Haal meer uit je gras!

publish date
12.10.2022

Gras is bij uitstek de belangrijkste teelt in Vlaanderen. De oppervlakte permanent en tijdelijk grasland in Vlaanderen bedraagt maar liefst 220 000 hectaren. Verder liggen er nog 20 000 hectaren grasklaver aan en ook 1880 hectaren graskruiden mengsels. 

Ondanks dit enorme belang van gras in ons landbouwareaal, verdwijnt de aandacht die er is voor de teeltechniek en uitbating van grasland in het niets tegenover de aandacht die gewassen zoals maïs, tarwe en aardappel krijgen. Nochtans is er bij de uitbating van grasland nog heel wat opbrengst en efficiëntiewinst te boeken...

Of het nu om gemaaid, begraasd of gemengd gebruikt grasland gaat, bij de aanleg van nieuw grasland is de keuze van de genetica essentieel. Deze keuze bestaat uit drie niveaus:

1. Welk mengsel? Zuiver gras of gras met klaver? Misschien met kruiden bij?

2. Welke soort?  Engels raaigras, Italiaans raaigras of misschien rietzwenkgras? Met witte of rode klaver? 

3. Welk ras? Een diploïd of een tetraploïd? Een vroeg of een laat doorschietend type? 

Eens het grasland gevestigd is, bepalen voornamelijk de bemesting en het oogstinterval de hoeveelheid en kwaliteit van het geoogste gras.

Aan de hand van 2 actuele thema’s, droogte en kostprijs van N, illustreren we het belang van deze keuzes.

Droogte 

Tijdens de droogte deze zomer heeft het grasland op heel wat plaatsen zwaar afgezien. Hierdoor zijn er op veel percelen slechts 2 snedes gemaaid. Na de regen van de voorbije weken, is het duidelijk dat heel wat graszodes er toch terug bovenop komen. Weides die vorige maand nog geelbruin kleurden, krijgen na de regen weer een groene kleur. Bij het overwegen of er aan herzaai gedaan moet worden, is het dus belangrijk om zeker eens op het perceel te gaan kijken. In heel wat gevallen zal graslandvernieuwing toch niet noodzakelijk blijken. Graslandvernieuwing houdt dan ook extra kosten in en een productieverlies tijdens het eerste jaar na zaai.

Ook grasklaver en kruidenrijk grasland heeft geleden onder het watertekort. Toch leken deze percelen vaak wat groener dan bij grasmonocultuur. Dit kunnen we toeschrijven aan de klavers en kruiden die wat beter bestand zijn tegen de droogte, waardoor ze toch langer blijven doorgroeien in vergelijking met een monocultuur Engels raaigras. Dit soort graslanden hebben dan ook meer variatie aan worteltypes. Soorten zoals rode klaver en luzerne, met hun diepwortelende penwortel, zijn zeer droogtetolerant. Maar ook smalle weegbree en cichorei zijn beter bestand tegen de droogte dan het gras. Bij grasklaver en kruidenrijk grasland kan er zo met minder input vaak toch nog een hogere opbrengst worden gerealiseerd.

Ook de inmenging van andere grassoorten kan de droogtetolerantie ten goede komen. Rietzwenkgras, met zijn diepe wortelstelsel, is bijvoorbeeld beter bestand tegen de droogte. Zo kan rietzwenk wortelen tot wel 90 cm diepte, terwijl Engels raaigras meestal maar 40 cm diepte haalt. Rietzwenkgras haalt gemiddeld ook hogere opbrengsten per jaar dan Engels raaigras. Een meeropbrengst van 20% in vergelijking met Engels raaigras is tijdens een gemiddeld jaar haalbaar. Bij droogte kan dit nog stijgen naar 28% tot zelfs 65% meeropbrengst bij extreme droogte. Enkele nadelen van rietzwenk zijn de tragere ontwikkeling en de lagere verteerbaarheid. Bij latere zaai (na september) kan er het eerste jaar een opbrengstverlies van 10% t.o.v. Engels raaigras worden waargenomen. De verteerbaarheid is soms tot 7% lager dan bij Engels raaigras, maar kan worden opgetrokken. Kiezen voor een beter verteerbaar ras of frequentere maaibeurten op een maaihoogte van 8 cm maken veel goed. Ook het inzaaien met witte klaver kan de verteerbaarheid verder doen stijgen.

