in de Boomse basisscholen en verder inzetten op schoolbeleid en het lerarenteam. Leerkrachten zullen handvaten rond verschillende thema’s krijgen om ouders beter te kunnen ondersteunen. De ToC was ook hier het instrument voor de evaluatie. Deze werking wil immers ook een bijdrage leveren aan een bepaalde impact realiseren, met name aan een succesvolle schoolloopbaan van kinderen. “In Boom zijn er twee brugfiguren actief die in zes basisscholen werkzaam zijn.”

De brugfiguren treden tussen verschillende actoren op als een laagdrempelig aanspreekpunt, vertrouwenspersoon en expert. Ze ondersteunen gezinnen in hun vragen en leiden ze toe naar welzijnspartners om hen aanspraak te geven op hun rechten. Daarnaast kunnen ze ouders en school ondersteunen in het opbouwen van een vertrouwensband door bijvoorbeeld ouders bij te staan in gesprekken met de school, een kader te scheppen voor het schoolteam over de leefwereld van de kinderen op de school, samen met schoolpersoneel bepaalde beleidskeuzes kritisch onder de loep nemen, … 

Op het moment van schrijven (zomer ’22) zijn de bevragingen van alle stakeholders (ouders, leerkrachten, directieteam, betrokken partners) verwerkt en stelt Anaïs een syntheseverslag op. Ze licht al een tipje van de sluier op: “Brugfiguren vangen veel vragen van ouders op. Die vragen zijn vaak schoolgerelateerd: uitleg over het onderwijs bij huisbezoeken, organiseren van oudergroepen en activiteiten voor ouders, ondersteuning wat betreft huiswerk en leerklimaat thuis ... Verder gaan de vragen over kinderopvang, vrije tijd, administratieve en financiële zaken en willen ouders graag wat uitleg over de diverse welzijnsdiensten.” Uit de evaluatie blijkt dat de ouders deze werking goed kennen en appreciëren. Wel kunnen de leerkrachten nog beter bewust gemaakt worden van de aanwezigheid en de doelen van de brugfiguur. Ook de samenwerking met de partners gaan we verder bijsturen, waarvoor we terug de Theory of Change zullen gebruiken.” 

Als de hele evaluatie goed is doorgesproken met de brugfiguren, worden eerste voorstellen van actieplannen met de scholen uitgewerkt, te bespreken bij de start van het nieuwe schooljaar (2022-23).

Anaïs besluit: “Trampoline gaf ons een gelegenheid om samen te zitten met enkele partners en goed na te denken over wat we doen en hoe we dit zo goed mogelijk uit te voeren. Trampoline stelt ons in staat om dieper na te denken over wat we eigenlijk willen bereiken.”