Kostprijs N-bemesting

Net als bij een kleinere waterinput zorgt een kleinere kunstmestinput al snel voor een lagere opbrengst bij onze graslanden. Bij grasklaver is dit echter weer minder het geval. Vlinderbloemigen, zoals klavers, kunnen zelf dan ook stikstof fixeren. Er wordt dan ook geadviseerd om minder stikstofbemesting uit te voeren. Een te hoge N-bemesting kan zelfs nadelig werken op het aandeel klaver op het perceel.

Uit een onderzoek van de UGent (2014) bleek dat grasklavermengsels, bestaande uit verschillende verhoudingen Engels raaigras en rietzwenk met witte klaver, jaarlijks 142 tot zelfs 258 kg N per ha konden fixeren. Ook zagen ze dat er bij een bemesting met 135 kg N minder per ha, nog steeds een vergelijkbare of hogere opbrengst kon worden behaald door grasklaver t.o.v. het pure gras. Zo gaf tetraploïd Engels raaigras met witte klaver een gemiddelde jaaropbrengst van 12,8 ton/ha met een ruw eiwitgehalte van 16,2%, terwijl dit voor hetzelfde pure Engels raaigras 12,0 ton/ha en 12,8% bedroeg. Omgerekend kan er dus 540 kg ruw eiwit per jaar meer worden geoogst van een hectare grasklaver. Omgerekend naar uitsparing op ruw eiwit uit soja, komt dit op een 660 euro. Stel dat er dan ook nog 140 kg N (+/- 520 kg KAS) minder kunstmest op het grasklaver gebracht moet worden, scheelt dit aan de huidige prijzen nog een slordige 440 euro per ha.

Ondanks de hoge kunstmestprijzen, is het op een standaard grasland met gezonde zode nog steeds zinvol om kunstmest aan te brengen. Op die manier kan er bespaard worden op de aankoop van extra kg’s eiwit in de vorm van soja, door meer eiwit van eigen grasland te halen. Ook de rassenkeuze heeft natuurlijk een grote invloed. De opbrengst van een eerste snede Italiaans raaigras kan voor het ras LEMTAL RvP zomaar 10% lager zijn dan voor MELFREDO.

Een kanttekening bij de bemesting van grasklaver is dat er wel steeds rekening gehouden moet worden met de kali voorziening, deze blijft cruciaal voor een goede grasklaverteelt. De stikstofbemesting wordt overigens best toegepast in het voorjaar, wanneer de N-fixatie nog laag is.

Ecoregelingen

Kruidenrijk grasland is al vrij bekend en wijd gebruikt in Nederland. Vooralsnog blijft dit Vlaanderen slechts een zeer beperkt areaal. Kruidenrijk grasland werd voorheen al opgenomen binnen de pre-ecoregelingen. Om aan de voorwaarden te voldoen moest men minstens 2 soorten grassen, en tezamen 5 kruiden en vlinderbloemigen waarvan minstens 2 kruiden en 1 vlinderbloemige. Ook volgend jaar zullen graskruidenmengsels in aanmerking komen voor een nieuwe regeling, namelijk de agromilieuklimaatmaatregelen (AMKM) rond inzaai van meerjarige milieu-, biodiversiteitsvriendelijke of klimaatbestendige teelten (‘meerjarige ecoteelten’). Hiervoor zullen opnieuw de bovenstaande voorwaarden gelden.

Ook grasklaver zal binnen deze categorie van AMKM worden opgenomen. Wanneer er enkel witte klaver in het mengsel zit, moet er minimaal 3 kg klaverzaad per ha worden voorzien om aan de voorwaarden te voldoen. Bij een grasklavermengsel met enkel rode klaver of een mengsel met beide soorten wordt 6 kg per ha aangehouden.

Het inzaaien van mengsels met kruiden en klavers kan echter best voor oktober gebeuren. Afhankelijk van de temperatuur en weersomstandigheden kan het aandeel kruiden en klavers in de zode tegenvallen.

Oproep project gras@vies

Omdat de succesvolle uitbating van grasklaver toch enige uitdagingen kent, zet het relance-project Gras@vies een adviesdienst op, bestaande uit partners PVL Bocholt, Hooibeekhoeve, ILVO, Inagro, Pibo-campus, Boerenbond, MilkBE en landbouwers Marc Mijnendonckx, Koen Op ’t Roodt en Hans Peeters. Zo kunnen landbouwers ondersteund worden om van grasklaver een succesverhaal te maken en op die manier de eiwitvoorziening van eigen bodem te versterken. Geïnteresseerde landbouwers kunnen zich inschrijven en vervolgens genieten van advies en opvolging voor hun grasklaverpercelen.